Voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening voor het plangebied "Klanderijbuurt
/Tulpenburg"
Bijlage nr.
Aan de Gemeenteraad.
Voor het plangebied "Klanderijbuurt/Tulpenburg" hebt u op
11 december 1989 (bijlage nr. 287) een voorbereidingsbe
sluit genomen met een werkingsduur van twee jaar. Aangezien
het ontwerp-bestemmingsplan niet tijdig ter visie kon
worden gelegd, achtten wij het gewenst, dat op grond van
artikel 21 lid 7 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening de
werkingsduur van dit voorbereidingsbesluit met ten hoogste
een jaar werd verlengd.
Inmiddels is evenwel de Wet vereenvoudiging van regelgeving
en vergroting van gemeentelijke en provinciale beleidsvrij
heid (de zgn. Verzamelwet) in werking getreden. Door deze
Verzamelwet is ook de Wet op de Ruimtelijke Ordening op
enkele onderdelen gewijzigd. Dit betreft o.a. artikel 21.
Dat artikel heeft betrekking op het nemen van voorberei-
dingsbesluiten. Op grond daarvan is het niet langer moge
lijk de werkingsduur van maximaal twee jaar van een voorbe
reidingsbesluit voor een gebied dat - zoals in dit geval -
tot de bebouwde kom behoort en ten aanzien waarvan bij een
structuurplan aanwijzingen voor de bestemmingen zijn gege
ven, met ten hoogste één jaar te verlengen. Evenmin is een
dergelijk voorbereidingsbesluit (met een werkingsduur van
maximaal twee jaar) nog langer aan de goedkeuring van
Gedeputeerde Staten onderworpen.
De reden dat het ontwerp-bestemmingsplan niet tijdig ter
visie kon worden gelegd houdt o.a. verband met het volgen
de
Na het opstellen van het ontwerp-bestemmingsplan heeft zich
met name in het gebied Tulpenburg-midden een aantal ontwik
kelingen voorgedaan die een heroverweging van de stede-
bouwkundige hoofdopzet van dat plandeel noodzakelijk maak
ten.
1