Preadvies omtrent de brief van de FNP-Ljouwert inzake ontwikke lingen ten aanzien van noordelijke samenwerking en de vesti gingsplaats van het Waterschap Friesland. Bijlage nr. 218. Aan de Gemeenteraad. Bij schrijven van 4 juni 1992, welke voor u bij de stukken ter inzage is gelegd, heeft de FNP-Ljouwert aandacht gevraagd voor de ontwikkelingen ten aanzien van de noordelijke samenwerking en over de vestigingsplaats van het nieuwe waterschap. Wij willen hierbij puntsgewijs het volgende opmerken. INLEVEREN ARBEIDSPLAATSEN De FNP is er niet zeker van dat Leeuwarden geen 4000 arbeids plaatsen inlevert. Wij gaan ervan uit dat binnen de samen werking tussen de drie noordelijke provincies, nu en in de toe komst, de nodige aandacht zal worden geschonken aan een even redige spreiding van de werkgelegenheid bij de overheid in het noorden. Goede afspraken daarover tussen de betrokken provin ciale besturen zijn daartoe wel noodzakelijk. VESTIGINGSPLAATS WATERSCHAP FRIESLAND Provinciale Staten hebben onlangs in meerderheid besloten om d besluitvorming over de plaats van het nieuwe waterschap Fries land over te laten aan het bestuur van het waterschap. Wij stemmen daarmee in, overigens staan wij op basis van heldere argumenten op het standpunt dat het waterschap zich in Leeuwar den dient te vestigen. TOEKOMSTIGE ONTWIKKELING SAMENWERKINGSVERBAND NOORD-NEDERLAND Het verband tussen de drie noordelijke provincies leidt, vol gens het bestuurlijk kader en beleidsprogramma, tot een goede vruchtbare samenwerking, die meerwaarde zal moeten opleveren. Het moet de basis vormen voor verdere uitbouw van de samen werking zonder dat daarmee een blauwdruk voor toekomstige ont wikkelingen wordt gegeven. Hiervoor bestaat binnen de provinci een breed draagvlak. De afzonderlijke gemeenten, waaronder Leeuwarden, zijn niet direct bij dit proces betrokken. Dit be tekent echter wel dat wij alert moeten zijn om de belangen van Leeuwarden op wat voor gebied dan ook in de gaten te houden en

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1992 | | pagina 233