In de Gemeentewet zijn de begrippen "onroerende goederen" ver
vangen door "onroerende zaken" en "zakelijk recht" vervangen
door "eigendom, bezit of beperkt recht".
In de nieuwe "Verordening onroerend-goedbelastingen 1992" is
reeds hiermee rekening gehouden. Ook andere verordeningen be
hoeven thans aanpassing.
In dit voorstel worden derhalve geen tariefwijzigingen aan de
orde gesteld.
Als datum van inwerkingtreding van bedoelde concept-besluiten
stellen wij daarom voor deze te bepalen op 1 oktober 1992.
Het betreffen de volgende belastingverordeningen: begrafenis
rechten, beursrechten, bruggeld, legesrechten, marktgeld, on
roerend-goedbelastingen, reinigingsheffingen en rioolrechten.
Begrafenisrechten
Gekozen is voor een geheel nieuwe verordening met daarnaast een
tarieventabel
De huidige van kracht zijnde verordening is formeel gezien
praktisch geheel verwerkt in het concept-besluit. De daarin
genoemde tarieven zijn dezelfde als die in de huidige verorde
ning.
Verder geven wij de voorkeur aan een duidelijker tenaamstelling
van de verordening.
In plaats van de huidige benaming "begrafenisrechten", die
mogelijkerwijs een relatie tot een begrafenisondernemer zou
kunnen leggen, of de titulatuur "lijkbezorgingsrechten" te ge
bruiken, spreken wij liever van "begraafrechten"hetgeen meer
verband houdt met zaken de begraafplaatsen betreffende.
Beursrechten
De verordening is aangepast aan de opmerkingen door Gedeputeer
de Staten gemaakt bij de laatste wijziging van de verordening.
Kortheidshalve wordt verwezen naar het concept-besluit.
Bruggelden
Idem.
Legesrechten
Gekozen is voor een geheel nieuwe verordening met daarnaast een
tarieventabel
De tarieven zijn dezelfde als die in de huidige verordening.
Gezien de praktische toepasbaarheid van de verordening casu quo
de tarieventabel, is deze ingedeeld, naast een algemeen hoofd—
2
stuk, naar de verschillende diensten, onderdelen en afdelingen,
die belast zijn met de uitvoering van de verordening.
Marktgeld
In artikel 7a, wordt verwezen naar "lid 1" van artikel 7. Bij
de laatste wijziging van de verordening is artikel 7 zodanig
aangepast dat niet meer gesproken kan worden van een eerste of
tweede lid.
Onroerend-goedbelastingen
Hoewel de huidige verordening geheel aangepast is aan de nieuwe
terminologie van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, hiervoor ver
woord, zijn in artikel 3, tweede lid, de woorden "het goed"
blijven staan. Dit moet worden "de zaak".
Met ingang van 1 januari 1992 spreken wij niet meer van het
"Besluit gemeentelijke onroerend-goedbelastingen" maar, zie
aanhef concept-besluit, van "Besluit gemeentelijke onroerende-
zaakbelastingen"
Overigens blijven wij nog spreken over de "Verordening onroe
rend-goedbelastingen 1992".
Eerst bij de inwerkingtreding van de nieuwe Gemeentewet zal de
naam "onroerende-zaakbelastingen" gehanteerd worden.
Reinigingsheffingen
Gekozen is voor een geheel nieuwe verordening met daarnaast een
tarieventabel
De tarieven zijn dezelfde als die in de huidige verordening.
Rioolrechten
Het concept-besluit houdt een aanpassing in van de nieuwe ter
minologie van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, hiervoor verwoord.
Verder wordt in de verordening een betere omschrijving gegeven
aan de "verbruiksperiode" van water in artikel 1 en wordt het
minimum aanslagbedrag gewijzigd van f 3G,in f 20,gelijk
aan de desbetreffende bepaling in de "Verordening onroerend-
goedbelastingen 1992".
Samenvattend stellen wij u voor tot:
a. het vaststellen van de "Verordening begraafrechten
1992";
b. het vaststellen van de verordening tot wijziging van de
Verordening op de heffing en invordering van rechten
voor de Beurs (10e wijziging);