2.
Voor het te voeren beleid is de contractvrijheid naar
burgerlijk recht, zoals deze wordt aangegeven in art.1269
van het Burgerlijk Wetboek, van grote betekenis. Dit
artikel vermeldt, dat alle verbintenissen of uit
overeenkomst of uit de wet ontstaan. Dit impliceert dat
men vrij is, al dan niet een verbintenis aan te gaan, voor
zover dit niet door de wet wordt geregeld.
De consequentie is dat de gemeente niet verplicht is een
reclame-overeenkomst aan te gaan, indien dat niet in haar
beleid zou passen.
De beschikbaarstelling van gemeente-eigendommen voor
reclamedoeleinden wordt vrijwel uitsluitend via het
aangaan van overeenkomsten geregeld. Deze overeenkomsten
kunnen worden beschouwd als een bepaalde vorm van in-
gebruikgeving, waarbij aan de gebruiker rechten worden
verleend. Deze ingebruikgeving behoort tot de competentie
van de gemeenteraad, conform het bepaalde in art.172 van
de Gemeentewet. Art.212 van die wet geeft de mogelijkheid
deze bevoegdheden aan Burgemeester en Wethouders te
delegeren.
Daarnaast staat de gemeente voor het regelen van het
houden en hebben van reclame op, aan of boven
gemeentelijke eigendommen alsmede voor particuliere
eigendommen en zichtbaar vanaf de openbare weg, het
gestelde in art. H 1. van de A.P.V. ten dienste. Voor
reclame op stilstaande voertuigen is dan nog art. 10 van
de Parkeerexcessenverordening Leeuwarden beschikbaar.
- Beschikbare regelgeving voor reclame op:
1. rijdende voertuigengeen, indirect het R.V.V.
2. stilstaande voertuigengeenindirect de Parkeer
excessenverordening en het R.V.V.
3. eenvoudig verplaatsbare objectenA.P.V.art.H.l;
4. al dan niet bewegende vaartuigen..geen, indirect
het ligplaatsenbeleid op grond van de A.P.V.
5. affiches op sandwich- en driehoeksborden..overeenkomst
6. affiches op zuilen/borden.....overeenkomst en
bouwvergunning
7lichtbakken aan lichtmasten.overeenkomst
8. klokzuilen. overeenkomst en bouwvergunning
9. op stadsplattegrondovereenkomst en bouwvergunning
10. doeken onder bruggenovereenkomst
11. lichtreclames op gebouwenA.P.V.art.H. 1 en
bouwvergunning
12. op privé eigendomA.P.V.art.H.1en bouwvergunning
-10-
- Gewenste regelgeving.
Om het reclamebeleid te kunnen uitvoeren zijn naast de
bestaande regelgeving aanvullende voorschriften
noodzakelijk.
Zoals eerder aangegeven steunt de huidige regelgeving op
de toepasbare voorschriften van het R.V.V., de A.P.V., de
Bouwverordening en de Parkeerexcessenverordening.
Voor de A.P.V. is een wijziging in voorbereiding. Door de
gemeentelijke reorganisatie is de uitwerking daarvan sterk
vertraagd.
Het gestelde in de conceptwijziging van deze verordening
kent alleen een regeling voor reclame op onroerende
goederen (art. 4.7.2. Ontsierende, hinderlijke of
gevaarlijke reclames e.d.). Soortgelijke bepalingen maar
dan voor roerende goederen zijn noodzakelijk teneinde het
aanbrengen van mobiele reclame te kunnen regelen.
In de A.P.V. zou dan het volgende moeten worden opgenomen:
1.
Het is de rechthebbende op een roerend goed of de
gebruiker van dat goed verboden dit goed of een daarop
aanwezige zaak, zonder vergunning van Burgemeester en
Wethouders op de openbare weg te plaatsen voor het maken
van handelsreclame met behulp van een opschrift,
aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook.
Het is de eigenaar of de gebruiker van een vaartuig
dat is toegerust met een object, kennelijk bedoeld voor
het maken van handels reclame met behulp van een
opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan
ook, verboden zonder vergunning van Burgemeester en
Wethouders dat vaartuig zodanig ligplaats te doen
kiezen dat het object vanaf de weg of een andere voor
het publiek toegankelijke plaats zichtbaar is.
-11-