te verlenen aan het bouwplan. Aangezien het beroepschrift voorts geen nieuwe feiten of omstandigheden aangeeft, wordt geadviseerd het beroepschrift ongegrond te verklaren. 4. TERINZAGELEGGING VAN DE STUKKEN EN DE HOORZITTING De achterliggende stukken hebben vanaf 10 april 1991 ter inzage gelegen en zijn aan appellant toegezonden. De Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften heeft op 23 april 1991 in deze zaak een hoorzitting gehouden. Op deze hoorzitting zijn de standpunten nader toegelicht, maar er zijn geen nieuwe gezichtspunten naar voren gekomen. 5. OVERWEGINGEN EN HET ADVIES VAN DE COMMISSIE Naar aanleiding van de stukken en de toelichting op de hoor zitting heeft de commissie het navolgende overwogen. Artikel 48, eerste lid van de Woningwet bepaalt dat het verboden is te bouwen zonder bouwvergunning en dat een dergelijke vergunning alleen geweigerd kan en moet worden indien onder andere het bouwplan strijdig is met het bestemmingsplan. Het onderhavige perceel gemeente Leeuwarden, sectie E, nr. 5064 valt volgens het geldende bestemmingsplan "Buitengebied" onder de bestemming Agrarisch Gebied C". Ingevolge de bestemmings planvoorschriften mogen op dergelijke gronden geen gebouwen worden gebouwd. Ingevolge de overgangsbepalingen van het bestemmingsplan mogen reeds bestaande gebouwen slechts gedeeltelijk worden vernieuwd, mits de afwijkingen van het plan naar afmetingen en aard niet worden vergroot. Uit het bouwplan en uit hetgeen hierover op de hoorzitting naar voren is gebracht, is het de commissie gebleken dat de vernieu wing van het bestaande gebouw bestaat uit het plaatsen van een nieuwe muur tegen de bestaande muur en een aanzienlijke verhoging van het dak. De conclusie moet dan ook zijn dat de vernieuwing een afwijking betekent van de bestaande afmetingen en derhalve strijdig is met de bepalingen van het bestemmingsplan. Hoewel de commissie waardering heeft voor het feit dat de heer Dijkstra de zaak ter plaatse heeft opgeknapt en netjes heeft opgeruimd, is de conclusie dat Burgemeester en Wethouders de bouwvergunning terecht hebben geweigerd, nu het ook niet mogelijk is gebleken medewerking te verlenen middels een procedure als bedoeld in artikel 19 van de Wet op de ruimtelijke ordening. De commissie merkt hierbij op dat de heer Dijkstra op de hoor zitting heeft verklaard bereid te zijn het dak terug te brengen tot de bestaande afmetingen. De commissie kan niet overzien of dan wordt voldaan aan de welstandseisen, doch dit geeft een mogelijkheid om het bouwplan zodanig te wijzigen dat er wel sprake is van een gedeeltelijke vernieuwing zonder dat van de afmetingen wordt afgeweken en in dat geval zou de overgangsbe paling van het bestemmingsplan wel van toepassing kunnen zijn. Gelet op het vorenstaande, concludeert de commissie dat Burgemeester en Wethouders de bouwvergunning terecht hebben geweigerd en adviseren u het beroepschrift ongegrond te verklaren. Leeuwarden, 16 mei 1991. (drs. A.A.J.S. van de Gevel) Voorzitter, (mevr. mrW.A.Visser) Secretaris,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1991 | | pagina 401