Artikel 4 1) Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd tot het
nemen van besluiten omtrent het subsidiëren van
buurtactiviteiten en huisvestingskosten binnen het
door de Raad beschikbaar gestelde budget voor deze verorde
ning
2) Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd om, indien zij dat
nodig achten, af te wijken van één of meer bepalingen in
deze verordening.
3) Jaarlijks wordt de betrokken raadsadviescommissie over het
gevoerde beleid gerapporteerd.
2Subsidiëringsmethode
Artikel 5 Het subsidie bestaat uit:
1) huisvestingskosten te weten:
a) de door het bevoegd gezag geaccepteerde huurlasten c.q kapitaallasten
van de in gebruik zijnde buurt- of dorpsaccommodatie met dien
verstande dat:
de kapitaallasten geen betrekking mogen hebben op de inventaris;
voor uitbreidingen c.q. verbouwingen van de accommodatie
toestemming moet worden verkregen van het bevoegd gezag;
b) de door het bevoegd gezag geaccepteerde kosten van verzekeringen en
belastingen die op de buurt- of dorpsaccommodatie drukken: te weten
brand- en opstalverzekering, storm/glas en brandverzekering en onroerend-
goedbelasting;
c) 75% van de door het bevoegd gezag geaccepteerde kosten van energie
zijnde gas en elektra en water;
d) een vast bedrag, genormeerd op basis van de grootte van de
accommodatie, ten behoeve van de overige huisvestingskosten, waar
onder de kosten van klein onderhoud en schoonmaak van de accommodatie
met dien verstande dat:
de normering van deze afkoopsom gebaseerd is op het aantal m2 van
de accommodatie conform het gestelde in bijlage A van deze
verordening
2) activiteiten en organisatiekosten te weten:
a) het maximale jaarlijkse subsidie ten behoeve van de sociaal-culturele
activiteiten en organisatiekosten wordt bepaald op basis van het 1-2-
4-8 subsidieverdeelsysteem waarbij de buurt- en dorpsorganisaties zijn
ingedeeld in categorie 1-2-4 of 8 en op basis van die indeling in
aanmerking komen voor een subsidiebedrag per bewoner van de wijk of
het dorp zoals aangegeven in bijlage B van deze verordening;
b) tevens is bepaald dat de buurt- of dorpsorganisatie jaarlijks een
activiteitenplan met begroting moet indienen;
2
c) het subsidie nimmer meer bedraagt dan hetgeen aan de organisatie op
grond van het gestelde in lid 1 van dit artikel maximaal beschikbaar
kan worden gesteld.
3. Subsidie-aanvraag
3.1 Waar en wanneer indienen
Artikel 6 1) De aanvraag moet worden ingediend voor 1 oktober
voorafgaand aan het jaar waarover de subsidie wordt
gevraagd.
2) Voorts kan in bijzondere gevallen door het College van
Burgemeester en Wethouders worden afgeweken van de
bepaling in artikel 6, lid 1.
Voor subsidie komen in aanmerking sociaal-culturele
activiteiten die volgens het College van Burgemeester en
Wethouders voldoen aan alle vereiste criteria.
De vereiste criteria met betrekking tot subsidiëring van activiteiten zijn:
1) de accommodatie, waarover de buurtorganisatie beschikt, dient bij
voorrang gebruikt te worden ten behoeve van sociaal-culturele
activiteiten voor de eigen buurt/wijk;
2) de buurtorganisatie dient aannemelijk te maken dat het aanbod van
buurtactiviteiten aansluit bij de behoefte van de bewoners van de
buurt; In ieder geval dient een deel van het activiteiten-aanbod
gericht te zijn op ouderen en op kinderen (waaronder ook speel-o-theek-
activiteiten vallen)
De vereiste criteria met betrekking tot subsidiëring van in de in artikel
5, lid 1 genoemde huisvestingslasten zijn:
Artikel 7
1) de accommodatie dient onder bepaalde voorwaarden beschikbaar te zijn
voor overige op de buurt gerichte activiteiten die door bewoners
organisaties, instellingen en/of gemeente georganiseerd kunnen worden;
2) de accommodatie dient goed beheerd en onderhouden te worden.
4. Subsidietoekenning
4.1 De toekenning
Artikel 8 1) Het College van Burgemeester en Wethouders besluit éénmaal
per jaar over de toekenning van subsidies.
2) Van de bepaling in artikel 8 lid 1 kan voorts in
bijzondere gevallen door het College van Burgemeester en
Wethouders worden afgeweken. De aanvrager wordt hiervan
onder opgaaf van redenen schriftelijk in kennis gesteld.
3) Toekenning van subsidies kan alleen plaatsvinden binnen
het door de Raad beschikbaar gestelde budget ten behoeve
van deze verordening.
3