150 Begroting 1991 Vaste percentages fondsen en reserves Oienst Stand per 01-01-1991 Stand per 31-12-1991 Percen tage Rente bedrag Dienst Stadsontwikkeling en Milieu 1. Reserve meerwaarde erfpacht 1965 1.650.600 1.450.600 6,25 103.1® 2. Reserve meerwaarde herziening erfpacht 1980 724.000 724.000 8,50 61.5® 3. Reserve meerwaarde herziening erfpacht 1990 8.726.000 8.726.000 8,00 698,1 4. Fonds afkoopwaarde erfpachtscanons 3.357.800 3.357.800 9,25 310.400 Dienst Woningbedrijf (exclusief onderhoudsfonds) 8.656.985 11.643.975 7.75* 670.910 Concern 1. Afkoopsom Frigem 2.638.550 2.344.330 7,70 203.1)1 2. Corporaties 21.437.645 21.793.640 8,50 1.822.205 *0p te nemen correctie wegens hogere marktrente van 7,75 naar 8,50 0,75 61.935 47.191.580 50.040.345 3 934.420 Correctie valutering reserves (rentebijboeking p. 31-12-1991) Fonds huisvesting politie -88.000 Oienst Stadsontwikkeling en Milieu (minus rente erfpacht die gelijk weer onttrokken wordt) -1.876.720 Rente Dienst Woningbedrijf Reserves Dienst Politie Reserves Concern Reserves corporaties -670.910 -336.095 -1.374.080 -4.345.805 -355.995 -4.701.800 Totale rente belegd bij concern 1. vast 2. omslag 47.191.580 46.095.358 a 8 3.934.420 3.687.630 93.286.938 7.622.050 1. Bijgeboekt bij reserves 2. Nog op te nemen correctie 3. Rente t.g.v. gewone dienst 4. De in vorenbedoeld bedrag opgenomen bespaarde rente ad. 400.000 ter toevoeging aan de reserves kan worden verhoogd met 46.657 tot 446.657 7.297.705 64.935 203.753 7.566.393 46.657 7.613.050 151 STAAT E STAAT VAN OPGENOMEN LANGLOPENDE GELDLENINGEN Toelichting 1. In deze staat worden alle door de gemeente aangegane langlopende geldleningen (zo wel annuïteits- als andere leningen) met inbegrip van de rijksvoorschotten of -leningen vermeld, in de volgorde, waarin zij zijn aangegaan. 2. De schulden aan derden, welke zijn ontstaan ter zake van door deze derden ten be hoeve van de gemeente gedane kapitaaluitgaven en die door jaarlijkse aflossing moe ten worden gedelgd, worden als geldleningen beschouwd en in deze staat opgenomen. Langlopende geldleningen, waarvoor de verschuldigde rente en aflossing of annuïteit geheel of gedeeltelijk door derden worden terugbetaald, moeten eveneens in deze staat worden opgenomen. 3. In deze staat mogen niet worden opgenomen de kasgeldleningen. Evenmin worden vermeld de van het Rijk ontvangen voorschotten op bijdragen, op uitkeringen e.d. dus de zgn. kasvoorschotten. 4. In de gevallen, waarin voor een geldlening meer dan één rentepercentage geldt, wordt het restantbedrag van de lening in kolom 7 naar de verschillende rentepercentages gesplitst. 5. De aard van de geldlening moet in kolom 5 met een letter worden aangegeven. Of het een geldlening betreft aangegaan door middel van obligaties of door middel van schuldbekentenis of overeenkomst of een rijksvoorschot- of lening, moet respectieve lijk met O, S of R worden aangegeven. 6. Bij de oorspronkelijke begroting in kolom 9 wordt volstaan met het vermelden van één totaal bedrag van de in het dienstjaar op te nemen geldleningen. 7. Voor woningwetwoningen worden in de kolommen 3 en 4 resp. de datum en het num mer van de ministeriële beschikking opgenomen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1991 | | pagina 175