12
9. SPORTHAL/IJSHAL
De sporthal en de ijshal behoren niet tot de te verzelfstandigen onderdelen
van de Frieslandhal. Binnen de planvorming wordt de sporthal gevoegd bij
de vernieuwde veemarkt, ter compensatie van de kleinveehal die moet
worden geamoveerd in verband met de realisatie van het kantoorgebouw
voor de Landbouworganisaties en het Agroplein. De start van de bouw van
het kantoor van de landbouworganisaties is gepland in mei 1993. Op dat
tijdstip zal derhalve de kleinveehal geamoveerd moeten worden en zal als
consequentie daarvan de sporthal moeten worden ingericht tot veehal.
Als gevolg hiervan zal er op korte en langere termijn een aantal problemen
ontstaan voor de huidige gebruikers van de sporthal.
Ter vervanging van de ruim 1.500 uur sportgebruik (1 sporthal maximaal
1.000 uur) zijn wij in overleg getreden met respektievelijk het Triascollege
en de C.V.V. Blauw Wit'34 om te bekijken in hoeverre er op basis van een
meer of minder intensieve vorm van samenwerking vervangende accommo
datie te realiseren is.
Uic de eerste contacten is in ieder geval reeds af te leiden, dat de bouw
van een volledige sporthal door het Triascollege, waarbij de gemeente
garant staat voor de afname en derhalve de betaling voor al het avond-
gebruik en het weekendgebruik (een constructie die vergelijkbaar is met
sporthal Aldlan-S.S.G.) haalbaar is, indien naast de strukturele gemeen
telijke bijdrage van f 200.000,— per jaar een eenmalige bijdrage van
f 300.000,— wordt verstrekt voor de onrendabele top.
Voor eerstgenoemd bedrag is binnen de begroting van de Dienst Welzijn (na
herwaardering 1992-1996) dekking aanwezig. Voor de eenmalige dekking
van het bedrag van f 300.000,— verwijzen wij u naar he" vervolg van deze
paragraaf.
Met betrekking tot de realisatie van een tweede vervangende voorziening
zijn wij in contract getreden met de voetbalvereniging Blauw Wit.
Aangegeven is, dat er op basis van een gelijksoortige constructie als bij de
realisatie van de korfbalhal door de K.V. Leeuwarden onderzocht zou
kunnen worden in hoeverre de bouw van een sporthal (zaalvoetbalhal) door
deze vereniging haalbrcr is.
De gemeentelijke deelname kan zich in dat geval beperken tot een een
malige bijdrage van rond f 170.000,—', het om niet beschikbaar stellen van
de benodigde grond, alsmede de bouw van de was- en kleedvoorzieningen
(voor zowel veld- als zaalsportgebruik). Met de bouw van laatstgenoemde
voorzieningen is in het beleidsplan 1992-1996 met ingang van 1995 reeds
rekening gehouden. De noodzaak om deze accommodatie in een eerder
stadium te realiseren (1993) brengt derhalve eenmalige voorfinancierings
kosten met zich mee van totaal f 150.000,—. Voor dit bedrag is binnen de
begroting van de Dienst Welzijn geen dekking aanwezig.
Concluderend kan derhalve worden gesteld, dat uitvoering van de verzelf
standiging van de Frieslandhal totaal f 450.000,— (f 300.000,—
f 150.000,—) aan eenmalige extra kosten met zich meebrengt.
Hier tegenover staat dat - vanaf het moment van beëindiging van het
sportgebruik (mei 1993) tot het moment van start gebruik vervangende
voorziening (november/december 1993) - er voor de sektor Sport van de
Dienst Welzijn middelen vrijkomen, doordat er geen betalingen aan de
Frieslandhal behoeven te worden gedaan. Deze vrijvallende middelen
zullen deels kunnen worden aangewend voor de eenmalige dekking van
genoemd bedrag van f 450.000,— en deels voor de te creëren interim
oplossingen in de periode mei 1993 en opening vervangende accommodatie.
Voor het alsdan nog eenmalig te dekken bedrag zal dekking worden
gezocht ten laste van de door de verzelfstandiging van de Frieslandhal
vrijvallende middelen.
De ijshal maakt eveneens geen onderdeel uit van de planvorming. De ijshal
in de huidige vorm kan stedebouwkundig gezien echter in de planvorming
worden ingepast. Wij hebben besloten in ieder geval gedurende de komende
twee winterseizoenen de exploitatie van de ijshal te continueren onder
dezelfde condities als de huidige. De mogelijkheden van privatisering van
de ijshal worden op dit moment onderzocht.
10. PERSONEEL
In het ondernemingsplan staan de uitgangspunten vermeld voor de inpassing
van het personeel. Met de vakbonden is inmiddels informeel overlegd over
het sociaal statuut. Binnenkort zal het statuut in het Georganiseerd
Overleg aan de orde komen. Aan de opstelling van een CAO wordt in
middels gewerkt. Na afronding daarvan zullen wij een Sociaal Plan op
stellen.
Onder vermelding dat de commissies Middelen, Stadsontwikkeling, Econo
mische Sociale Zaken en Frieslandhal in hun vergadeiing van 24 novem
ber 1992 en de commissie Sport en Recreatie in haar vergadering van 18
november 1992 hebben ingestemd met dit voorstel, stellen wij u voor te
besluiten conform de ontwerp-besluiten.
Leeuwarden, 26 november 1992
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mw. ir. J.A. Lantermans Secretaris.
13