Intrekking beroep tegen partiële onthouding van goedkeuring
van het bestemmingsplan "Recreatiegebied Schenkenschans".
Bijlage nr. 146
Aan de Gemeenteraad.
In uw vergadering van 18 februari 1991 (punt J van de
mededelingenlijst) hebben wij u op de hoogte gesteld van
het feit, dat het bestemmingsplan "Recreatiegebied Schen
kenschans" grotendeels is goedgekeurd (besluit G.S. van 8
januari 1991, kenmerk RO-90-27006In het kort komt het
standpunt van Gedeputeerde Staten hierop neer, dat een
tweetal onderdelen ten onrechte in het plan is opgenomen,
namelijk dat slechts tot 1 maart 1991 bedrijfsafval mag
worden gestort naast het bouw- en sloopafval dat tot 1
januari 1998 mag worden gestort en het feit dat de gronden
van de voormalige steenfabriek niet zijn voorzien van de
aanduiding "stort", met als gevolg dat op die gronden het
storten van afval in het geheel niet mogelijk zou zijn.
Gedeputeerde Staten zijn derhalve van mening, dat het
storten van bedrijfsafval ook na 1 maart 1991 mogelijk moet
zijn alsmede dat het voormalige fabrieksterrein althans
gedeeltelijk moet kunnen worden benut voor stortactivitei-
ten. Zij hebben dan ook besloten aan deze belemmeringen
goedkeuring te onthouden (het goedkeuringsbesluit van
Gedeputeerde Staten en het raadsvoorstel en -besluit inzake
de vaststelling van dit bestemmingsplan liggen voor u bij
de stukken ter inzage). Wij hebben hieraan toegevoegd, dat
wij eind vorig jaar met Gedeputeerde Staten overleg hebben
gevoerd over verschillende aspecten van de afvalstoffenpro-
blematiek in Friesland, en in het bijzonder in Leeuwarden,
alsmede dat alhoewel de consequenties van het besluit van
Gedeputeerde Staten niet strijdig zijn met het resultaat
van bedoeld overleg, wij meenden in dit stadium nog een
voorbehoud te moeten maken, met name omdat het overleg met
de Afvalverwerkingsinrichting Skinkeskdns v.o.f. nog niet
was afgerond.
1