Sindsdien zijn er echter weer wijzigingen opgetreden die tot
een verhoging van de kosten leiden. Dit wordt veroorzaakt
door:
Bij bovengenoemde aanvraag voor aanvullend budget was
voor wat betreft de uitvoering en instandhouding van de
sanering uitgegaan van een periode tot 15 september
1990. De grondwatersanering heeft echter nog niet het
beoogde resultaat opgeleverd zodat deze gecontinueerd
dient te worden. Voor de periode tot 1 januari 1991 is
hiermee een bedrag gemoeid van 273.256,45 incl. btw.
De kosten voor het uitvoeren van het eerdergenoemde
haalbaarheidsonderzoek bedragen 35.887,50 meer als
geraamd.
Door het gewijzigde grondwatersaneringssysteem ontstaat
er meer werk voor het adviesbureau DHV met betrekking
tot het houden van toezicht. Deze kosten bedragen
11.257,50.
Bij de afrekening van de milieukundige begeleiding door
het ingenieursbureau DHV over het jaar 1989, bleek dat
er meerkosten waren opgetreden ter hoogte van
54.013,50. Deze overschrijding werd veroorzaakt door
de complexiteit van de sanering. Hierdoor dienden een
groot aantal vragen en problemen door DHV beantwoord
c.q. opgelost te worden. Te denken valt hierbij aan o.a.
een notitie over de effectiviteit van de grondwater
sanering, het opstellen van een evaluatierapport etc.
Bovenstaande leidt tot een kostenverhoging van 374.414,95.
en heeft betrekking op de periode tot 1 januari 1991. Het
gemeentelijk aandeel in deze kosten bedraagt 37.442,=
Ook na 1991 zal de lopende sanering, wel of niet in aange
paste vorm, in stand gehouden moeten worden. De manier van
grondwatersanering is echter afhankelijk van de uitkomsten
van het haalbaarheidsonderzoek.
In de projectgroep Hoeksterend, waarin zijn vertegenwoordigd
het rijk, de provincie en de gemeente, is besloten tot het
opstellen van een nazorgdocumentAanleiding hiertoè is dat
in het verleden gekozen is voor een partiële sanering met de
volgende uitgangspunten:
- terugsanering tot' de zogenaamde B-waarde uit de
leidraad bodemsanering; d.w.z terugsaneren tot een
destijds algemeen geaccepteerd niveau, exclusief
niet/moeilijk toegankelijke gebieden;
- het uitvoeren van een grondwatersanering.
Door de destijds gekozen uitgangspunten voor de sanering
zullen in de toekomst nog kosten gemaakt gaan worden.
Deze uitgestelde kosten betreffen:
- nog resterende deellocaties met gehalten boven de B-
waarde (onder bebouwing, parkeerterrein en wegen);
2
- niet gesaneerde gedeelten stadsgracht (buiten gesa
neerd traject, mogelijk herverontreinigd gesaneerd
traject)
- kosten voor toekomstige afvoer/verwerking van grond
met een verontreiniging tussen de A-waarde en B-waarde
(gebied grenzend aan gesaneerd gebied, mogelijk her-
verontreinigd gesaneerd gebied)
- saneringskosten van nog onbekende of onvoldoende
onderzochte verontreinigde gedeelten van het terrein
voorzover samenhangend met de voormalige gasfabriek
- eventuele beheerskosten resp. kosten van preventieve
maatregelen in het kader van een nazorg-programma.
Het op te stellen nazorgdocument heeft een tweeledig
doel
A: Het verkrijgen van inzicht in de te zijner tijd
nog te maken kosten voor sanering van nog niet
gesaneerde gedeelten van de locatie sanering
van gedeelten met een verontreiniging boven de B-
waarde
B: Het verkrijgen van inzicht in toekomstige kosten
als gevolg van restverontreinigingen anders dan
ad A.
Afgeleid van onderdeel B is het opstellen van een
nazorgprogramma voor de locatie na de sanering, in
houdende
identificeren van technische, financiële en
organisatorische konsequenties van de
(blijvende) aanwezigheid van verontreinigde grond
en grondwater;
identificeren van betrokken partijen m.b.t.
technische, financiële, organisatorische en
juridische aspecten;
prioriteitsstelling, selectie en uitwerking van
te regelen aspecten in verband met nazorg (beheer
en controle), grondtransactiesbestemming,
civiel-technische werken e.d.
De kosten van dit nazorgdocument zijn nog niet bekend en zijn
derhalve ook niet opgenomen in eerdergenoemde begroting van
de nog te maken kosten.
Door de provincie is aangegeven dat Gedeputeerde Staten in
december 1990 opnieuw een verhoging van de eerdere financiële
toezegging bij het ministerie van VROM aanvragen. Begin 1991
zal naar verwachting meer bekend zijn over de financiële
konsequenties op de langere termijn.
Zodra er meer zicht is op de financiële konsequenties op de
langere termijn zullen wij u hierover nader berichten. Voor
alsnog adviseren wij u een krediet beschikbaar te stellen ad
f 37.500,-- voor het continueren van de grondwatersanering en
het haalbaarheidsonderzoek.
3