HANDHAVEN 1-2-4-8 SUBSIDIEVERDEELSYSTEEM
Naar aanleiding van het advies van de Commissie Onderwijs en
Samenlevingszaken hebben wij op 2 9 september besloten met de
opstelling van een nieuwe Subsidieverordening buurt- en
wijkwerk, vooralsnog uit te blijven gaan van het zogenaamde
1-2-4-8 systeem.
Tevens hebben wij besloten de taakstelling in het kader van de
Herwaardering 1991-1995 ad f 25.000,met ingang van 1993
vermeerderd met f 25.000,met ingang van 1994 in mindering te
brengen op het totale budget zodat deze bezuiniging naar
evenredigheid ten laste van alle buurt- en wijkorganisaties
wordt gebracht (in de lijn van ons eerder genomen besluit ter
zake)
Wel zijn wij van mening dat de nieuwe Sociaal-Economische score
zou moeten worden toegepast. Het kan immers niet zo zijn dat
een wijk die thans een mindere achterstand kent naar verhouding
méér subsidie ontvangt dan een wijk die in een grotere
achterstand is komen te verkeren.
Wij zijn van mening dat wij met ons besluit van 29 september
voor een groot deel tegemoet zijn gekomen aan de mening van de
meerderheid van de commissie. Immers door handhaving van het
1-2-4-8 systeem vinden minder grote verschuivingen plaats
tussen de wijken, dan de indeling in drie categorieën (zoals
met het 1-3-6 systeem)
Handhaving van de oude SE-score achten wij echter
onaanvaardbaar omdat het onzes inziens in strijd is met het
gemeentelijk beleid zoals onder andere vastgelegd in het
collegeprogram.
Omtrent het gevraagde overleg met de buurt- en wijk
organisaties merken wij nog het volgende op.
Uiteraard zijn wij te allen tijde bereid met het werkveld in
overleg te treden. ..j.j zijn echter van mening dat wij met de
evaluatie van het vigerende verdeelsysteem de betrokkenen alle
gelegenheid hebben gegeven (door middel van de enquête en de
interviews) hun mening aan ons kenbaar te maken. Echter er zal
nimmer een systeem ontworpen kunnen worden waar alle buurt- en
wijkorganisaties mee kunnen instemmen.
De uitvoering van de besloten taakstelling en de verschuiving
in de mate van achterstand zal namelijk met zich meebrengen dat
het subsidie ten behoeve van een aantal organisaties drastisch
zal verlagen hetgeen bij die wijken de hang naar een status quo
zal doen toenemen.
Met ons bovengenoemd besluit hebben wij echter de meerderheid
van de Commissie Onderwijs en Samenlevingszaken in haar
vergadering van 12 oktober 1992 niet kunnen overtuigen. Deze
meerderheid heeft ons wederom geadviseerd in 1993 het
1-2-4-8 systeem te handhaven met toepassing van de oude
SE-score en in overleg met de buurt- en wijkorganisaties een
nieuw subsidieverdeelsysteem te ontwerpen met inachtneming van
de door de commissie gedane suggesties ter zake.
4
Zoals hiervoor reeds aangegeven achten wij handhaving van de
oude SE-score niet aanvaardbaar en een nieuw overleg ter zake
met de buurt- en wijkorganisaties weinig zinvol.
Om die reden leggen wij u thans de concept-Verordening buurt
en wijkwerk voor, waarin wij voor de verdeling van het subsidie
uitgaan van het zogenaamde 1-2-4-8 systeem met toepassing van
de nieuwe SE-3Core.
Voorts is met deze concept-verordening nog een aantal
wijzigingen ten opzichte van de oude regeling toegepast in
verband met de deregulering van het subsidiebeleid Welzijn.
DE SUBSIDIEVERORDENING BUURT- EN WIJKWERK IN HET VERLENGDE VAN
DE DEREGULERING SUBSIDIEBELEID
Buurt- en wijkwerk wordt thans nog gesubsidiëerd op grond van
de Subverordening specifiek welzijn paragraaf 6 en is opgenomen
in het jaarlijkse Programma Sociaal-Cultureel Werk.
Voor het buurt- en wijkwerk was in 1992 een budget beschikbaar
van f 890.207,
De door u besloten herwaardering op het organisatie- en
activiteitensubsidie ten behoeve van het buurt- en wijkwerk van
f 25.000,in 1993 en f 25.000,in 1994 maakt het
noodzakelijk dat er kritisch naar de huidige subsidie-criteria
wordt gekeken.
Volgens het jaarlijkse Programma Sociaal-Cultureel Werk kunnen
buurt- en wijkorganisaties in aanmerking komen voor de volgende
subsidies
- huisvestingskosten (huur- of kapitaallasten, energie
kosten, bepaalde verzekeringen, klein onderhoud)
- afkoopsom voor activiteiten- en organisatiekosten
verstrekt op basis van het 1-2-4-8 systeem;
- een eenmalig bedrag voor speel-o-theel activiteiten,
indien deze georganiseerd worden;
een geoormerkt bedrag bestemd voor activiteiten voor
ouderen;
- daarnaast bestaat voor organisaties de mogelijkheid
eenmalige subsidies te verkrijgen voor projecten gericht
op de aanpak van problemen van doelgroepen die in het
gemeentelijk beleid prioriteit hebben gekregen;
ook kunnen buurtorganisaties in aanmerking komen voor
subsidie voor activiteiten op het gebied van emancipatie
en vormings- en ontwikkelingswerk voor volwassenen;
Voorts is in het jaarlijkse Programma Sociaal-Cultureel Werk in
de paragraaf buurtactiviteiten een apart onderdeel "specifieke
activiteiten op buurtniveau" opgenomen.
Bovenstaande inventarisatie maakt de indruk van een nogal
complex en ondoorzichtig geheel, waarbij de buurtorganisaties
via diverse "potjes" en regelingen subsidies kunnen krijgen.
Voor de organisaties is er weinig vrijheid bij het besteden van
de gelden omdat de meeste subsidies geoormerkt zijn voor een
bepaalde doelgroep of doel. Voor ons bestaat er te weinig
5