2. Burgemeester en Wethouders verstrekken de identiteits
kaart binnen twee weken, na de dag waarop de aanvraag
overeenkomstig de voorschriften is ingediend. Burgemees
ter en Wethouders kunnen de verstrekking met ten hoogst
twee weken verdagen.
3. De identiteitskaart wordt aan de aanvrager persoonlijk
of aan een door de aanvrager schriftelijk gemachtigde
uitgereikt. De gemachtigde moet zich op verzoek kunnen
legitimeren.
Artikel 3
1. De identiteitskaart heeft een geldigheidsduur van vijf
jaren.
2. De identiteitskaart blijft na uitreiking gemeente-eigen
dom.
Artikel 4
De Algemene termijnenwet is van toepassing op de in de
verordening genoemde termijnen.
HOOFDSTUK 2
DE IDENTITEITSKAART
Artikel 5
De identiteitskaart is het document zoals dat door de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten is vastgesteld en
bekendgemaakt
Artikel 6
1. De identiteitskaart vermeldt de volgende gegevens van c
houder
a. de geslachtsnaam;
b. de voornamen;
c. de geboortedatum;
d. de gemeente van geboorte;
e. het geslacht;
f. de Nederlandse nationaliteit;
g. het adres;
h. de woonplaats;
i. de lengte.
2. De identiteitskaart vermeldt voorts:
a. de afgevende autoriteit;
b. het tijdvak waarvoor het document geldig is;
c. het documentnummer;
d. het persoonsnummer;
e. het druknummer.
3. De identiteitskaart bevat tevens een rubriek: aanteke
ningen afgevende autoriteit.
4. De in het eerste lid onder a genoemde geslachtsnaam om
vat tevens de voorvoegsels en adellijke titels.
5. De in het eerste lid, onder b, genoemde voornamen worden
voluit geschreven en omvatten tevens de adellijke predi
katen.
Voornamen die door de beperkte ruimte niet voluit zijn
te vermelden worden met de voorletter vermeld.
6. Aan de in het eerste lid, onder f, genoemde vermelding
wordt, in het geval de identiteitskaart aan een persoon
als bedoeld in de Wet betreffende de positie van Moluk-
kers wordt verstrekt, toegevoegd: In de rubriek "aan
tekeningen afgevende autoriteit", wordt in dit geval
vermeld: *S.76.468.
7. De in het eerste lid, onder g en h, genoemde gegevens,
zijn het adres en de woonplaats op het moment waarop de
identiteitskaart wordt verstrekt.
8. De identiteitskaart is voorzien van een zwart-wit pas
foto van 3 bij 4 cm van de houder en van de handtekening
van de houder.
Artikel 7
1. Op verzoek van de aanvrager vermeldt de identiteitskaart
tevens de geslachtsnaam van de echtgenoot of echtgenote
dan wel van de laatste gewezen echtgenoot of echtgenote.
2. De in het eerste lid bedoelde geslachtsnaam omvat tevens
de voorvoegsels en adellijke titels.
Artikel 8
De aanvrager die door middel van schriftelijke bewijs
stukken aantoont dat hij schrijft, handelt of bekend staat
onder een andere naam, kan verzoeken dat deze andere naam
tevens op de identiteitskaart wordt vermeld.
HOOFDSTUK. 3
DE AANVR\AGHET BUITEN BEHANDELING LATEN, DE WEIGERING
Artikel 9
1. Burgemeester en Wethouders stellen een formulier vast
voor het aanvragen van de identiteitskaart en het vast
stellen van de identiteit van de aanvrager. Met het for
mulier dienen twee dezelfde, recente en goed gelijkende
zwart-wit pasfoto's van de aanvrager te worden in
geleverd
2. Het formulier biedt ten minste ruimte voor de dag
tekening, de ondertekening door de aanvrager, de af
doeningshandelingen en de datum van verstrekking en uit
reiking, het invullen van de in artikel 6, eerste lid,
en artikel 7, eerste lid, genoemde gegevens en voor het
aanhechten van één van de pasfoto's van de aanvrager.
3. De pasfoto's zijn schuin van voren genomen, zodanig dat
de afbeelding voor ongeveer 3/4 gedeelte de ene en voor
ongeveer 1/4 gedeelte de andere gelaatshelft weergeeft.
De grootte van de foto dient 3 bij 4 cm te zijn. De
breedte van het hoofd dient ongeveer 2 cm van de af
beelding in beslag te nemen. Beide ogen dienen zichtbaar
te zijn, eventueel achter een bril met doorschijnende
3