3. Indien de belastingplicht in de loop van het tijdvak eindigt, wordt voor de rechten onder 4.2.1 van de tabel ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na het tijdstip van het eindigen van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 4. Belastingbedragen van minder dan 20,worden niet geheven. 5. Ontheffing wordt niet verleend indien deze minder dan f 20,bedraagt. Artikel 8 Termijn van betaling 1. De rechten die worden geheven bij wege van aanslag moe ten worden voldaan in één termijn, welke vervalt drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet. 2. De rechten die worden geheven op andere wijze moeten worden voldaan binnen één maand na dagtekening van de kennisgeving. Artikel 9 Vrijstellingen De rechten worden niet geheven voor: a. het lichten van een lijk of asbus op rechterlijk gezag; b. het begraven van doodgeboren kinderen of van zuigelin gen die met de overleden moeder in één kist worden be graven. Artikel 10 Machtiging tot overdracht van bevoegdheden Burgemeester en Wethouders kunnen een of meer gemeente ambtenaren aanwijzen, die in hun plaats treden met betrekking tot de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de heffing en de invordering van de in deze verordening geregelde rechten. Artikel 11 Burgemeester en Wethouders kunnen bepalen dat voor de ver zending van aanslagbiljetten, ingevolge artikel 8, eerste lid van de Invorderingswet 1990 (Stb. 221) voor de gemeen te-ontvanger of de op grond van artikel 127a van de Gemeen tewet aangewezen functionaris een andere gemeente—ambtenaar in de plaats treedt. 4 Artikel 12 Nakoming van verplichtingen De verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 50 en 51 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301) en in de artikelen 58 en 61 van de Invorderingswet 1990 (Stb. 221) gelden, mede jegens de door Burgemeester en Wethouders aangewezen ambtenaren der gemeentelijke belastingen. Artikel 13 Toepasselijkverklaring renteregels Invorderingswet 1990 1. Het bepaalde in Hoofdstuk V van de Invorderingswet 1990 inzake invorderingsrente vindt toepassing op de invor dering van deze heffing. 2. De ministeriële regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorderingswet 1990 vindt daarbij overeenkomstige toe passing. Artikel 14 Uitstel van betaling 1. Het hoofd van het financieel administratief management van de Dienst Stadsbeheer is bevoegd tot het verlenen van uitstel van betaling - als bedoeld in artikel 25 van de Invorderingswet 1990 - voor die rechten die door middel van een nota worden geheven. 2. De comptabele is bevoegd tot het verlenen van uitstel van betaling - als bedoeld in artikel 25 van de Invor deringswet 1990 - voor die rechten die bij wege van aanslag worden geheven. Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De "Verordening op de heffing en invordering van begra fenisrechten" van 29 oktober 1973 wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de veror dening. 5

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1992 | | pagina 130