Voorzitter, Secretaris,
De reactie luidt samengevat als volgt:
Het vinden van geschikte locaties voor de woonschepen uit het
Bisschopsrak heeft zeer veel moeite gekost. Uiteindelijk is
gekozen voor het verspreiden van de locaties, waaronder onder
meer een locatie in Lekkum in de Mientjesvaart
In het raadsvoorstel is duidelijk aangegeven dat ondanks het
aanwijzen van de diverse locaties wel geldt dat met de bewoners
van de dorpen nog nader over de uitwerking moet worden over
legd en dat de in het overleg aangedragen varianten bespreek
baar zijn. Dit heeft ertoe geleid dat de aanvankelijke loca tie
aan de Mientjesvaart niet meer zal worden gebruikt. De voor
keur is gegeven aan de locatie min of meer in het verlengde van
het Maesterpead.
Later bleek nog een alternatief, waarbij de woonschepen zijn
geprojecteerd nabij de kassen. Dit alternatief is onderzocht
en bleek haalbaarDe Vereniging voor Dorpsbelang staat niet
afwijzend tegen deze oplossing.
Indien dit alternatief uiteindelijk kan worden gerealiseerd,
is voor een belangrijk deel aan de bezwaren tegen de aantasting
van het landschap en het karakter van de dorpen tegemoet geko
men
Door de woonschepen bij de kassen te situeren, wordt de open
ruimte immers niet of nauwelijks aangetast en gaat de karakteris
tieke openheid van het landschap niet verloren.
Nu een voor de dorpsbewoners meer acceptabele locatie is gevon
den, die tevens uit planologisch oogpunt de voorkeur heeft, acht
de direkteur voldoende aanleiding het bestreden besluit te hand
haven.
4. TERINZAGELEGGING VAN DE STUKKEN EN DE HOORZITTING.
De op deze zaak betrekking hebbende stukken zijn reclamanten
toegezonden en hebben ter inzage gelegen.
Op 18 december 1990 heeft de raadsadviescommissie een hoorzit
ting gehouden. Op de hoorzitting hebben de reclamanten hun bezwa
ren nader toegelicht. Hierbij kwam duidelijk naar voren dat door
alle partijen de voorkeur werd gegeven aan de locatie nabij de
kassen. Over de technische invulling was nog geen overeenstemming
bereikt
5 OVERWEGINGEN EN HET ADVIES VAN DE COMMISSIE VOOR DE BEROEP- EN
BEZWAARSCHRIFTEN
De commissie constateert dat het bestreden voorbereidingsbesluit
is genomen met het oog op het realiseren van een concreet pro
ject, nlde woonschepenlocatie. In dat geval kan een voorbere-
dingsbesluit worden aangemerkt als een beschikking in de zin van
de wet AROB Gelet hierop en het feit dat de bezwaarschriften
binnen de wettelijk gestelde termijn zijn ingediend, kunnen
reclamanten in hun bezwaren worden ontvangen.
Ten aanzien van de inhoudelijke bezwaren, merkt de commssie het
volgende op.
De Wet op de Ruimtelijke Ordening stelt geen voorwaarden ten
aazien van de inhoud van een voorbereidingsbesluit. De gemeente
raad heeft ten aanzien van deze bevoegdheid derhalve een relatief
grote beleidsvrijheid. Een dergelijk besluit behoort uiteraard
te voldoen aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
Nadat het voorbereidingsbesluit is genomen zijn er terzake nog
diverse ontwikkelingen geweest. In het kader van de totale her
overweging mag de commissie dit bij de beoordeling van de bezwa
ren meenemen.
Uit het raadsvoorstel concludeert de commissie dat Burgemeester
en Wethouders, mede gelet op de in de dorpennota neergelegde,
niet gelukkig zijn met de aangewezen locatie, doch gelet op de
situatie van de noodzaak van het vinden van geschikte locaties
in verband met de problematiek van de Bisschopsrak geen andere
keus hebben dan de raad dit voorstel te doen. Daarbij heeft zij
al een opening gegeven voor het vinden van eventuele alternatie
ven.
Op de hoorzitting is gebleken dat er in principe nu overeenstem
ming is voor het plaatsen van de woonschepen nabij de kassen. In
dat geval dient er een aanvullend voorbereidingsbesluit te worden
genomen, omdat die locatie niet geheel door het bestreden voorbe
reidingsbesluit wordt bestreken.
De commissie is van mening dat de bezwaren van reclamanten van
een onaanvaardbare aantasting van het landschap en de karakters
van de dorpen op deze wijze voor een groot deel worden ondervan
gen. Mede gelet hierop en het feit dat de gemeente in casu meer
dere belangen moet dienen en de noodzaak voor het op korte ter
mijn vinden van geschikte woonschepenlocaties, is de commissie
van mening dat de belangen van de gemeente bij de woonschepenlo
catie dient te prevaleren boven de belangen van reclamanten bij
het behoud van het landschap. Bij deze belangenafweging is voor
de commissie van zeer groot belang geweest dat in overleg tot een
voor een ieder aanvaard alternatief is besloten.
Alles overwegende acht de commissie geen gronden aanwezig de
Raad te adviseren het bestreden besluit in te trekken. De Raad
heeft in alle redelijkheid tot het nemen van het voorbereidings
besluit kunnen komen. Zij adviseert de Raad dan ook het bezwaar
schrift ongegrond te verklaren.
w.g.
(drs. A.A.J.S. van de Gevel)
w.g.
(mevr. mr. W.A.Visser)