nieuwe manier van subsidiëren volgens de principes van budget financiering. Voor de achtergronden en details van de deregulering van het subsidiebeleid welzijn wordt verwezen naar de nota deregulering zelf welke als bijlage I hierbij is gevoegd. Achtereenvolgens worden nu de verschillende beleidsveranderin gen die voortvloeien uit het gestelde in de Nota Deregulering Subsidiebeleid Welzijn besproken. II. DE SUBSIDIEVERORDENINGEN PER WERKSOORT 2.1 achtergronden In 1976 trad vooruitlopend op en voorbereidend voor de invoe ring van de Kaderwet Specifiek Welzijn - de eerste van een reeks rijksbijdrageregelingen in werking en vormde daarmee een beginpunt van de weg waarlangs het Rijk het lokale welzijnsbe leid vorm wilde geven. Het systeem van rijksbijdrageregelingen vereiste dat de gemeente een tweetal verordeningen vaststelde. Ten eerste een verordening waarin wordt vastgelegd welke proce dure wordt gevolgd bij de voorbereiding van het te voeren be leid. Deze procedure-Verordening specifiek welzijn is op 26 juni 1979 door u vastgesteld en bij raadsbesluit d.d. 12 november 1984 aangepast Ten tweede een verordening waarin werd vastgelegd aan welke voorschriften en bepalingen instellingen en activiteiten moeten voldoen om in aanmerking te komen voor subsidiëring. Daartoe stelde u bij besluit van 22 oktober 1984 de Algemene subsidie verordening vast. Deze bevat procedureregels, algemene bepalin gen en administratieve voorwaarden die in het algemeen bij sub sidiëring gelden. Naast algemene bepalingen en regels is op sommige punten ver scheidenheid en een nadere specificatie in subsidiëringsvoor- waarden noodzakelijk of gewenst. Bij besluit van 22 oktober 1984 stelde u daartoe de Subverordening specifiek welzijn in. Deze subverordening is gekoppeld aan de Algemene subsidieveror dening en vormt het raamwerk voor de werksoorten van het sociaal-cultureel werk (inclusief minderheden, emancipatie en kinderopvang). Voorts hebt u bij de besluiten van respectieve lijk 22 oktober 1984 en 3 juni 1985 de bij de Subverordening specifiek welzijn behorende uitvoeringsregelingen kinderdagver blijven en peuterspeelzalen vastgesteld. Op basis van de Subverordening specifiek welzijn is het jaar lijkse Programma Sociaal-Cultureel Werk samengesteld. In het laatste programma van 1992 is aangekondigd dat het programma met ingang van 1993 zal worden afgeschaft. Nadat de Subverordening Specifiek Welzijn was vastgesteld is op de beleidsterreinen Samenlevingszaken en Cultuur in de loop der jaren nog een aantal subverordeningen toegevoegd aan de Algemene subsidieverordening: bij raadsbesluit van 22 oktober 1984 de Subverordening cultuur, bij raadsbesluit van 1 december 1986 de Subverordening Vredesfonds, bij raadsbesluit van 23 oktober 1984 de Subverordening met betrekking tot de Stichting van Clubhuizen, en bij raadsbesluit van 11 juli 1988 de Subver ordening ontwikkelingssamenwerking De in de inleiding genoemde conclusie van de nota deregulering dat het Programma Sociaal-Cultureel Werk moet worden vervangen door subsidieverordeningen per werksoort, maakt het noodzake lijk dat een aantal bestaande subverordeningen en de daarbij behorende uitvoeringsregelingen wordt ingetrokken. De nieuwe subsidieverordeningen per werksoort komen in de plaats van de Procedure- en Subverordening specifiek welzijn en de daarbij behorende uitvoeringsregelingen met betrekking tot peuterspeelzaalwerk en kinderdagverblijven en van de Subveror deningen cultuur, vredesfonds en ontwikkelingssamenwerking Wij stellen u daarom voor de volgende subverordeningen en uit voeringsregelingen in te trekken: de Procedureverordening specifiek welzijn, de Subverordening specifiek welzijn met de daarbij behorende uitvoeringsregelingen met betrekking tot peu terspeelzaalwerk en kinderdagverblijven alsmede de Subverorde ningen cultuur, vredesfonds en ontwikkelingssamenwerking. 2.2 De nieuwe verordeningen De keuze het Programma Sociaal-Cultureel Werk te vervangen door aparte verordeningen per werksoort is ingegeven door de verwachting dat wij hierdoor flexibeler op subsidieverzoeken kunnen inspelen en dat we meer recht kunnen doen aan het eigen karakter van iedere werksoort. De werksoorten uit het Programma Sociaal-Cultureel Werk waar voor een subsidieverordening is gemaakt zijn: emancipatie-activiteiten; buurt- en wijkwerk; vrijwilligers jeugdwerk; peuterspeelzaalwerk; amateuristische kunstbeoefening; etnische groepen; projecten etnische groepen; Deze zullen hieronder behandeld worden. Voor de werksoorten vormings- en ontwikkelingswerk voor volwas senen, ondersteunende instelling op het terrein van het opbouw werk en het culturele werk (bedoeld wordt de Stichting Welzijn Leeuwarden) het stedelijk jongeren werk, kinderopvang en de kunstzinnige vorming die ook in het Programma Sociaal-Cultureel Werk zijn opgenomen, is gekozen voor de vorm om met één grote instelling een subsidiecontract af te sluiten. Het betreft hier achtereenvolgens het Baken, de Stichting Wel zijn Leeuwarden, de Stichting Jongerenwerk Leeuwarden, de Stichting Kinderopvang Leeuwarden en de Stichting De Blauwe Stoep 3

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1992 | | pagina 305