De strakke bebouwingsregeling van de "kenmerkende bebou wing" is minder doelmatig voor bebouwing waar vervanging e.d. (mits in overeenstemming met de schaal) niet bezwaar lijk is. Daarom is deze regeling beperkt tot de meest kenmerkende bebouwing binnengebieden de meer monumentale wand van de Emmakade en de Vredeman de Vriesstraat. De uitbreiding van de kantoorfunctie in de Alma Tadema- straat en de Bote van Bolswertstraat betreft een beperkte menging van de functies wonen en kantoren aan de rand van het woongebied. Met oog op levendigheid is een dergelijke beperkte menging van funkties gewenst. Bij het bepalen van d" '-"elaatbaarheid van bedrijven wordt gebruik gemaakt van de categorie-indeling van de reeds eerder genoemde VNG-lijst. Bij deze indeling in categorieën heeft ook de factor verkeersaantrekking een rol gespeeld. In dit gebied zijn derhalve uitsluitend bepaalde catego rieën bedrijven toegestaan. Daarmee wordt het tegengaan van bedrijven met een verkeersaantrekkend karakter voldoende gewaarborgd. In het bestemmingsplan is binnen het her- inrichtingsgebied II voldoende ruimte gereserveerd voor parkeren. De verplichting parkeervoorzieningen te treffen op eigen terrein is geregeld in de Bouwverordening. Door de in het plan gegeven beperking van het aantal bouw lagen is, in samenhang met het bebouwingsvlak, de boven grens aan de omvang van de detailhandel op de hoek van de Bote van Bolswertstraat en het Vliet voldoende bepaald. Aangezien de Wet geluidhinder uitbreiding van de woonbebou wing in dit gebied niet toestaat, kunnen de uitgangspunten uit het structuurmodel voor de bebouwing aan de Willem Loréstraat niet worden gehandhaafd. Wel wordt er naar gestreefd de invulling van dit gebied zo goed mogelijk af te stemmen op het karakter van de straat. Onder andere door bij de herinrichting het gebied primair te ontsluiten vanaf het Vliet. De in de bestemming "gemengde doeleinden" opge nomen woonfunctie heeft betrekking op de binnen de bestem ming gelegen bestaande woningen. In het plan is met betrekking tot de toelaatbaarheid van bedrijven onderscheid gemaakt tussen het specifieke woon gebied waar categorie 1 bedrijven zijn toegestaan en gebie den met gemengd karakter, de Vlietzone en de Franklin- straat, waar bedrijven uit de categorieën 1 en 2 zijn toegestaan. In deze laatste gebieden is een strengere selectie gezien het huidige gebruik niet reëel. 8 De bezwaren die betrekking hebben op de uitvoering van het plan al dan niet in het kader van de stadsvernieuwing laten zich niet in het kader van een bestemmingsplan oplossen. In overleg met de buurt is en wordt al aan een aantal van deze punten gewerkt. Ook in de toekomst zal de nodige aandacht geschonken worden aan deze en andere zaken. VII. Bezwaarschrift C. van der Zijl Het bezwaarschrift is gericht tegen het globale karakter van het plan waardoor het te weinig rechtszekerheid biedt en rechtsongelijkheid met bewoners in andere plangebieden in de hand werkt. Het plan moet op verschillende onderdelen meer gedetailleerd worden. Het verschil tussen toelichting en voorschriften is onduidelijk. Het gebruik van verzamel- bestemmingen kan niet. Het begrip verblijfsdoeleinden moet nader worden omschreven. Ook wordt bezwaar gemaakt tegen de uitvoering van de stadsvernieuwingswerken, terwijl het plan nog niet onherroepelijk is en tegen het ontbreken van zekerheid over de uitvoering van de plannen. Ten aanzien van het bezwaar gericht tegen het globale karakter verwijzen wij naar het gestelde in de inleiding. Daarnaast willen wij opmerken dat het plan voldoet aan het gestelde in de Wet nn de Ruimtelijke Ordening en het Be sluit op de Ruimtelijke Ordening 1985. In het plan is gebruik gemaakt van de in de herziening van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening 1985 geboden moge lijkheid voor het opnemen van een beschrijving in hoofd lijnen. Een dergelijke beschrijving is met name gewenst indien de kaart en/of de voorschriften een globaal karakter hebben. Deze beschrijving kan niet worden gelijk gesteld met de toelichting. In het plan is deze beschrijving dan ook duidelijk als onderdeel van de voorschriften opgenomen. Het gebruik van verzamelbestemmingen wordt door de wetgever aanbevolen. Mede met het oog daarop en het streven om de plannen flexibeler te kunnen maken, is de wet aangepast en is het besluit herzien. Het begrip "verblijfsdoeleinden" is een algemeen gangbare term. De wijze waarop dit begrip in het plan is toegepast geeft voldoende duidelijk weer dat het daarbij gaat om een inrichting van de openbare ruimte die is afgestemd op het verblijven in de vorm van recreëren in het groen, parkeren, spelen alsmede de ontsluiting van aangrenzende terreinen. De concrete invulling van het begrip is afhankelijk van de functie van een gebied (woongebied, binnenstad, bedrijf sterrein) 9

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1992 | | pagina 115