Machtiging tot het aangaan van onderhandse
geldleningen
Bijlage nr. 280.
Aan de Gemeenteraad.
Ingevolge artikel 4 van de Wet financiering lagere overheid
nemen openbare lichamen slechts besluiten tot het ramen van
uitgaven ten laste van de kapitaaldienst van de begroting, voor
zover de laatst berekende netto vlottende schuld de kasgeld
limiet niet overschrijdt. Indien bedoelde overschrijding wel
plaatsvindt, kunnen deze ramingen alleen plaatsvinden indien
kortlopende leningen worden omgezet in langlopende leningen,
ten einde weer onder de kasgeldlimiet te komen.
Om snel te kunnen reageren op bepaalde situaties op de
kapitaalmarkt, machtigt u ons jaarlijks geldleningen tot een
nader vast te stellen maximum aan te gaan voor de financiering
van investeringen en voor conversie van geldleningen.
Voor de financiering van investeringen en ter consolidatie van
vlottende schuld denken wij voor 1993 een bedrag van ongeveer
f 4 0 miljoen nodig te hebben.
In verband met het voorgaande stellen wij u voor ons te
machtigen voor 1993 geldleningen aan te gaan tot een
totaalbedrag van f 40 miljoen.
Van elk door ons, ter uitvoering van net door uw Raad te nemen
algemeen geldleningsbesluit, voor 1993 te nemen besluit tot het
aangaan van een geldlening, en van de goedkeuring hiervan door
Gedeputeerde Staten, zullen wij u mededeling doen.
1