Artikel 2 Bij de toepassing van deze verordening wordt rekening gehou den met het gebruik van het monument. HOOFDSTUK 2 BESCHERMDE GEMEENTELIJKE MONUMENTEN Paragraaf 1. De plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst Artikel 3 1. Burgemeester en Wethouders kunnen, al dan niet op verzoek van belanghebbenden, besluiten onroerende monumenten als beschermd gemeentelijk monument op de gemeentelijke monu mentenlijst te plaatsen. 2. Burgemeester en Wethouders besluiten over plaatsing van onroerende monumenten op de gemeentelijke monumentenlijst, nadat de monumentencommissie en de eigenaar zijn gehoord. In spoedeisende gevallen kunnen zij hiervan afwijken 3. Burgemeester en Wethouders nemen met betrekking tot kerke lijke monumenten geen beslissing tot plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst dan na overleg met de eige naar. 4. Burgemeester en Wethouders doen binnen twee maanden nadat de monumentencommissie is gehoord, schriftelijk mededeling van het besluit in lid 2 aan degenen die als eigenaren en anderszins zakelijk gerechtigden in de kadastrale legger bekend staan, aan de ingeschreven hypothecaire schuldei sers en, indien om aanwijzing is verzocht, aan de ver zoeker. Bij overschrijding van de termijn worden Burge meester en Wethouders geacht niet tot plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst te hebben besloten. 5. Burgemeester en Wethouders maken de plaatsing op de ge meentelijke monumentenlijst op de in de gemeente gebrui kelijke wijze bekend. 6. De gemeentelijke monumentenlijst geeft de plaatselijke aanduiding aan, de kadastrale aanduiding, de tenaamstel ling en een beschrijving van het monument. 7. Burgemeester en Wethouders kunnen ambtshalve of op verzoek van belanghebbenden in de gemeentelijke monumentenlijst wijzigingen aanbrengen. Indien de wijziging naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders van ondergeschikte betekenis is of indien de wijziging betreft het doorhalen van de inschrijving van een monument dat is teniet gegaan, blijft overeenkomstige toepassing van artikel 3, leden 2 en 3, achterwege. 2 8. Monumenten die zijn ingeschreven in het register als be doeld in artikel 6 van de Monumentenwet worden door Bur gemeester en Wethouders niet op de gemeentelijke monumen tenlijst geplaatst. 9. Monumenten, die na plaatsing op de gemeentelijke monumen tenlijst worden ingeschreven in het monumentenregister als bedoeld in artikel 6 van de Monumentenwet, worden geacht niet meer op de gemeentelijke monumentenlijst te zijn geplaatst. Artikel 4 De gemeentelijke monumentenlijst ligt bij het gemeentelijke Informatiecentrum voor een ieder ter inzage. Paragraaf 2. Vergunning tot wijziging of afbraak van be schermde gemeentelijke monumenten. Artikel 5 1. Het is verboden een beschermd gemeentelijk monument te beschadigen, te verstoren, te vernielen of af te breken. 2. Het is verboden zonder vergunning van Burgemeester en Wethouders of in strijd met bij zodanige vergunning ge stelde voorschriften: a. een beschermd gemeentelijk monument af te breken, te verstoren, te verplaatsen of in enig opzicht te wijzigen; b. een beschermd gemeentelijk monument te herstellen, te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze, waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht. Artikel 6 1. Een aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 5 moet schriftelijk worden ingediend bij Burgemeester en Wethou ders. Daarbij worden de door hen verlangde gegevens over gelegd. 2. Indien blijkt dat de aanvrager niet de verlangde gegevens heeft overgelegd, stellen Burgemeester en Wethouders de aanvrager binnen een maand na ontvangst van de aanvraag in de gelegenheid alsnog binnen veertien dagen de door hen aan te geven ontbrekende gegevens over te leggen. 3. Ingeval toepassing is gegeven aan het tweede lid en de aanvrager niet binnen de in dat lid bedoelde termijn van veertien dagen de in dat lid bedoelde ontbrekende gegevens heeft overgelegd, is de aanvrager niet-ontvankelijk in zijn aanvraag met ingang van de dag, volgend op de laatste dag van de in dat lid bedoelde termijn van veertien dagen. 4. Ingeval toepassing is gegeven aan het tweede lid en de aanvrager naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders de in het tweede lid bedoelde ontbrekende gegevens in onvoldoende mate heeft overgelegd, verklaren zij de aan vrager binnen veertien dagen na de dag waarop hij die gegevens heeft overgelegd niet ontvankelijk. 3

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1991 | | pagina 492