Stedebouwkundig gezien bestaan er eveneens geen bezwaren
tegen het bouwplan, aangezien de uitbreiding blijft binnen
de (vrijstellings-)ruimte die het bestemmingsplan biedt
voor het realiseren van bijgebouwen.
Teneinde aan het bouwplan medewerking te kunnen verlenen,
is het noodzakelijk dat voor het bouwperceel een voorberei-
dingsbesluit wordt genomen. Hierdoor ontstaat de mogelijk
heid vrijstelling te verlenen van het geldende bestemmings
plan, mits Gedeputeerde Staten vooraf verklaard hebben
tegen het verlenen van vrijstelling geen bezwaar te hebben.
Hierna kan bouwvergunning worden verleend.
Onder mededeling, dat de Commissie voor Stadsontwikkeling u
in haar op 16 juni 1992 gehouden vergadering heeft geadvi
seerd met het vorenstaande in te stemmen, stellen wij u
voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-be-
sluit
Leeuwarden, 18 juni 1992.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mw. ir. J.A. Lantermans Secretaris.
2
Nr. 12181
AH/JG
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van
18 juni 1992 (bijlage nr. 161)
BESLUIT
I. te verklaren, dat een partiële herziening van het
bestemmingsplan "Molenpad e.o." wordt voorbereid voor
het perceel Oostergrachtswal 109 te Leeuwarden, nader
aangegeven met een zwarte stippellijn op de bij dit
besluit behorende tekening nr. llzl-72;
II. te bepalen dat genoemd voorbereidingsbesluit in wer
king treedt met ingang van de dag volgende op die van
de bekendmaking.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
1