De gemiddelde opbrengst van een naheffingsaanslag bedraagt
f 1,50 voor niet betaald parkeergeld (berekend naar 1 uur
parkeerduut)te vermeerderen met de kosten ad f 65,is
totaal f 66,50. De extra inkomsten voor het jaar 1993 ramen wij
per saldo op f 1.150.500,waarbij reeds rekening is gehouden
met oninbare posten. Tegenover deze inkomsten staan de
meerkosten voor het uitvoeren van de nieuwe taak bij de
verschillende diensten. Op jaarbasis bedragen deze kosten rond
f 286.500,Voor 1993 verwachten wij derhalve een positief
budgettair effect van rond f 864.000,(voor een nadere
specificatie verwijzen wij naar de ter inzage gelegde bijlage
1, hoofdstuk 7)Voor alle duidelijkheid merken wij op, dat het
hier de gebieden betreft, waarvoor thans betaald- en
vergunningparkeren van toepassing is.
Wij merken verder op, dat bij het hiervoor weergegeven
resultaat voor 1993 wordt uitgegaan van de veronderstelling dat
er rond 13.000 naheffingsaanslagen worden opgelegd en
ingevorderd. De realisering hiervan hangt in belangrijke mate
af van het parkeergedrag c.q. betaalgedrag van de
automobilisten. Wij hebben hiervoor reeds aangegeven, dat naar
verwachting door de invoering van de fiscalisering het
betaalgedrag positief zal worden beïnvloed. Een beter
betaalgedrag leidt tot hogere inkomsten van parkeergelden bij
parkeerapparatuurterwijl tegelijkertijd de inkomsten uit de
naheffingen lager worden, met andere woorden de inkomsten uit
parkeergelden kunnen een flexibel beeld geven, ook wat betreft
de totaalinkomsten van het bepaald parkeren.
Het hele tariefstelsel voor het betaald parkeren heeft tot doel
de bevordering van de parkeerregulering. Dit brengt met zich
mee dat de exploitatieresultaten van jaar tot jaar kunnen
verschillen
Naar verwachting zullen door het positieve resultaat, de
verliezen die in de afgelopen jaren zijn ontstaan door
tegenvallende parkeergeldopbrengsten, in principe binnen enkele
jaren weggewerkt kunnen worden.
Voor alle duidelijkheid merken wij evenwel op, dat hierbij nog
geen rekening is gehouden met de kosten van het invoeren van
parkeerregulering in de schilgebiedenAlhoewel een raming van
de financiële consequenties hiervan pas over enkele maanden
bekend zal zijn, moet worden verwacht dat de kosten hiervan
hoger zullen zijn dan de baten. Nadat de kosten en baten van de
invoering van parkeerregulering in de schilgebieden bekend
zijn, zal duidelijk zijn of het positieve resultaat, dat
ontstaat door fiscalisering, voldoende zal zijn om zowel de
verliezen weg te werken die in de afgelopen jaren zijn
ontstaan, als de invoering van parkeerregulering in de
schilgebieden te kunnen financieren.
10
7KREDIET
In de hiervoor vermelde kosten van f 286.500,is al rekening
gehouden met de kapitaallasten van enkele voorzieningen, die
wij noodzakelijk achten om de nieuwe taak te kunnen uitvoeren.
Het gaat hierbij om de aanschaf van automatiseringsapparatuur
(handcomputers) voor de parkeercontroleurs, kosten van
opleidingen en voorlichting, aanpassing van bebording,
aanpassing programma debiteurenadministratie enz. Deze kosten
ramen wij op rond f 221.000,(respectievelijk
f 156.000,f 12.500,f 10.000,f 12.500,en
f 30.000,Voor een nadere specificatie hiervan verwijzen
wij u naar de ter inzage gelegde bijlage 1, hoofdstuk 7.
8. DATUM INWERKINGTREDING
Wij stellen voor de Verordening parkeerbelastingen in werking
te laten treden c.q. te effectueren met ingang van 1 januari
1993. Wij gaan ervan uit, dat op dat moment goedkeuring is
verkregen van de Verordening parkeerbelastingen 1993 en dat
bericht van ontvangst is binnengekomen van Gedeputeerde Staten
van Friesland met betrekking tot de Parkeerverordening 1993.
De Commissie Stadsontwikkeling, de Commissie Middelen, alsmede
de Commissie Algemene Zaken hebben u in hun, respectievelijk op
8 september, 10 september en 7 september 1992 gehouden
vergaderingen geadviseerd met het vorenstaande in te stemmen.
Zoals wij hiervoor reeds hebben aangegeven, is het voorstel
nadien nog enigszins aangepast wat betreft het vergunning-
parkeren. Aangezien geen principiële wijzigingen in het
voorstel zijn aangebracht, is niet opnieuw het advies van
genoemde commissies ingewonnen. Wel is de Commissie
Stadsontwikkeling over de wijzigingen geïnformeerd.
Samenvattend stellen wij u voor:
a. de Parkeerverordening 1993 vast te stellen;
b. de Verordening Parkeerbelastingen 1993 vast te stellen;
c. de modellen van aangiftebiljetten voor het
vergunningparkeren vast te stellen;
d. een krediet van f 221.000,beschikbaar te stellen ten
behoeve van de fiscale afdoening van betaald parkeren, een
en ander overeenkomstig bijgevoegde ontwerp-besluiten
Leeuwarden, 15 oktober 1992.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester
mr.ir. JALantermans Secretaris.
11