74
jongeren die al langer dan één jaar zelfstandig wonen, op het
moment dat zij een beroep doen op bijstand. Door middel van dit
besluit en de invoering van de Jeugdwerkgarantiewet beoogt het
kabinet tot een sluitende aanpak van de jeugdwerkloosheid te
komen. Wij zijn van mening dat het nieuwe voorstel slechts
gedeeltelijk tegemoet komt aan de ook door U geuite kritiek op de
IJW. Voor wat betreft de jongeren in de leeftijd van 18 tot 21 jaar
blijft het recht op de uitwonendennorm beperkt, waardoor hen
feitelijk het recht ontzegd wordt om zelfstandig te gaan wonen.
Het nieuwe verhaalsrecht ABW
De ABW kent de regeling dat verleende bijstand in bepaalde
situaties kan worden verhaald op de burger. Naar verwachting zal
medio 1991 een wetsontwerp in werking treden dat belangrijke
wijzigingen aanbrengt in de bestaande regeling. Het wetsontwerp
beoogt de rechtsgelijkheid te bevorderen en een bezuiniging op de
bijstandskosten te bewerkstelligen. De belangrijkste wijziging is dat
de huidige bevoegdheid van de gemeente tot verhaal en terugvorde
ring wordt omgezet in een verplichting. De gemeenten worden
verplicht de terugvorderings- en verhaalsmogelijkheden te benutten
die de wet aanbiedt, met dien verstande dat zij in individuele
gevallen vanwege dringende redenen hiervan kunnen afzien.
Enerzijds betreuren wij de beperking van de beleidsruimte voor
gemeenten als gevolg van invoering van de verplichting, omdat wij
dit strijdig achten met de momenteel opgeld doende en door ons
onderschreven gedachte van decentralisatie van bevoegdheden.
Anderzijds hebben wij begrip voor het streven naar meer rechtsge
lijkheid in de uitvoering door gemeenten, omdat wij constateren dat
daarin momenteel te grote verschillen bestaan.
Bovendien hebben wij tot nu toe een vrij actief verhaals- en
terugvorderingsbeleid gevoerd, zodat een meer verplichtend karakter
van het verhaal niet leidt tot een grote verandering voor de burgers
in onze gemeente.
Het wetsvoorstel leidt verder tot een uitbreiding van de verhaals- en
terugvorderingsgronden en een verbetering van het verhaalsinstru-
mentarium.
Het wetsvoorstel zal door de uitbreiding van de verhaalsmogelijkhe
den leiden tot een verhoging van de werkdruk bij de Dienst
Economische en Sociale Zaken. Een precieze inschatting hiervan kan
nog niet worden gemaakt omdat dit afhankelijk is van de wijze
waarop het Rijk het wetsontwerp verder uitwerkt.
Beslag op bijstandsuitkeringen
Momenteel kan een schuldeiser in het algemeen geen beslag laten
leggen op een bijstandsuitkering. Reeds geruime tijd is er een
wetsvoorstel in behandeling dat wijziging in deze situatie moet
brengen. Het wetsvoorstel beoogt het bestaande verschil tussen de
mogelijkheid van beslag op uitkeringen en beslag op loon ongedaan
1991-1994
2. Beleidsvoornemens per hoofdfunctie
75
te maken. De verdergaande mogelijkheid van beslag op loon gaat
straks over de hele linie gelden. Dit betekent dat op een bijstands
uitkering op 10% van het van toepassing zijnde normbedrag beslag
kan worden gelegd. Een ontwikkeling die wij met de nodige zorg
tegemoet zien. Wij menen dat uit diverse onderzoeken voldoende
duidelijk is dat het maar zeer de vraag is of dermate veel ruimte in
een bijstandsuitkering beschikbaar is voor aflossing op schulden.
Bovendien voorzien wij moeilijkheden omdat gedurende een
onbeperkt aantal jaren beslag gelegd kan worden. Dit kan betekenen
dat sommige mensen structureel moeten leven van een inkomen lager
dan het bestaansminimum. De bereidheid van schuldeisers om mee
te werken aan schuldsanering zal naar wij vrezen afnemen. Het
wetsontwerp betekent derhalve een aantasting van de positie van de
minima.
Door nog meer nadruk te leggen op het tot stand komen van
schuldregelingen, zullen wij pogen de scherpe kantjes van de wet af
te halen. Voorts spreken wij de hoop uit dat het voorontwerp tot
herziening van de Faillissementswet, waarbij wordt voorgesteld het
mogelijk te maken om een schuldsanering tegenover schuldeisers
juridisch af te dwingen, spoedig wet zal worden. Daar waar mogelijk
zullen wij de totstandkoming van een dergelijke regeling stimuleren.
Functie 600: Algemeen beheer
600.00 Sector Sociale Zaken
In voorgaande beleidsplannen hebben wij op deze plaats aandacht
gegeven aan toekomstige ontwikkelingen van het cliëntenbestand in
relatie tot de werkdruk bij de voormalige Gemeentelijke Sociale
Dienst.
Wij kunnen vaststellen dat de omvang van het cliëntenbestand
weinig verandert: voor 1988: 6887 en voor 1989: 6.812 personen op
jaarbasis. In deze cijfers zijn niet meegenomen de personen die een
verstrekking ontvangen uit het Noodfonds (1989: 55) als ook zij die
een bijdrage kregen uit het Fonds Maatschappelijke Activiteiten
(1989: 1.505). Wij hebben geen aanleiding om te veronderstellen dat
de werkdruk bij de huidige sector sociale zaken van de Dienst
Economische en Sociale Zaken per saldo veel zal veranderen.
Toch is er wel een aantal veranderingen in de wet- en regelgeving
te noemen die mogelijk hun invloed op de werkdruk zullen laten
gelden.
Het aantal cliënten dat aanspraak op bijstand ontleent aan de
Rijksgroepsregeling werkloze werknemers (1989: 4.031) zal naar
verwachting een licht dalende tendens vertonen door het scheppen
van additionele werkgelegenheid in het kader van de sociale
vernieuwing (Jeugdwerkgarantiewet en banenpools). Deze beleidsin
strumenten beogen immers de uitkeringsonafhankelijkheid van de
onderscheiden doelgroepen te vergroten. Deze verwachte daling zal
eerst later in de beleidsperiode manifest worden.
1991-1994
2. Beleidsvoornemens per hoofdfunctie