16 17 gemeenschappen (met 1.b.o.-componenten) betekent dat er sprake zal zijn van bekostiging via het 1b.o.-stelselHoewel brede scholengemeenschappen zowel avo- als 1.b.o.-componenten hebben, en voor die componenten verschillende bekostigings systemen gelden, wordt in de praktijk het (l.b.o.-) declaratie stelsel gehanteerd. Dat betekent ook, dat de overschrijdings regeling vervalt. Deze regeling geldt immers alleen voor het avo, namelijk als een gemeente meer geld uitgeeft voor de materiële kosten van avo-scholen, dan via de normbedragen van het Rijk wordt verkregen. Voor het overige is er sprake van een kostendekkende vergoeding en heeft de vorming van brede scholengemeenschappen in dit opzicht geen financiële consequenties. 3.10. De fasering van het fusie- en invoeringsproces In ons voorlopige standpunt zijn wij ervan uitgegaan dat per 1 augustus 1992 een daadwerkelijk begin wordt gemaakt met de invoering van de basisvorming. De Tweede Kamerfractie van het CDA heeft voorgesteld de invoering van de basisvorming met een jaar uit te stellen. Dat zou in ieder geval de besturen en de scholen meer tijd geven de invoering van de basisvorming voor te bereiden. Inmiddels heeft de staatssecretaris besloten de daadwerkelijke invoering van de basisvorming een jaar uit te stellen, namelijk tot augustus. Het lijkt ons echter niet gewenst de besluitvorming over de vorming van brede scholengemeenschappen verder uit te stellen. Op korte termijn is duidelijkheid over de voorgenomen fusies gewenst, zodat gericht met de voorbereiding kan worden begonnen. Bovendien wordt door uitstel van de besluitvorming de positie van verschillende scholen verder in gevaar gebracht. Met het bovenstaande hangt samen de vraag of het aanbeveling verdient een fusie te laten samenvallen met een inhoudelijke vernieuwing. Ervaringen elders wijzen uit dat deze vraag niet eenduidig kan worden beantwoord. Het is naar onze mening in ieder geval niet gewenst eerst te starten met de inhoudelijke vernieuwing (invoering basisvorming), om daarna een fusie tot stand te brengen. In enkele reacties is erop gewezen dat het tijdschema erg kort is. De vrees bestaat dat het gehele proces onder een te grote druk komt te staan, waardoor de zorgvuldigheid van de besluit vorming in gevaar komt. Wij kunnen die vrees delen. Ook bij een institutionele fusie per 1 augustus 1993 rest er slechts ruim een jaar voor de verdere uitwerking van het besluit en de voorbereidingen op de start van de nieuwe scholen gemeenschap. Er zal dan ook veel begeleiding en ondersteuning nodig zijn om dit gecompliceerde proces tot een goed einde te brengen. Het moge duidelijk zijn dat daarvoor extra faciliteiten, bijvoorbeeld ten behoeve van extern project management, noodzakelijk zijn. Volledigheidshalve wijzen wij u erop dat u in een eerder stadium akkoord bent gegaan met ons voorstel ten behoeve van de uitwerkingsfase een bedrag van f 60.000,beschikbaar te stellen. De extra faciliteiten voor de feitelijke invoering zullen naar onze mening in principe door de Rijksoverheid beschikbaar moeten worden gesteld in het kader van de invoering basisvorming. Op grond van het bovenstaande stellen wij u het volgende voor. De voorgestelde institutionele fusie van de scholen tot brede scholengemeenschappen vindt plaats per 1 augustus 1993; de bestuurlijke fusie kan plaatsvinden op een daaraan in onderling overleg te bepalen voorafgaand moment; wij stellen in dit verband voor de bestuurlijke fusie per 1 augustus 1992 plaats te laten vinden. Een en ander leidt tot het volgende tijdschema: mei 1991 juni 1991 augustus 1991 januari 1992 maart 1992 april 1992 augustus 1992 augustus 1993 augustus 1994 mei 1995 augustus 1996 intentiebesluit tot fusie; instelling projectmanagement; start onderzoek naar de haalbaarheid van de fusie; instelling diverse werkgroepen voor speciale aspecten van de fusie; start voorbereidingsjaar invoering basis vorming; eindrapportage projectmanagement over de haal baarheid van de fusie; definitief fusiebesluit op basis eind rapportage; start voorbereiding brede scholengemeenschap pen) bestuurlijke fusie; institutionele fusies tot twee brede scholengemeenschappen; start invoering basisvorming: heterogene instroom op alle le-fase onderwijseenheden; start le overgangsjaar Stedelijk Gymnasium; tweede jaar van invoering basisvorming: heterogene leerjaren 1 en 2 voor de eerste fase onderwijseenheden; 2e overgangsjaar Stedelijk Gymnasium; eerste determinatiemoment basisvorming (dat wil zeggen na twee jaar basisvorming conform de landelijke plannen); derde jaar van invoering basisvorming; start kwalificerende jaar basisvorming (derde jaar basisvorming) derde overgangsjaar Stedelijk Gymnasium.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1991 | | pagina 326