f 550.000,bedraagt. In de voorliggende notitie wordt naar onze mening een acceptabel voorstel gedaan, waarin invulling wordt gegeven aan de gewijzigde doelstelling van het werkgelegenheidsbeleid, en waarmee ondanks de bezuinigingstaakstelling nieuwe mogelijk heden voor de werksoort worden gecreëerd. De werksoort zal hierdoor een substantiële bijdrage kunnen leveren aan de realisatie van de doelstellingen van het 1000-b<inenplan. Het voorstel betreft de herstructurering van de werksoort en de realisatie van de financiële taakstelling in hoofdlijnen. Daar naast wordt voorgesteld het subsidie aan een aantal projecten met ingang van 1993 te beëindigen. Doel van de herstructurering is een nieuwe organisatie(vorm) PMZW te ontwikkelen met als taak het, in aansluiting op de via de Individuele Trajektbemiddeling in kaart gebrachte vraag, uitvoeren en ontwikkelen van arbeidsmarktrelevante werkgelegen heidsprojecten in het kader van de KRA-regeling, de Jeugd Werk Garantie Wet en de Banenpool. De nieuwe organisatie(vorm) zal flexibel, effectief en efficiënt dienen in te spelen op de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en een vraaggerichte werkwijze moeten ontwikkelen. Op termijn moet deze werkwijze er toe leiden dat de vaste kosten voor de overhead en uitvoering van projecten nagenoeg geheel worden geflexibiliseerd. Per jaar zal deze nieuwe organisatie(vorm) aan ten minste 180 personen uit de doelgroepen via de deelname aan werk ervaringsprojecten werk kunnen bieden. De door ons vastgestelde notitie en de daarbij behorende evaluatie is toegezonden aan de desbetreffende instellingen en heeft voor een ieder ter inzage gelegen gedurende de inspraak periode van 11 mei tot 11 juni 1992. Gedurende deze periode is tevens bestuurlijk overleg gevoerd met de betrokken instellingen. Ook heeft er een Tripartite Overleg plaatsgevonden en is de Ontwerp-notitie besproken in de Overlegcommissie voor de Werkgelegenheid. De verslagen van het gevoerde overleg zijn op de gebruikelijke wijze ter inzage gelegd. Alle instellingen behorend tot de werksoort hebben schriftelijk gereageerd op de door ons gedane voorstellen. Voor het overige zijn er geen schriftelijke reacties ingediend. De reacties van deze instellingen hebben wij behandeld in de Nadere Standpuntbepaling, die met de notitie geacht wordt één geheel te vormen. Voor de inhoud van het voorstel verwijzen wij kortheidshalve naar de tekst van de notitie en de Nadere Standpuntbepaling. Voor een overzicht van de financiële consequenties van het voorstel verwijzen wij naar de paragrafen 3.3. en 3.4.3 van de 2 notitie en paragraaf 2.2. van de Nadere Standpuntbepaling. Op de personele consequenties van het voorstel wordt ingegaan in paragraaf 5.3. van de notitie en paragraaf 2.A van de Nader Standpuntbepaling. Zo spoedig mogelijk nadat het voorliggend besluit door uw Gemeenteraad genomen is, zullen wij met de instellingen in overleg treden over de uitwerking van het herstructurerings proces. Uitgangspunt hierbij is om voor 1 juni 1993 de nieuwe organisatie(vorm) en de daarbij behorende formatie vast te stellen. Door verschillende instellingen is positief gereageerd op onze suggestie om hierbij gebruik te maken van een onafhankelijk externe adviseur. In het overleg zullen behalve op de mogelijk heden van de inschakeling van de externe adviseur, de planning en de voorbereiding van een systeem van budgetfinanciering, alsmede de begroting 1993 aan de orde komen. In september zal een voorstel voor een Sociaal Plan Welzijn worden gedaan. De Notitie en de Nadere Standpuntbepaling zijn besproken op 8 juli 1992 in de Commissie Economische en Sociale Zaken. De commissie adviseert u met deze Notitie en de Nadere Standpunt bepaling akkoord te gaan. Tevens is deze notitie ter informatie toegezonden aan de Commissie Onderwijs en Samenlevingszaken. Resumerend stellen wij u voor te besluiten overeenkomstig het bijgevoegde ontwerp-besluit Leeuwarden, 20 augustus 1992. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mr. G.J. te Loo Burgemeester. mw.ir. J.A. Lantermans Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1992 | | pagina 95