Mede om nogmaals te zien of de zomermaanden nog hetzelfde
gunstige beeld te zien gaven werd door u besloten het
experiment met één jaar te verlengen.
Thans kunnen wij het tweede advies d.d. 15 april 1992 van
de Begeleidingsgroep aan u voorleggen. In deze rapportage
merkt de groep op dat de over 1990 geconstateerde scherpe
daling van klachten zich in 1991 op hetzelfde niveau heeft
gestabiliseerd. Dit blijkt uit de klachtenregistratie van
de gemeentepolitie.
Het accent lag vooral op klachten met betrekking tot ge
luidsoverlast. Dit wordt in hoofdzaak veroorzaakt door de
exploitatie 's avonds en 's nachts van deze terrassen in de
zomermaanden
Er is thans een plan van aanpak ontwikkeld, waardoor het
mogelijk is effectief op te treden tegen genoemde overlast.
Wij verwijzen u verder naar genoemde rapportage van de
Begeleidingsgroep, die voor u ter inzage is gelegd.
Mede op deze gronden kan op basis van de klachtenregistra
tie de conclusie worden getrokken dat het experiment als
geslaagd kan worden beschouwd.
Uit de onder de horeca-ondernemers in september/oktober
1990 en nu ook in februari 1992 gehouden enquêtes blijkt
dat het overgrote deel voor handhaving van vrije sluitings
tijden is.
Uit de laatstgehouden enquête onder de bewoners van de
binnenstad en het stationsgebied blijkt dat 73 Z van de
respondenten voorstander is van het vrije sluitingsuur.
Daartegenover staat dat 20Z negatief reageerde.
Uit de enquête, die in 1990 werd gehouden bleek dat 53Z van
de respondenten toen voorstander was van het vrije slui
tingsuur, terwijl er 35Z tegenstanders waren.
Het is thans duidelijk dat het overgrote deel van de bewo
ners van de binnenstad en het stationsgebied voorstander is
van het vrije sluitingsuur voor de horeca in het gebied dat
thans bekend staat als het zgn. 3-uursgebied"
Gelet op de uitslagen van genoemde enquêtes stelt de Bege
leidingsgroep proefneming vrije sluitingstijden voor om
voor het laatstgenoemd gebied het vrije sluitingsuur voor
horeca-inrichtingen in het thans nog als "3-uursgebied"
bekend staande gebied van de binnenstad in te voeren.
Wij kunnen hiermee instemmen.
Vrijstelling van het sluitingsuur kan echter niet altijd
zonder meer gelden voor hinderwetplichtige horeca-inrich
tingen. Uit jurisprudentie blijkt dat het sluitingstijdstip
van deze inrichtingen met het oog op publiekshinderinge
volge de Hinderwet op zijn eigen merites (van milieu-
hygiënische aard in de zin van de hedendaagse milieuwetge
ving) dient te worden beoordeeld.
2
Mocht u besluiten tot de invoering van het vrije sluitings
uur dan zullen wij dit besluit via onze advertentierubriek
"Aan de Grote Klok" in "Huis aan Huis" nader uitleggen.
Daarnaast hebben wij ons voorgenomen de geënquêteerde
bewoners van de binnenstad per brief op de hoogte te stel
len van de door u genomen beslissing.
De Begeleidingsgroep stelt tevens voor om eveneens een
proef te houden in het thans als het 2-uursgebied" bekende
deel van de Leeuwarder binnenstad. Onder dit gebied vallen
straten als de Prins Hendrikstraat, Korfmakersstraat
Herestraat en de Tuinen. Zij motiveert haar standpunt onder
andere met de opmerking dat dit gebied eveneens een cen
trumfunctie vervult. Zij stelt voor deze proef voor één
jaar te houden en wel met ingang van 1 september 1992.
Wij zijn van mening dat thans geen gevolg moet worden gege
ven aan dit onderdeel van het advies van de Begeleidings
groep. Naar ons oordeel dient eerst een jaar ervaring te
worden opgedaan met de definitieve vrijstelling van het
sluitingsuur in het 3-uursgebied. Hierna zullen wij bezien
of ook in het 2-uursgebied van de binnenstad een experiment
met vrije sluitingstijden moet worden gehouden. In het
bevestigende geval zullen wij u te zijner tijd een nader
voorstel doen.
Onder vermelding dat de Commissie Algemene Zaken in haar
vergadering van 15 juni 1992 positief heeft geadviseerd,
stellen wij u voor overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-be-
sluit te besluiten de sluitingstijden voor de horeca-in
richtingen binnen het zgn. 3-uursgebied vrij te laten en de
Drank- en Horecaverordening dienovereenkomstig te wijzigen.
Leeuwarden, 18 juni 1992.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester,
mw. ir. J.A. Lantermans Secretaris.
3