Voor de inhoud van het reglement is artikel 20 WPR bepalend. Daarin is
vastgelegd dat in ieder geval de volgende onderwerpen geregeld moeten zijn:
a. doel van de registratie;
b. categorieën van personen over wie gegevens in de registratie worden
opgenomen
c. soorten van opgenomen gegevens en wijze van verkrijging;
d. verwijdering van gegevens;
e. categorieën van personen en instanties waaraan gegevens worden ver
strekt;
fsoorten van gegevens die aan deze personen en instanties verstrekt wor
den;
g. rechtstreekse toegang tot de registratie;
h. verbanden met andere registraties;
i. de wijze waarop de geregistreerde kennisneming en verbetering van de
opgenomen gegevens kan verkrijgen;
j. de wijze waarop de geregistreerde mededeling van verstrekking van gege
vens aan derden kan verkrijgen;
k. hoofdlijnen van het beheer.
Het reglement is vormvrij. Een model privacyreglement is ter inzage gelegd.
Voor de uniformiteit van regelgeving is het gewenst dat zoveel mogelijk
gebruik wordt gemaakt van het voor de gemeente opgestelde model privacyre
glement. De beheerder van een persoonsregistratie laat de reglementen op
stellen en zendt deze ter vaststelling naar de houder.
Artikel 11
In de toelichting op hoofdstuk 1 werd al opgemerkt dat deze verordening ook
van toepassing is op de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.
Bij of krachtens de wet GBA zal tot in detail worden bepaald welke gegevens
aan welke afnemer zullen worden verstrekt. Twee restcategorieën van ver
strekkingen zullen bij het van kracht worden van de wet GBA echter nog door
de gemeente moeten worden geregeld. Het betreft hier de in artikel 11 ge
noemde onderwerpen.
Om de structuur van de regelgeving op basis van de WPR en de wet GBA bij de
gemeente te stroomlijnen, is niet voor een aparte verordening GBA gekozen.
Op deze wijze wordt ondubbelzinnig de uitvoering van de toekomstige GBA-wet
bij burgemeester en wethouders gelegd. Het spreekt voor zich dat burgemees
ter en wethouders bij het uitoefenen van het houderschap voor wat de ge
meentelijke basisadministratie betreft gebonden zijn aan de wet GBA.
Artikel 11 behoeft pas in werking te treden wanneer de wet GBA kracht van
wet zal krijgen (zie artikel 19, lid 2).
Artikel 11, lid 1, sub b, heeft betrekking op het op systematische wijze
verstrekken van gegevens
De incidentele verstrekking van gegevens aan diensten van de gemeente (bin
nengemeentelijke afnemers) behoeft niet nader geregeld te worden. Voor deze
vorm van verstrekking geldt uiteraard wel de hoofdregel van de artikelen 71
en 72 (ontwerpwet GBA) dat deze gegevens noodzakelijk moeten zijn voor de
vervulling van de taak van de ontvangende diensten. De ontwerpwet GBA kent
zowel een protocolplicht bij de incidentele verstrekking van gegevens aan
binnengemeentelijke afnemers als bij de incidentele verstrekkingen aan
personen of instanties buiten de gemeente (artikel 82). De WPR kent geen
protocolplicht bij binnengemeentelijke verstrekkingen. Mede in dit licht
staat de protocolplicht bij de basisadministratie, zeker waar het de bin
nengemeentelijke verstrekking betreft, nog ter discussie.
Artikel 11, lid 1, sub e, derdenverstrekking
Onder derde wordt verstaan: elke andere persoon of instelling dan een afne
mer en de ingeschrevene (artikel 1 ontwerpwet GBA). Onder afnemers vallen
publiekrechtelijke organen, onder andere op grond van een algemene maatre
gel van bestuur aangewezen organen en de binnengemeentelijke organen
(bedoeld zal zijn de gemeentelijke diensten).
Het begrip derde wordt vervolgens weer onderverdeeld in:
- de derde die gegevens nodig heeft in verband met de uitvoering van een
algemeen verbindend voorschrift (art. 77);
- de derde met een publiek of bijzonder belang die op grond van een alge
mene maatregel van bestuur via een netwerk gegevens krijgt (art. 78);
- de andere derden.
De wet GBA kent voor de "andere" derden de hoofdregel dat alleen een be
perkte categorie van gegevens kan worden verstrekt: naam, adres, gemeente
van inschrijving, geboortedatum en datum van overlijden. In bijzondere
gevallen kunnen andere gegevens worden verstrekt voor zover de persoonlijke
levenssfeer daardoor niet onevenredig wordt geschaad. Overigens blijft
verstrekking achterwege wanneer de registreerde daarom heeft verzocht en de
verstrekking niet wordt verzocht ter uitvoering van een algemeen verbindend
voorschrift.
Bovendien is verstrekking aan de "andere" derden alleen mogelijk wanneer
daarvoor bij of krachtens een gemeentelijke verordening een regeling is
getroffen. Artikel 11 geeft aan dat een zodanige regeling binnen de gemeen
te zal worden opgesteld. In het licht van de bescherming van de persoonlij
ke levenssfeer zal het in de rede liggen dat de houder bepaalt dat de ver
strekking van gegevens aan derden niet plaatsvindt wanneer het belang van
de verstrekking niet opweegt tegen het recht van een ieder op eerbiediging
van de persoonlijke levenssfeer. Ook is het mogelijk te bepalen dat met de
inwilliging van de aanvraag het algemeen belang gediend moet zijn. Te zij
ner tijd zal ook een reglement voor de GBA worden vastgesteld.
HOOFDSTUK 4
Het openbaar register
Artikelen 12, 13 en 14
Artikel 19 WPR bepaalt dat de reglementen alsmede de wijziging en de in
trekking ervan bekend worden gemaakt en voor een ieder ter inzage worden
gelegd overeenkomstig regels bij algemene maatregel van bestuur te stellen.
In de lijn hiervan ligt de in de verordening opgenomen verplichting dat
burgemeester en wethouders danwel de burgemeester een openbaar register
instellen.
Naast reglementen zal dit register ook gegevens bevatten van registraties
die op basis van artikel 22 van WPR niet reglementsplichtig zijn. Het be
treft hier de gegevens over het doel van de registratie, de categorieën van
personen waarvan persoonsgegevens zijn opgenomen, de categorieën van opge
nomen gegevens, de dienst die belast is met het beheer over de registratie
en de naam van de registratie.
Door opname van deze gegevens wordt openheid aan de geregistreerde geboden.
HOOFDSTUK 5
Bijzondere vormen van verstrekking van persoonsgegevens
Artikelen 15, 16 en 17
Tot de bijzondere vormen behoort vooral het samenvoegen van persoonsgege-