I
Voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening ten behoeve van de vestiging van het
otterstation in het Groene Stergebied.
Bijlage nr. 1^9
Aan de Gemeenteraad.
Zoals u bekend is, heeft de Stichting Otterstation Neder
land (SON) gekozen voor de vestiging van het otterstation
in het Kleine Wielengebied op de plaats van het voormalige
openluchtzwembad. De Stichting Otterstation Nederland is
eind 1985 opgericht en zet zich in voor het herstel van de
Nederlandse otterpopulatie en het zoetwatermilieu. De
realisering van het otterstation is een belangrijk middel
voor educatie, onderzoek en repopulatie. In zo'n ottersta
tion kunnen bezoekers levende otters bekijken en kan rele
vante milieu-educatieve informatie worden verstrekt. Dit
vindt plaats in het bezoekerscentrum. Naast het fokken van
otters zal het otterstation dus een belangrijke natuuredu-
catieve functie hebben, waar jaarlijks een groot aantal
bezoekers mag worden verwacht. Samen met de golfbaan vormt
het otterstation een belangrijke impuls voor de recreatieve
en toeristische aantrekkingskracht van het gehele gebied.
Het otterstation zal bestaan uit een bezoekerscentrum, een
onderzoekscentrum en een fokcentrum. In mei of juni van het
volgend jaar kunnen de eerste bezoekers van het centrum
worden verwelkomd. Het is de bedoeling om in september van
dit jaar met de bouw van het otterstation te beginnen.
Hiertoe is inmiddels een aanvraag om bouwvergunning inge
diend, die voor u bij de stukken ter inzage ligt. Het
bouwplan is in strijd met het ter plaatse geldende bestem
mingsplan "Kleine Wielen 1967, plan 14", omdat het betref
fende terrein hierin is aangewezen voor Zweminrichting met
bijbehorende terrein. Uit stedebouwkundige overwegingen
bestaan er naar onze mening evenwel geen bezwaren tegen het
bouwplan. Het bouwplan is in overeenstemming met het on
langs in ontwerp gereed gekomen bestemmingsplan "Recreatie
gebied de Groene Ster", dat inmiddels naar de verschillende
instanties is gestuurd voor het voeren van overleg als
bedoeld in artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke
ordening 1985.
1
