- bij het bepalen van de bedoelde vergoeding niet
wordt gelet op g°b<->uwen en/of werken en/of beplan
tingen en/of veranderingen aangebracht of gemaakt in
het laatste jaar aan het einde van het opstalrecht
voorafgaand, danwel zonder toestemming van de eige
naar aangebracht;
bij het tenietgaan van het opstalrecht moet de grond
met de daarop alsdan aanwezige gebouwen en/of werken
en/of beplantingen, tot genoegen van de eigenaar worden
opgeleverd;
voor de daaraan na de verlening van het opstalrecht
aangerichte schade, onder meer ontstaan door het ge
bruik of door verontreiniging van de grond, door de
opstalhouder of door personen die door de opstalhouder
op de grond zijn toegelaten, alsmede voor de schade die
is ontstaan door gehele of gedeeltelijke instorting van
gebouwen en/of werken op de grond, blijft de opstal
houder aansprakelijk; de eigenaar is bevoegd op kosten
van de opstalhouder een onderzoek naar bodemverontrei
niging in te stellen, als hij voldoende reden heeft om
aan te nemen dat er tijdens de duur van het opstalrecht
bodemverontreiniging heeft plaatsgevonden; indien
bodemverontreiniging wordt aangetroffen is de opstal
houder hiervoor aansprakelijk en dient hij deze veront
reiniging op zijn kosten ten genoegen van de eigenaar
ongedaan te maken;
de opstalhouder vrijwaart de eigenaar voor alle aan
spraken van derden op vergoeding van schade die na ver
lening van het opstalrecht is ontstaan door het gebruik
of door verontreiniging door de opstalhouder van de
grond of door gehele of gedeeltelijke instorting van de
gebouwen en/of werken of op welke andere wijze dan ook;
mocht de opstalhouder de grond en/of de gemelde gebou
wen en/of werken en/of beplantingen bij het teniet-
gegaan zijn van het opstalrecht niet overeenkomstig het
in deze overeenkomst bepaalde aan de eigenaar hebben
opgeleverd, dan zal de betaling van hetgeen de grond
eigenaar krachtens het hier bepaalde zou toekomen ren
teloos worden opgeschort totdat de oplevering wel
overeenkomstig het in deze overeenkomst bepaalde heeft
plaatsgevonden;
bij het tenietgaan van het opstalrecht zal de eigenaar
de bevoegdheid hebben om al hetgeen hij, om welke reden
dan ook, alsdan nog van de opstalhouder te vorderen
heeft te verrekenen;
met de ingevolge het in dit artikel bepaalde aan de op
stalhouder toekomende vergoeding.
7. a. Indien de opstalhouder enige verplichting, voort
vloeiende uit de overeenkomst niet, niet tijdig, of
niet behoorlijk nakomt, kunnen Burgemeester en Wet
houders voornoemd deze verplichting op kosten van de
opstalhouder doen uitvoeren; krachtens de overeen
komst zijn Burgemeester en Wethouders voornoemd na
4
kennisgeving en ingebrekestelling, alsmede verloop
van de hierna in lid b genoemde termijn, tot zodani
ge uitvoering jegens de opstalhouder uitdrukkelijk
gemachtigd; tevens zijn Burgemeester en Wethouders
voornoemd onder dezelfde voorwaarden gemachtigd op
kosten van de opstalhouder al datgene ongedaan te
maken, wat in strijd met enige verplichting door de
opstalhouder is verricht;
b. Burgemeester en Wethouders voornoemd geven bij aan
getekend schrijven kennis aan de opstalhouder en
hypotheekhouder(s) van hun voornemen gebruik te
maken van de bevoegdheden als bedoeld in lid a; zij
doen de kennisgeving vergezeld gaan van:
- een opgave van het vermoedelijk bedrag van de
kosten die met de uitvoering gemoeid zullen zijn;
- een ingebrekestelling ten aanzien van de ver
zuimde verplichting of de strijdige verrichtin
gen; en
- een aanmaning om aan een en ander alsnog binnen
een redelijke termijn te voldoen;
c. onverminderd de verschuldigdheid van andere kosten,
schade en rente bij eigenaar ontstaan als gevolg van
de nalatigheid van de opstalhouder, is de opstalhou
der verplicht op eerste aanzegging van Burgemeester
en Wethouders voornoemd de kosten die gemoeid zijn
geweest met het herstel te voldoen; Burgemeester en
Wethouders voornoemd doen de aanzegging vergezeld
gaan van een gespecificeerde opgave van de kosten.
a. Indien het opstalrecht met hypotheek is bezwaard,
geven Burgemeester en Wethouders voornoemd:
a. indien zij toestemming geven, als bedoeld in
artikel 4,
b. indien de opstalhouder in gebreke is in het
tijdig nakomen van enige voor hem uit de over
eenkomst voortvloeiende verplichting daarvan
schriftelijk kennis aan de hypotheekhouder(s) in
het geval bedoeld onder a. met bekwame spoed, en
in het geval onder b. tegelijk met de ingebreke
stelling van de opstalhouder; in het geval, be
doeld onder a. worden tevens de eventueel bij de
toestemming gestelde eisen danwel voorwaarden
aan de hypotheekhouderssmedegedeeld;
b. het voorgaande lid vindt slechts toepassing, indien
de hypotheekhouderseen schriftelijke mededeling
ter zake van hypotheekverlening bij Burgemeester en
Wethouders voornoemd heeft (hebben) ingediend of
heeft (hebben) doen indienen.
Alle belastingen en lasten die onder welke benaming dan
ook gedurende de tijd welke het opstalrecht zal bestaan
van of wegens de eigendom van de grond en de daarop
gestichte gebouwen en/of werken en/of beplantingen
en/of het opstalrecht zelve, worden geheven, zijn voor
rekening van de opstalhouder.
5