4 van kansarme groepen aan het maatschappelijk gebeuren is toegeno men. In de afgelopen jaren is een veelvoud van studies en onderzoeken gedaan naar de maatschappelijke verarming. De uitkomsten van een in Leeuwarden ingesteld onderzoek naar armoede in de lokale samenleving ("Armoede uit de stilte") wijken niet af van de landelijk geconstateerde situatie: het bestaan van achterstandssituaties die uitmonden in sociaal isolement en de cumulatie van problemen in bepaalde stadswijken en onder specifieke groepen. Door de invoering van het begrip "sociale vernieuwing" is door het kabinet een poging gewaagd om tot nieuwe oriëntaties op sociale vraagstukken te komen. Sociale vernieuwing is meer dan de oplossing van sociale problemen. Het gaat om de samenhang tussen onder meer lage inkomens, hoge woonlasten, slechte gezondheid, werkloosheid, geen kinderopvang en de effecten daarvan op de kwaliteit van het leven. Het kabinet heeft 37 gemeenten in de gelegenheid gesteld als eerste een convenant over de aanpak van de sociale vernieuwing met het Rijk af te sluiten. Leeuwarden behoort als enige gemeente in Friesland tot deze groep van gemeenten. Voor het aandragen van oplossingen is geen eenduidig pakket maatregelen voorhanden. De rijksoverheid heeft in dit geval dan ook niet de zoveelste circulaire met stimuleringsmaatregelen laten verschijnen, maar heeft een 37-tal gemeenten (die met "start"- gemeente worden aangeduid) in de gelegenheid gesteld een conve nant af te sluiten. In het model-convenant waarmee U in de vergadering van 22 oktober 1990 heeft ingestemd, constateren beide partijen dat een gezamenlijke inspanning nodig zal zijn van Rijk, gemeente en andere maatschappelijke instellingen, die is gericht op de verbete ring van de positie van mensen die een maatschappelijke achterstand hebben opgelopen of dreigen op te lopen. Om deze inspanning te kunnen leveren worden zo'n 25 rijksregelin gen en de daarbij behorende financiële middelen van het Rijk naar de gemeente overgeheveld. Met ingang van 1991 zullen de bijbeho rende gelden in de vorm van een zogenaamde brede geldstroom gebundeld aan de gemeente worden overgemaakt. De tot dan per regeling geldende specifieke voorschriften en bepalingen komen daarmee te vervallen. De gemeente verplicht zich op haar beurt in algemene zin tot het besteden van deze middelen aan sociale vernieuwing. Dit houdt dus de mogelijkheid in, dat in de gemeente Leeuwarden anders wordt omgegaan met de besteding van middelen dan in de andere gemeen ten. Daarnaast zal het de gemeente mogelijk worden gemaakt om een deel van de ontvangen brede uitkering door te schuiven naar een 1991-1994 1. De context van het beleid 5 volgend jaar. Dit biedt de mogelijkheid om de in een jaar niet bestede middelen te sparen, terwijl deze voorheen automatisch terugvloeiden in de rijkskas. Het gaat hier om een serie regelingen op grond waarvan de gemeente in de meeste gevallen nu óók al geld ontving. De "winst" zit dus niet in extra financiële middelen, maar in de deregulering van regelgeving: de mogelijkheid om middelen voortaan vrijer, naar eigen inzicht en toegesneden op de plaatselijke situatie in te zetten. De wijze waarop aan de sociale vernieuwing in Leeuwarden zou kunnen worden vorm gegeven is neergelegd in de notitie "Sociale vernieuwing in Leeuwarden". Besloten is deze notitie te hanteren als uitgangspunt voor het te voeren beleid. Centraal hierin staat het opstellen van een Plan van Aanpak waarin zo concreet mogelijke activiteiten zullen worden opgenomen. Daarin zal aandacht worden geschonken aan de drie hoofdgebieden van het begrip sociale vernieuwing, te weten: Arbeid, scholing en inkomen. Kwaliteit van de dagelijkse leefomgeving. Verbetering van de doelmatigheid en kwaliteit van voorzieningen. Van de zijde van de gemeente is een breed instrumentarium ontwikkeld dat voor het proces van sociale vernieuwing kan worden ingezet. Dit bestaat uit de volgende elementen: De aanstelling van een lid van het college van B. en W. tot coördinerend wethouder voor de sociale vernieuwing. De start van een project sociale vernieuwing binnen de gemeente lijke organisatie. Binnen het apparaat is ter ondersteuning hiervan een projectleider sociale vernieuwing aangesteld. Voorts is de Dienst Economische en Sociale Zaken als trekker voor dit project aangewezen. Tenslotte is een ambtelijke projectgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van de betrokken diensten. Alvorens over te gaan tot het opstellen van het Uitvoeringsplan is een start gemaakt met bijeenkomsten van vertegenwoordigers van het gemeentebestuur met instellingen, organisaties, groeperin gen en personen in diverse sectoren van de Leeuwarder samenle ving met het doel te vernemen welke suggesties en ideeën er bij hen leven ten aanzien van wenselijke ontwikkelingen op het ge bied van de sociale vernieuwing. Om uitdrukking te geven aan het uitgangspunt dat betrokkenen "het samen zullen moeten doen", is een gemengd bestuurlijk- ambtelijke Stuurgroep Sociale Vernieuwing ingesteld waarin zowel leden van de zijde van het gemeentebestuur als vanuit de maatschappelijke organisaties zitting hebben. Deze stuurgroep, die fungeert als gangmaker in het sociale vernieuwingsproces bestaat uit leden van het college, waaronder de coördinerend wethouder sociale vernieuwing (voorzitter), vertegenwoordigers van maat- Beleidsplan 1991-1994 1. De context van het beleid

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1991 | | pagina 10