inzicht of de subsidies effectief besteed worden en ook ten
goede komen aan de door ons beoogde doelgroepen.
In verband met besluiten in het kader van de deregulering
subsidiebeleid Welzijn, de evaluatie van het 1-2-4-8 systeem
voor organisatie- en activiteitensubsidie alsmede in verband
met de besloten herwaardering willen wij een aantal wijzigingen
in het subsidiebeleid voor buurt- en wijkorganisaties
voorstellen dat ertoe leidt dat de organisaties meer vrijheid
krijgen bij het besteden van de middelen. Wij zullen zoveel
mogelijk afkoopsommen verstrekken terwijl de organisatie ook de
mogelijkheid krijgt gelden die als gevolg van goed financieel
beheer zijn overgehouden, onder bepaalde voorwaarden, te
sparen
Wij willen in plaats van geoormerkte gelden voor doelgroepen,
aangeven voor welke doelgroepen de buurtorganisaties
activiteiten moeten organiseren en wij zullen ons bij de
controle vooral richten op de kwaliteit en de effectiviteit van
de uitgevoerde activiteiten. Al naar gelang de aard en
samenstelling van een doelgroep per buurt kan verschillen kan
ook de aard van de activiteit verschillen. Het past naar onze
mening niet langer bij de geformuleerde principes van
deregulering om iedere buurt eenzelfde geoormerkt bedrag voor
een bepaalde doelgroep te verstrekken. Uiteraard is het wel van
belang dat een buurtorganisatie een zo gevariëerd mogelijk
pakket activiteiten aanbiedtDaarom wordt in de verordening
aangegeven voor welke doelgroepen de buurtorganisatie in ieder
geval activiteiten dient te organiseren.
Onderstaande voorstellen zijn neergelegd in de nieuwe
verordening buurt- en wijkwerk:
Het subsidie ten behoeve van huisvesting blijft onveranderd.
Met betrekkina tot de subsidiëring in activiteiten- en
organisatiekosten via het 1-2-4-8 subsidieverdeelsysteem
verwijzen wij u naar het hiervoor gestelde.
In de verordening is voorts opgenomen dat de buurt
organisaties aannemelijk moeten kunnen maken dat zij een
activiteitenaanbod organiseren dat aansluit bij de behoeften
van de buurtbevolkingIn ieder geval dient een deel van het
activiteitenaanbod gericht te zijn op ouderen en op kinderen
omdat deze groepen het meest wijkgebonden zijn.
Het geoormerkte subsidie voor speel-o-theek activiteiten
verdwijnt en wordt overgeheveld naar de middelen voor
subsidiëring ten behoeve van het organisatie- en
activiteitenbudgetIn de verordening is opgenomen dat een
deel van de activiteiten gericht moet zijn op kinderen.
Hieronder vallen ook speel-o-theek activiteiten, indien de
buurtorganisatie een speel-o-theek heeft.
Het subsidie aan de werkgroep speel-o-theken zal worden
beëindigd aangezien deze groep reeds geruime tijd een
slapend bestaan leidt.
De middelen zullen worden toegevoegd aan het onderdeel
organisatie- en activiteitensubsidies.
6
Het geoormerkt bedrag voor ouderen verdwijnt en de middelen
worden overgeheveld naar de middelen voor subsidiëring van
activiteiten- en organisatiekosten. In de verordening is
opgenomen dat een deel van de activiteiten gericht moet zijn
op oudere bewoners.
De mogelijkheid eenmalige subsidies aan te vragen ten
behoeve van doelgroepen die in het gemeentelijk beleid
prioriteit hebb.en gekregen vervalt, aangezien
buurtorganisaties gelet op het gestelde in de Nota
Deregulering, niet langer op titel van meerdere subsidie
verordeningen subsidie aan kunnen vragen.
Buurtorganisaties kunnen niet langer in aanmerking komen
voor subsidiëring van emancipatie-activiteiten op grond van
de verordening emancipatie-activiteiten. Zoals met de
verordening emancipatie-activiteiten is vastgesteld, wordt
het bedrag wat in dit kader voor buurtorganisaties was
bestemd overgeheveld naar de Stichting Welzijn Leeuwarden.
In het subsidiecontract dat met de SWL wordt afgesloten
wordt opgenomen dat de SWL emancipatie-activiteiten voor
buurtorganisaties moet gaan aanbieden. Door middel van een
"strippenkaartsysteem" krijgen buurtorganisaties de
mogelijkheid kosteloos een bepaald aanbod aan emancipatie
activiteiten af te nemen bij de Stichting Welzijn
Leeuwarden
Ditzelfde zal ook worden ingevoerd bij activiteiten op het
terrein van vormings- en ontwikkelingswerk voor volwassenen
VOV)Voor deze werksoort is per 1-1-1993 geen verordening
van kracht omdat wij conform het gestelde in de Nota
Deregulering ernaar streven het monopoly voor deze werksoort
zoveel mogelijk bij Het Baken te laten. Ook met Het Baken
zal een subsidiecontract worden afgesloten. In dit
subsidiecontract zal het aanbieden van VOV-a~tiviteiten aan
buurt- en wijkorganisaties worden opgenomen.
Buurtorganisaties in de categorieën 4 en 8 kunnen dan
volgens een strippenkaartsysteem kosteloos VOV-activiteiten
betrekken bij Het Baken.
Indien men méér activiteiten wil afnemen dan volgens de
strippenkaart mogelijk is, óf indien buurtorganisaties in de
categorieën 1 en 2 dergelijke activiteiten willen gaan
uitvoeren, kunnen deze bij Het Baken tegen kostprijs worden
afgenomen
In het Programma Sociaal-Cultureel Werk valt onder de noemer
specifieke activiteiten op buurtniveau een aantal
activiteiten die niet in de onderhavige verordening kunnen
worden opgenomen.
- Twee van deze activiteiten, te weten:
- samenwerkingsverband onderwijsvoorrangsbeleid;
- project Nota Bene;
kunnen worden opgenomen in het subsidiecontract met de
Stichting Welzijn Leeuwarden.
- In 1992 wordt het onder de noemer van "specifieke
activiteiten" toegekende subsidie aan het Onderling
7