Vaststellen van een Monumentenverordening en onderbrengen monumentenadviestaak bij de Welstandscommissie "Hüs en Hiem" Bijlage nr. 174 Aan de Gemeenteraad. Op 1 januari 1989 is de nieuwe Monumentenwet 1988 in werking getreden. De gemeente heeft ingevolge deze Wet de keus om: a. de verlening van vergunningen ten aanzien van het wijzigen slopen etc. van beschermde monumenten aan de rijksdienst over te laten; b. het vergunningstelsel in eigen beheer nemen. Indien er voor gekozen wordt de vergunningverlening over te laten aan de rijksdienst moet er rekening mee gehouden worden dat de nu al zeer lange termijnen van besluitvorming en vergunningafgifte zeker niet korter zullen worden. Bovendien laat de gemeente de mogelijkheid voorbij gaan om inspelend op de plaatselijke ontwikkeling zelf beslissingen ten aanzien van de monumenten te kunnen nemen. Wordt er voor gekozen om het vergunningstelsel in eigen beheer te nemen, dan neemt de gemeente de beslissing over de wijziging, sloop, etc. van een monument en geeft hiertoe de vergunning af. De rijksdienst adviseert slechts in deze. In het geval b. stelt de Wet dat de gemeente hiertoe een aantal instrumenten dient te hebben of daartoe dient in te stellen. Wettelijk verplicht zijn a. een Monumentenverordening en b. een monumentencommissie. De gemeentelijke Monumentenverordening De gemeentelijke Monumentenverordening dient naast de Monumen tenwet als een juridisch instrumentarium, dat ten dienste van de monumentenzorg kan worden aangewend. De gemeentelijke Monumentenverordening kan als verfijning worden gezien van de Monumentenwet. In de Monumentenverorde ning kunnen die zaken worden geregeld die van plaatselijk belang zijn en waarin de Wet niet voorziet. Het stelt de gemeente onder andere in staat een gemeentelijke monumentenlijst op te stellen, maar kan ook als toetsingskader dienen voor de Monumentencommissie. 1

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1991 | | pagina 488