Gemeentelijke financiering van Interimwet bodemsaneringspro jecten Voor de uitvoering van bodemsaneringsprojecten in het kader van de Interimwet bodemsanering is jaarlijks een bedrag beschikbaar van f 500.000,-. Hiervan is een bedrag van f 21.000,- in beheer bij Stadsontwikkeling en Milieu, o.a. voor het begeleiden van particuliere en oriënterende onderzoeken in het kader van de Interimwet bodemsanering. Uit de begrotingspost bodem worden tevens de jaarlijkse kapitaallasten voor de reeds uitgevoerde sanering van het Hoeksterend betaald. Deze kosten liggen rond de f 309.000,- per jaar. Voor het oplossen van calamiteiten wordt jaarlijks een bedrag van f 50.000,-- gereserveerd. Concreet betekent dit dat de financiële ruimte per jaar binnen de begrotingspost bodem rond de f 120.000,- bedraagt. Particuliere financiering Naast de door de overheid gefinancierde projecten in het kader van de Interimwet bodemsanering is er thans ook een groot aantal projecten dat door particulieren wordt gefinancierd. Het aantal groeit gestaag als gevolg van intensievere hinderwetcontroles maar ook als gevolg van een groter bewustzijn van de gevolgen van bodemverontreiniging bij bedrijfsleven en burgers. De overheid adviseert, begeleidt en draagt zorg voor een goede aanpak van deze verontreinigingsgevallen. Op dit moment wordt tussen provincie en Kamer van Koophandel overleg gevoerd over de vrijwillige aanpak van verontreinigingen op bedrijfsterreinen. Dit overleg vloeit voort uit de rapportage van de Commissie bodemsanering in gebruik zijnde bedrijfsterreinen (de Commissie BSB c.q naar haar voorzitter: de Commissie Oele). In juni 1991 heeft deze commissie haar eindrapport gepresenteerd. In dit eindrapport wordt een plan van aanpak gepresenteerd voor de bodemsanering in eigen beheer van in gebruik zijnde bedrijfsterreinen. De kosten van onderzoek en sanering zullen in principe door het bedrijfsleven zelf gefinancierd worden. De Commissie BSB meent evenwel dat in specifieke gevallen ook een beroep op overheidsfinanciering mogelijk moet zijn. De minister van VROM moet hier echter nog een standpunt over innemen. Op dit moment is de provinciale BSB-commissie nog maar kort operationeel. 2 Provinciaal bodemsaneringsprogramma Ingevolge artikel 18 van de Interimwet bodemsanering is de gemeente verplicht haar bijdrage te verlenen als een project opgenomen is in het provinciaal bodemsanerings programma. Pej. project dient de gemeente een drempelbijdragedit is voor Leeuwarden 100.000,-te betalen. Van de kosten boven de 100.000,- dient de gemeente 10 procent te betalen. Wanneer echter de saneringsregeling opgenomen wordt in de Wet bodembescherming zal de provincie ook een bijdrage van 2,5Z van de boven het gemeentelijk drempelbedrag uitstijgende kosten voor haar rekening dienen te nemen. De gemeentelijk bijdrage zal dan worden verlaagd tot het drempelbedrag vermeerderd met 7,5Z (i.p.v. thans 10Z) van de boven het drempelbedrag uitstijgende kosten. De gemeente heeft voor alle projecten gezamenlijk jaarlijks ca. 120.000,- beschikbaar. Indien de door de provincie voorgestelde onderzoeken en saneringen niet uitvoerbaar zijn binnen deze begrotingspost, wordt dit naar voren gebracht tijdens het vooroverleg met de provincie over het bodemsaneringsprogramma. Indien toch projecten opgenomen worden, waarvan de gemeente aangegeven dat zij daaraan niet mee kan of wil werken, wordt bezwaar aangetekend tegen het ontwerp-bodemsaneringsprogrammaTegen dit programma bestaan diverse bezwaren; het door de gemeente verzonden bezwaarschrift is voor u ter inzage gelegd. Het enige hier relevante bezwaar had betrekking op het project Oldenburger (zie hieronder). Er is geen bezwaar aangetekend tegen de rest van de projecten die door de provincie in 1992 zijn opgenomen. Provinciaal bodemsaneringsprogramma 1992 Voor de opstelling van de planning 1992 is de provincie uitgegaan van het door het ministerie van VROM indicatief toegezegde budget. Bij de toekenning van het definitieve budget wordt door de provincie een uitvoeringsschema opgesteld 3

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1992 | | pagina 485