10
1.4 Middelenfuncties
Financiën en planning
De reeds in gang gezette vernieuwing van de financiële structuren
moet in deze beleidsperiode tot stand komen. In de opzet van dit
beleidsplan c.q. de begroting 1991 is dat al deels zichtbaar. In 1990
heeft een ingrijpende herinrichting van de begrotingen voor de
diensten en het concern plaatsgevonden. Activiteitenbudgetten zijn
daarbij zoveel mogelijk gedecentraliseerd naar verantwoordelijke
diensten.
In de begrotingsstukken wordt ook inhoud gegeven aan een gelaagde
informatievoorziening. De concernbegroting dient ter autorisatie en
wordt aan U ter vaststelling respectievelijk aan Gedeputeerde Staten
ter goedkeuring voorgelegd.
De concernbegroting is een gecomprimeerde samen(s)telling van alle
afzonderlijke dienstbegrotingen, die aan U, ten behoeve van Uw
besluitvorming, ter inzage worden voorgelegd. De dienstbegrotingen
zijn te beschouwen als werkbegrotingen voor de diensten en in
wezen ook als werkafspraken van diensten met ons college voor het
door een dienst uit te voeren beleid.
De nieuwe begrotingsopzet zal voor 1991 ook de basis zijn voor een
nieuwe opzet voor de administratie, de administratieve organisatie
en de informatievoorziening. Dit laatste zowel tussentijds als bij de
jaarrekening. Wij zijn dan ook voornemens om tegen de zomer van
1991 aan U de eerste tussentijdse rapportage over het lopende
begrotingsjaar voor te leggen. Ook dit zal weer "gelaagd" zijn in de
vorm van dienstrapportages en een geconsolideerde concernrap
portage.
De informatie zal daarbij overigens niet alleen financieel van aard
dienen te zijn. In de komende beleidsperiode zal in samenwerking
tussen diensten en concern (i.e. de dienst Bestuurszaken) verder
inhoud gegeven moeten worden aan een output-gerichte begroting.
Deze nadere vormgeving vindt plaats conform de Nota "Financieel
management in de gemeente Leeuwarden".
In de komende jaren zal ook verder uitwerking gegeven worden aan
onderwerpen die we scharen onder de noemer van "budgetdiscipline".
Daar worden vraagstukken in behandeld als over- en onderschrij-
dingen ten opzichte van de budgetten, omgaan met bedrijfsegalisa-
tiereserves, bestedingsvrijheid en verantwoordingsplicht van diensten,
onderlinge verrekeningen en kostentoerekening etc. Dit passend in
en aansluitend op organisatorische ontwikkelingen als mandatering,
contractmanagement, bedrijfsmatig werken e.d. We zijn voornemens
1991-1994
1. De context van het beleid
11
om daar voor 1991 al een belangrijke aanzet voor te doen. Helaas
heeft de gemeente ook nog steeds te kampen met rekeningsachter
standen. Het is verheugend om te constateren dat in 1990 het gelukt
is om de gemeenterekeningen over 1986 en 1987 ter vaststelling aan
Gedeputeerde Staten voor te leggen en het waarschijnlijk ook zal
lukken om eind 1990 de gemeenterekening over 1988 aan U ter
voorlopige vaststelling voor te leggen.
Wij streven ernaar om in 1991 de achterstand ingehaald te hebben
door zowel de gemeenterekeningen over 1989 alsook 1990 aan U
respectievelijk aan Gedeputeerde Staten voor te leggen. Voor 1991
hebben wij daarvoor uit de ruimte van nieuw beleid 100.000,
vrijgemaakt.
In de beleidsperiode van 1991 tot en met 1993 zal overigens het
rekeningsproces nog verder versneld dienen te worden.
Als uitvloeisel van de vernieuwde en verbeterde financiële structuren
hiervan streven wij er ook naar om zo mogelijk ingaande 1992 maar
in ieder geval voor het begrotingsjaar 1993 in aanmerking te komen
voor een op hoofdlijnen gericht repressief financieel toezicht van
Gedeputeerde Staten. Thans is nog sprake van het zogenaamd
preventief toezicht.
Personeel-, organisatie- en informatiemanagement
De nog maar kort achter ons liggende gemeentelijke reorganisatie
heeft mede als oogmerk de organisatie beter voor te bereiden op de
toekomst. Alhoewel zeker gesproken kan worden van een succesvol
reorganisatieproces, zal ook de komende jaren veel inspanning en
geld nodig zijn om in te kunnen blijven spelen op maatschappelijke
ontwikkelingen. Zowel van het bedrijfsleven als van de overheid
wordt een steeds groter innovatief vermogen gevraagd. Het klassieke
bureaucratische organisatiemodel van de overheid komt daarmee
onder zware druk te staan. Flexibiliteit, snelheid, alsmede resultaat-
en cliënt-/marktgerichtheid zijn steeds belangrijker wordende
aandachtspunten van bestuur, management en overige werknemers.
Tegelijkertijd vinden er enorme technologische veranderingen plaats
onder meer op het gebied van informatievoorziening en communica
tie. Deze complexe technologische ontwikkelingen dienen te worden
geïntegreerd in reeds zwaar onder druk staande produktieprocessen
van de overheid. De aansturing van de veranderingen vraagt daarbij
veel van het management. De uitwerking van het reorganisatieproces
zal de komende periode het nodige vragen aangaande de verdere
structurering van de informatievoorziening.
Organisaties die geleid worden op een wijze die niet aansluit bij
maatschappelijke ontwikkelingen lopen vast: onvrede, vertraagde
produktieprocessen, verzuim, verloop, dalende kwaliteit en hogere
Beleidsplan
1991-1994
1
De context van het beleid