ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING MONUMENTENVERORDENING
GEMEENTE LEEUWARDEN 1991
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Deze verordening verstaat onder:
1. monumenten:
a. alle zaken die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun
betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde;
b. terreinen, die van algemeen belang zijn wegens daar aanwezige zaken
als bedoeld onder a.
Toelichting lid 1
Bij de omschrijving van monument is aansluiting gezocht bij de omschrij
ving in de Monumentenwet.
Het begrip volkskundige waarde in die omschrijving is vervangen door
cultuurhistorische waarde. Cultuurhistorische waarde is volgens de
memorie van toelichting de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde
gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan en door het gebruik dat de
mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk op dat gebied heeft
gemaakt
De omschrijving van zaken en gebieden met een geschiedkundige waarde is
vervallen. Het begrip cultuurhistorische waarde is dermate ruim dat het
ook betrekking kan hebben op zaken en gebieden met een geschiedkundige
waarde. De onder b bedoelde terreinen kunnen bij voorbeeld parken,
tuinen en een perceel met een of meer bomen zijn. Het is niet vereist
dat op het terrein ook een bouwkundig monument voorkomt alvorens over
een monument kan worden gesproken. 'Zaken' is immers een veel ruimer
begrip.
De vijftig jaar grens die voor rijksmonumenten geldt, is niet voor ge
meentelijk monumenten overgenomen, daardoor biedt de verordening ook de
mogelijkheid monumenten die (nog) niet op de rijkslijst kunnen komen
omdat ze te jong zijn, reeds op de gemeentelijke monumentenlijst te
plaatsen.
Archeologische waardevolle terreinen zijn onder de werking van de veror
dening te brengen. Artikel 1 sluit dat niet expliciet uit.
2. gemeentelijke monumentenlijst:
de lijst waarop zijn vermeld de overeenkomstig deze verordening be
schermde monumenten.
3. beschermde gemeentelijke monumenten:
onroerende monumenten, die overeenkomstig de bepalingen van deze veror
dening op de gemeentelijke monumentenlijst zijn geplaatst.
Toelichting lid 3
De verordening voorziet, overeenkomstig de Monumentenwet, in de bescher
ming van onroerende monumenten. De bescherming van roerende monumenten,
waarbij het gaat om bv. voertuigen, schilderijen, kerkschatten en
gebruiksvoorwerpen is niet in deze verordening opgenomen.
Aan het effectueren van die bescherming zijn wat praktische problemen
verbonden. De meeste roerende goederen zijn nogal makkelijk te vervoeren
en daardoor ongemerkt over de gemeentegrens en daarmee buiten de werking
van de verordening te brengen.