In paragraaf 4 van dit voorstel gaan we nader in op de gang van
zaken met betrekking tot het sluiten van budgetsubsidiecontrac-
ten.
Voorts is een aantal verordeningen gemaakt voor de overige
werksoorten op het terrein van welzijn en cultuur, voor zover
er voor die werksoort geen subsidiecontract met één grote in
stelling kon worden afgesloten.
Ten dele gaat het hier om reeds door u goedgekeurde maar in het
kader van de deregulering aangepaste Subsidieverordeningen zo
als:
- woontuisenvoorzieningen voor ouderen;
- Experimentenfonds ouderenbeleid;
- Fonds studentenvoorzieningen.
Ten dele gaat het om nieuwe verordeningen waarbij de werksoort
ofwel in de begroting is ondergebracht door middel van een
stelpost: belangenbehartigende instellingen, patiëntenvereni
gingen en zelfhulpgroepen op het terrein van volksgezondheid en
maatschappelijke dienstverlening alsmede de ouderenbonden, of
wel is ondergebracht door middel van een fonds. Dit laatste is
het geval met het Fonds podiumkunsten, het Fonds beeldende
kunst(activiteiten) en het Fonds culturele doeleinden.
Voor de werksoorten vredesbeleid en ontwikkelingssamenwerking
zijn op de begroting fondsen opgenomen en subsidies worden toe
gekend op basis van de hierbovengenoemde Subverordeningen vre
desbeleid en ontwikkelingssamenwerking.
Door voor zoveel mogelijk werksoorten op het terrein van wel
zijn een subsidieverordening te ontwerpen dan wel een subsidie
contract met een grote instelling af te sluiten hebben wij er
naar gestreefd een zoveel mogelijk gestructureerd, helder en
eenduidig subsidiebeleid te ontwikkelen. Alle verordeningen
zijn zoveel mogelijk gelijk geformuleerd qua tekst en indeling
van de artikelen.
Voor zover er in de nieuwe verordeningen sprake is van nieuwe
en/of andere criteria voor subsidietoekenningen is er op ambte
lijk niveau overleg gevoerd met de betrokken instellingen.
Overleg met betrokken instellingen heeft plaatsgehad naar aan
leiding van de subsidieverordeningen podiumkunsten, film en
letteren, amateuristische kunstbeoefening, emancipatie, belan
genbehartiging en patiëntenbeleidouderenbonden en het buurt
en wijkwerk.
De verslagen ter zake zijn voor u ter inzage gelegd.
Hieronder wordt kort ingegaan op iedere verordening. Aangegeven
wordt of en in hoeverre er sprake is van beleidswijzigingen met
betrekking tot de werksoort. Voor gedetailleerde informatie
verwijzen wij naar de verordeningen zelf die als bijlage II a
t/m q hierbij zijn gevoegd.
a. Subsidieverordening woontussenvoorzienineen voor ouderen
Deze verordening is reeds door uw Raad vastgesteld in de verga
dering van 13 januari 1992. Inhoudelijk is er aan deze
4
verordening niets gewijzigd. De aanpassingen zijn tekstueel van
aard en houden verband met ons streven naar zoveel mogelijk
eenduidigheid in verordeningen en met de wijziging van de
Algemene subsidieverordening.
Voor een verdere inhoudelijke toelichting bij deze verordening
wordt verwezen naar het desbetreffende voorstel bij het raads
besluit nr. 7 (bijlage nr. 8). Deze ligt voor u ter inzage.
b. Subsidieverordening experimentenfonds ouderenbeleid
Deze verordening is eveneens door uw Raad vastgesteld in de
vergadering van 13 januari 1992. Inhoudelijk is er aan deze
verordening niets gewijzigd met dien verstande dat artikel 4
lid 4 is toegevoegd. Dit artikel luidt als volgt: "de betrokken
raadsadviescommissie wordt jaarlijks over het gevoerde beleid
gerapporteerd". Verder zijn de veranderingen tekstueel van aard
en staan in verband met ons streven naar eenduidigheid van
verordeningen en met de wijziging van de Algemene subsidie
verordening.
Voor een verdere inhoudelijke toelichting bij deze verordening
wordt verwezen naar het desbetreffende voorstel bij het raads
besluit nr. 8 (bijlage nr. 9). Deze ligt voor u ter inzage.
c. Vredesactiviteiten
Deze verordening is ten dele gebaseerd op de huidige subveror
dening vredesfonds welke 1 december 1986 is vastgesteld.
De wijzigingen zijn als volgt:
- In plaats van de raadsadviescommissie per ingediend sub
sidieverzoek om advies te vragen wordt de raadsadviescom
missie, conform de voorstellen deregulering uit de nota
deregulering, jaarlijks over het gevoerde beleid gerappor
teerd (artikel 4, lid 3);
- de indieningstermijn is veranderd van 1 september in
uiterlijk twee maanden voor de aanvang van de activiteit.
Hierdoor kunnen zowel de gemeente als de instellingen hun
programma flexibeler inspelen op de actualiteit;
- het vereiste van een redelijke eigen bijdrage in de kosten
van de activiteit door de instelling zelf is niet langer
opgenomen, omdat dit niet past bij de aard van de activi
teiten.
d. Ontwikkelingssamenwerking
Deze verordening is ten dele gebaseerd op de huidige Sub
verordening ontwikkelingssamenwerking welke 11 juni 1988 is
vastgesteld
De wijzigingen zijn als volgt:
- in plaats van de raadsadviescommissie per ingediend
subsidieverzoek om advies te vragen wordt de raadsadvies
commissie, conform de voorstellen deregulering uit de Nota
Deregulering, jaarlijks over het gevoerde beleid gerappor
teerd (artikel 4, lid 4);