regulering van het parkeerregime is een gemeentelijke zaak.
Naast de afdoening van parkeerovertredingen door het Openbaar
Ministerie ervoeren de gemeenten een tweede knelpuntDe kosten
voor de parkeercontrole komen voor rekening van de gemeente,
terwijl de boete-opbrengst naar het Rijk vloeit.
In de eerste helft van de jaren '80 kwam bij enkele gemeenten
de gedachte op om het overtreden van de regels voor het betaald
parkeren niet langer strafrechtelijk af te doen, maar langs
fiscale weg. De gedachte was om bij het niet in acht nemen van
de regels voor het betaald parkeren (niet of niet voldoende
betalen) een schriktarief te hanteren.
De Hoge Raad bepaalde echter dat een dergelijke heffing zonder
wettelijke basis niet mogelijk is. Daarop is door de regering
een wetsvoorstel ingediend, dat na tussentijdse aanpassing
wegens mogelijke strijd met het Europees verdrag ter
bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele
vrijheden, in juni 1990 het Staatsblad heeft bereikt.
2BELANGRIJKSTE ASPECTEN
Bedoelde wet, de Wet gemeentelijke parkeerbelastingen, beoogt
de gemeenten een instrument in handen te geven voor betere
regulering van het parkeergedrag
De belangrijkste middelen daartoe zijn:
Het kunnen opleggen van een naheffingsaanslag. Hierbij
worden de niet betaalde parkeergelden alsnog ingevorderd, te
verhogen met de aan de naheffingsaanslag vert Dnden kosten,
die maximaal f 65,mogen bedragen.
Het kunnen aanbrengen van een wielklem bij niet of niet
voldoende betaling van het parkeergeld in aangewezen
gebieden, waarbij de niet betaalde parkeergelden, de kosten
van het aanbrengen van de wielklem, het wegslepen, bewaren
enz. volledig op de overtreder kunnen worden verhaald.
Het kunnen toepassen van gedifferentieerde tarieven.
Het fiscale regime is uitsluitend van toepassing op wegen,
weggedeelten en parkeerterreinen, waar parkeerapparatuur is
geplaatst (parkeermeters en -automaten)alsmede op
terreinen/straten voor het zogenaamde belanghebbendenparkeren
Dit betekent dat alle stop- en parkeerverboden buiten de wet
vallen
Fiscalisering is een concreet voorbeeld van overheveling van
lichte delicten van het strafrecht naar een ander rechtsstelsel
om daarmee een effectievere handhaving mogelijk te maken.
Fiscalisering is echter niet de enige ontwikkeling op
verkeersgebied. In juli 1989 verscheen de Wet administratief
rechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (ook wel genoemd
de Wet Mulder) in het Staatsblad. Dit nieuwe wettelijke regime
maakt de administratiefrechtelijke handhaving van eer. groot
aantal verkeersregels mogelijk. Deze wet beoogt met betrekking
tot niet ernstige verkeersovertredingen een meer efficiënte
procedure mogelijk te maken, de zogenaamde "vereenvoudigde
administratieve afdoening". Lichte verkeersovertredingen worden
niet langer als strafbaar feit beschouwd. In plaats daarvan
wordt aan een schender van de regels een administratieve
sanctie opgelegd (maximaal f 500,Onder dit nieuwe
wettelijke regime vallen vrijwel alle verkeersovertredingen die
nu voor politietransactie in aanmerking komen en waarbij geen
schade aan goederen of letsel aan personen is opgetreden. Dit
betekent dat de werkingssfeer niet beperkt is tot de bij of
krachtens de Wegenverkeerswet strafbaar gestelde gedragingen.
Ook het niet naleven van een aantal bepalingen uit
gemeentelijke verordeningen valt er onder (parkeerexcessen en
betaald parkeren)Per 1 juni 1991 is in Leeuwarden (en de
overige gemeenten in het ressort van het gerechtshof
Leeuwarden) de Wet Mulder ingevoerd.
In het kort is het derhalve de bedoeling om de administratief
rechtelijke afdoening, deels (namelijk voor zover er sprake is
van betaald parkeren) te vervangen door fiscale afdoening.
Anders dan in het huidige regime met de parkeerboetes het geval
is, vloeien de opbrengsten van de naheffingsaanslag met de
daaraan verbonden kosten in de gemeentekas. De gemeenten worden
hierdoor in staat gesteld de inkomsten aan niet betaalde
parkeergelden (die tot nu toe gederfd werden) te innen. Het
zelf opleggen respectievelijk innen van een naheffingsaanslag
enzevoort, de te volgen procedures enz. leiden daarentegen tot
extra kosten. Bedoelde regeling gaat in principe uit van een
budgettair neutraal effect. Dit is mede aanleiding geweest om
de eerder aangekondigde korting op het Gemeentefonds te laten
vervallen. In de ïbieden aangewezen voor fiscale afdoening van
betaald parkeren wordt bij overtreding niet langer een
administratieve boete opgelegd, maar een belastingaanslag
(naheffingsaanslag). Tegen zo'n belastingaanslag kan, net als
bij de andere gemeentelijke belastingen, bezwaar worden
aangetekend met de mogelijkheid van beroep bij het Gerechtshof,
eventueel gevolgd door beroep in cassatie bij de Hoge Raad.
Fiscalisering leidt dus tot andere procedures en werkwijzen.
Een ambtelijke werkgroep heeft in Leeuwarden een uitgewerkt
voorstel voor de fiscale afdoening in onze gemeente voorbereid.
In de ter inzage gelegde bijlage 1 treft u een nadere
toelichting aan.
Om zeker te stellen dat niet betaalde parkeerbelasting alsnog
wordt voldaan, is het in principe mogelijk de rood staande auto
van een wielklem te voorzien (dit moet terstond na het
aanbrengen of uitreiken van de naheffingsaanslag gebeuren)Op
die manier wordt de plicht tot betaling van de naheffings
aanslag (inclusief de kosten daarvan) als het ware benadrukt,
want pas als die is betaald (samen met de kosten van het
aanleggen en weghalen van de wielklem zelf)wordt de klem er
af gehaald. De wielklem is geen sanctiemiddel, maar een middel
tot zekerheid van de betaling van de naheffingsaanslag. Bij het
hanteren van dit instrument moet dit ook steeds (mede)
3