subsidietoekenning in het programma 1990 gold; voor incidentele subsidies is een accres van 1,5% aangehouden. Met betrekking tot de subsidiabele personele kosten is uitge gaan van het schaalnummer dat voor een personeelslid in 1991 zal gelden inclusief periodieke verhogingen en het bij dat schaalnummer behorende salarisbedrag per 1 januari 1990. Wat de inhoud van het programma betreft, verwijzen wij U verder kortheidshalve naar de tekst van het programma en de daarbij behorende Nadere Standpuntbepaling zelf. Het in het kader van de planprocedure voorgeschreven drie-partijen-overleg tussen vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties en gemeente over de personele conse quenties van het concept-programma, heeft geen aanleiding gege ven tot het doen van voorstellen tot wijziging van het ontwerp-programmaHet verslag van dit overleg is voor U ter inzage gelegd. De adviezen die wij met betrekking tot het ontwerp-Programma ontvingen van de zijde van de Commissie Emancipatie-Aangele genheden, de Commissie Cultuur, Sport en Recreatie, de Commis sie Economische en Sociale Zaken en de Commissie Onderwijs en Samenlevingszaken zijn door ons betrokken bij de opstelling van de Nadere Standpuntbepaling. De verslagen van de desbetreffende vergaderingen zijn voor U eveneens ter inzage gelegd. Voor een overzicht van de financiële consequenties van de in het programma opgenomen toekenningsvoorstellen en andere voor genomen uitgaven verwijzen wij naar de financiële overzichten in hoofdstuk 4 (ontwerp) en - voor zover deze overzichten wij ziging hebben ondergaan - naar de aangepaste en gecorrigeerde versies, zoals die in Hoofdstuk II van de Nadere Standpuntbepa ling en Nota van Wijzigingen zijn vermeld. In het financiële hoofdstuk van het programma is een totaal-overzicht opgenomen van uitgaven, die in de verschillende werksoorten zijn voorge nomen. Daarbij is tevens een relatie gelegd met de ramingen voor de Gemeentebegroting 1991. Met betrekking tot de dekking van de uitgaven die in het pro gramma zijn voorgesteld, kan gesteld worden dat gewerkt is bin nen de ruimte die in de Gemeentebegroting 1991 is gereserveerd voor sociaal-cultureel werk, met uitzondering van het onderdeel Projecten voor Mensen Zonder Werk. In onze vergadering van 11 december 1990 hebben wij besloten ons eerder genomen besluit inzake de bestemming van het dek kingsoverschot "Projecten voor Mensen Zonder Werk" ad 74.708,te herzien en dit budget alsnog aan te wenden voor de honorering van de (nagekomen) subsidieverzoeken PMZW in het kader van het Programma SCW 1991. Dit bedrag zou vervolgens moeten worden gedekt door alle voor 1991 voorgestelde bijdragen voor PMZW met eenzelfde percentage van ongeveer 5 te verlagen. Wij hebben ons op 8 januari 1991 nogmaals gebogen over de pro blemen die zijn gerezen inzake het genoemde tekort. Dit mede gelet op de bepalingen in de Algemene subsidieverordening over de te volgen procedure in het geval van het voornemen tot het 2 toekennen van een lager structureel subsidie en het feit dat inmiddels bekend is geworden dat het Europees Sociaal Fonds (ESF) over 1990 voor een aantal door ons gesubsidieerde projec ten voor mensen zonder werk bijdragen heeft toegezegd. Naar verwachting kan het bedrag van 74.708,worden gedekt uit de bovengenoemd bijdragen van het ESF over 1990. Mocht dat onverhoopt niet het geval zijn, dan dient de algemeen directeur van de Dienst Economische en Sociale Zaken nader over de dek king te rapporteren. Wij stellen U voor overeenkomstig te be sluiten. Omtrent het onderhavige programma in het algemeen en de daarbij behorende Nadere Standpuntbepaling en Nota van Wijzigingen in het bijzonder is de Commissie Onderwijs en Samenlevingszaken gehoord in haar vergadering van 7 januari 1990, terwijl voor het onderdeel emancipatie-activiteiten de Commissie Emancipa tie-aangelegenheden, en voor Amateuristische Kunstbeoefening en Kunstzinnige Vorming de Commissie Cultuur Sport en Recreatie zijn gehoord in hun vergaderingen van respectievelijk 18 en 12 december 1990. Het onderdeel Projecten voor Mensen Zonder Werk is besproken in de Commissie Economische en Sociale Zaken op 17 december 1990. Naar aanleiding van deze vergadering delen wij U nog het volgende mee. In onze voorstellen met betrekking tot de subsidiabele perso neelskosten van de twee medewerkers van de huishoudelijke dienst, zijn wij abusievelijk uitgegaan van een formatie van 2x5 uur per week. Gelet op de in het verleden met de Stich ting PMZW gemaakte afspraken, moet echter worden uitgegaan van een formatie van 2x6 uur per week. Een en ander heeft tot ge volg dat onze oorspronkelijk voorgestelde bijdrage in de perso neelskosten van 397.835,met 2.000,moet worden ver hoogd tot 399.835,Wij stellen U voor overeenkomstig te besluiten. Daarnaast heeft over de Nadere Standpuntbepaling en Nota van Wijzigingen op 20 december 1990 een drie-partijen-overleg plaatsgehad tussen vertegenwoordigers van werkgevers- en werk nemersorganisaties en gemeente over de personele consequenties die voortvloeien uit de in deze nota opgenomen voorstellen. De verslagen van deze vergaderingen zijn voor U ter inzage gelegd. Overigens zal op 15 januari 1991 de Externe Overlegcommissie Etnische Groepen nog worden gehoord over de in de Nadere Stand puntbepaling voorgestelde herbestemming van middelen voor acti viteiten en voorzieningen ten behoeve van etnische groepen. Voor in de loop van het programmajaar 1991 nog te honoreren subsidieverzoeken resteert een bedrag van 30.801,tot welk bedrag het college subsidie kan toekennen in de zogenaamde ron des nagekomen subsidieverzoeken. De post onvoorzien PMZW be draagt - indien de genoemde dekking uit ESF-middelen mogelijk is - 10.871, 3

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1991 | | pagina 48