Daarnaast blijkt de Groene Ster slechts in beperkte mate op stadsgewestelijk niveau te functioneren; het gebied heeft veel meer een stadsdeelparkfunctie voor de wijk Camminghaburen. Ook heeft de wijze waarop de relatie tussen inrichting en ruimtelijke structuur vormgekregen heeft, ertoe geleid dat het recreatiegebied een in zichzelf gekeerd karakter heeft. Het plangebied functioneert als een losstaand element en heeft nauwelijks relaties met het omliggende gebied. De Groene Ster kan een belangrijke rol vervullen in het opheffen van het stadsgewestelijk tekort aan recreatie plaatsen. In het Investeringsplan Recreatieve Voorzieningen is reeds geconstateerd dat Leeuwarden een tekort aan recreatieplaatsen heeft van rond 16.500. Uit kostenoogpunt is het creëren van nieuwe recreatie plaatsen bij de Groene Ster te prefereren boven aanleg elders in het stadsgewest. In de Groene Ster is de basisinfrastructuur daarvoor namelijk in ruime mate aan wezig, zodat de investeringen per recreatieplaats hier lager zullen zijn. Door herinrichting en uitbreiding van de Groene Ster kan het aantal recreatieplaatsen met rond 6.500 worden uitgebreid. Bovenstaande punten vormden de aanleiding voor het op stellen van het thans voorliggende herinrichtings- en uitbreidingsplan voor de Groene Ster. PROGRAMMA VAN EISEN Bij het ontwerpproces voor de herinrichting en uit breiding zijn de navolgende uitgangspunten gehanteerd: - de Groene Ster dient op stadsgewestelijk niveau te kunnen functioneren in aansluiting op de visie zoals ontwikkeld in de "Nota Stadsgewest Leeuwarden" - de totale investeringskosten mogen maximaal f 12 miljoen (exclusief grondverwervingskosten) bedragen; - de beheers- en onderhoudskosten per hectare dienen onder het niveau van de normkosten te blijven en zo mogelijk verder te worden verlaagd; de plannen dienen zodanig te worden vormgegeven, dat een samenhangende en herkenbare structuur tot stand wordt gebracht; de karakteristieke openheid van het Friese polderland dient meer in de Groene Ster geïntegreerd te worden; 2 de zonering van het gebied dient gebaseerd te zijn op de mate van verenigbaarheid van de ver schillende functies die er voorkomen. Rekening dient hierbij tevens te worden gehouden met de aanbevelingen uit de nota "Enge plekken" (1988); de toevoeging van nieuwe commerciële elementen mag de openbare toegankelijkheid als geheel niet in de weg staan; de natuurlijke en .landschappelijke waarden van het plangebied dienen zoveel mogelijk te worden ontzien; er dient in het bestaande gebied zoveel als mogelijk gebruik te worden gemaakt van bestaande voorzieningen, beplantingen, paden, parkeerplaat sen en dergelijke. Op basis van vorenstaande uitgangspunten is het plan voor de functies recreatie, de beplanting en natuurontwikkeling, de ontsluiting en de water huishouding en de waterkwaliteit nader uit gewerkt 3. PLANBESCHRIJVING Het masterplan voor de Groene Ster omvat 2 hoofdgroepen van maatregelen: 1. herinrichting of reconstructie van het bestaande recreatiegebied de Kleine Wielen (incl. otter station) 2. uitbreiding van ca. 170 ha met nieuwe thematische gebiedsdelen (water, bos en natuur en golfbaan) De beide maatregelen worden toegelicht aan de hand van beknopte beschrijvingen per plangebied of -onderdeel. De nummers corresponderen met de nummers op de bij dit overzicht gevoegde overzichtskaart. Tevens is een indicatie gegeven van het inrichtings- en beheersniveau. 3.1. Herinrichting gebied Kleine Wielen (plangebied 1.). Als gevolg van een veranderd recreatiepatroon is de huidige inrichting (daterend uit eind jaren zestig) functioneel verouderd. Op diverse plaatsen is het gewenst de huidige inrichting aan te passen aan de hedendaagse eisen van het gebruik en beheer. Tevens zullen maatregelen getroffen worden om de sociale onveiligheid door sterk besloten terreinsituaties en zwervend autoverkeer op te heffen. De noordelijke bosrand van het gebied, tussen de rijks weg en de bestaande parkeerroutekrijgt een meer extensieve terreinbehandeling. Intensief te maaien 3

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1991 | | pagina 473