Invoering vaste onkostenvergoeding wethouders.
Bijlage nr. 179.
Aan de Gemeenteraad.
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken heeft in haar brief d.d.
18 oktober 1991 gewezen op het voornemen om op grond van
artikel 100, derde lid van de Gemeentewet bij algemene
maatregel van bestuur een regeling te treffen ten einde te
komen tot een algemene onkostenvergoeding voor wethouders. Over
deze regeling heeft overleg plaatsgevonden met het Ministerie
van Financiën en de regeling wordt zodanig samengesteld dat de
vergoeding van diverse kostencomponenten naar de normen van de
Oort-wetgeving onbelast plaats kan vinden.
In haar brief d.d. 22 mei 1992 heeft het College voor
Arbeidszaken een 3tandpunt ingenomen ten aanzien van de
vergoeding van onkosten en adviseert het College voor
Arbeidszaken de maximaal toegestane bedragen toe te kennen.
Voor de gemeente Leeuwarden houdt dit in een bedrag van
f 7.200,op jaarbasis per wethouder. In totaal een bedrag van
f 36.000,--.
De verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 1992.
De Commissie Algemene Zaken is op 29 juni 1992 gehoord en
adviseert u met ons voorstel in te stemmen.
Wij geven u in overweging over te gaan tot invoering van de
Verordening onkostenvergoeding wethouders, conform bijgaand
ontwerp-besluit
Leeuwarden, 20 augustus 1992.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mw.ir. J.A. Lantermans
Secretaris.