Herziening Wet openbaarheid van bestuur.
Bijlagenr. 153
Aan de gemeenteraad.
Op 1 mei 1992 is de herziene Wet openbaarheid van bestuur (WOB) in werking
getreden. Dit heeft als gevolg dat de gemeentelijke verordening openbaarheid van
bestuur van rechtswege is vervallen.
De inhoudelijke consequenties van de herziening van de wet zijn voor de gemeente
beperkt.
De belangrijkste wijzigingen zijn:
een aangescherpte termijnbepaling waarop een verzoek om informatie
beantwoord moet zijn. Deze termijn is bepaald op 15 dagen en kan voor ten
hoogste 15 dagen worden verdaagd.
er is een nieuwe relatieve weigeringsgrond, nl. het belang van de geadresser-
de op de eerste kennismaking van de stukken.
de beperking dat uit interne stukken die gegevens bevatten die nog in
bewerking zijn of een onvolledig en daardoor vertekend beeld zouden geven
geen informatie behoeft te worden verstrekt is vervallen.
De weigeringsgrond dat informatieverstrekking zal leiden tot een onevenredi
ge benadeling van het betrokken overheidsorgaan zal in deze situaties van
toepassing kunnen zijn.
de persoonlijke beleidsopvattingen van derden, die zijn neergelegd in doku-
menten voor intern beraad worden nu ook beschermd.
de mogelijkheid over persoonlijke beleidsopvattingen informatie te geven
indien de betrokkene daarmee instemt. Een dergelijke regeling is ook
opgenomen voor adviezen van ambtelijke en niet-ambtelijke adviescommis
sies.
Bij de oude WOB was er ruimte voor het vaststellen van een gemeentelijke
verordening om enkele aanvullingen op de wet te kunnen regelen. Dit betrof
voornamelijk de interne organisatie.
De VNG schrijft nu in haar advies aan de gemeenten dat de herziene wet zodanig is
verbeterd dat er geen reële grond meer is om aanvullende bepalingen in een
verordening op te nemen.
Artikel V
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag,
volgende op die van de goedkeuring.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.