Voorstel tot het vaststellen en wijzigen van diverse belasting
verordeningen.
Bijlage nr. 194.
Aan de Gemeenteraad.
Bij de Wet van 22 mei 1991 (Stb. 394) tot wijziging van diverse
wetten in verband met vereenvoudiging van regelgeving en ver
groting van gemeentelijke en provinciale beleidsvrijheid, zijn
ook een aantal artikelen in de Gemeentewet gewijzigd en wel
ingaande 26 juli 1991.
Met name valt hier te noemen de wijziging in artikel 271.
Het nieuwe vierde lid bepaalt namelijk, wanneer een wijziging
van een gemeentelijke belastingverordening uitsluitend een
wijziging van het tarief van een belasting omvat, dat dan geen
goedkeuring van de Kroon is vereist maar van Gedeputeerde
Staten.
Zoals bekend is, kon het gebeuren dat de procedure vaststelling
van een wijziging van een belastingverordening door uw Raad en
het ter goedkeuring zenden daarvan, via Gedeputeerde Staten,
aan de Kroon, gemiddeld drie tot vier maanden in beslag nam.
Ten einde te bereiken, dat mogelijke wijzigingen door uw Raad
aan het einde van dit jaar te nemen, sneller in werking treden,
komen wij thans met voorstellen tot wijzigingen van diverse
belastingverordeningen inzake formele tekstuele belastingbepa
lingen, waardoor wordt bereikt, dat aan het eind van dit jaar
te nemen "tariefwijzigingen" eerder kunnen worden goedgekeurd.
Wijzigingen zijn mede gewenst door de inwerkingtreding per 1
januari 1992 van de boeken 3, 5, 6 en een gedeelte van 7 van
het nieuw Burgerlijk Wetboek.
De gevolgen hiervan liggen op de volgende gebieden:
1. wijzigingen in terminologie;
2. wijzigingen van hetgeen moet worden verstaan onder
onroerende goederen;
3. wijziging van de regeling met betrekking tot de zakelij
ke rechten;
4. wijzigingen op het gebied van rechtsvordering.
Het voert te ver in dit voorstel alle gevolgen intensief te
behandelen, echter, in dit kader is van belang dat in verband
met de inwerkingtreding van het nieuwe Burgerlijk Wetboek ook
de gemeentewet per 1 januari 1992 is aangepast aan de termino
logie van het nieuwe Burgerlijk Wetboek.
1