fietsers en overlast van tientallen tegen gevels geplaatste fietsen bij een sociëteit. Daarnaast constateren zij een verval van panden en onduidelijke, soms op gespannen voet met het wonen staande ontwikkelingen en invullingen op een aantal plaatsen aan het Vliet en hebben zij geen zicht op de ontwikkelingen met betrekking tot de reconstructie van de aansluiting van het Vliet op de rondweg. Zij missen bovendien een integrale aanpak van de gesignaleerde problemen en tekortkomingen en ontwikkelingen en constateren, dat een en ander systematisch buiten de stadsvernieuwingsacitiviteiten in de aangrenzende woongebieden is gehouden. Zij pleiten daarom voor een betere afstemming. Naar aanleiding daarvan merken wij op, dat in het kader van de stadsvernieuwingsactiviteiten in de schilgebieden Molenpad, Zeeheldenbuurt, Indische Buurt en Welgelegen in het (recente) verleden in overleg met de diverse wijk- en buurtorganisaties plannen zijn opgesteld voor het verbeteren van met name de woningen, de woon omgeving en de daarbij behorende voorzieningen. De uitvoering daarvan is afgerond of verkeert in een vergevorderd stadium van afronding. De problemen van en aan het Vliet zijn daarbij regelmatig aan de orde geweest. Bij de uitvoering van de stadsvernieuwingsmaatregelen lag het accent op het wonen en alles wat daarmee samenhing. Daar was en is ook de inzet van de stadsvernieuwingsmiddelen op gericht. Wij hebben de problematiek van en aan het Vliet in principe steeds benaderd als zijnde van een bovenwijks karakter. Voorzover de gesignaleerde problemen van en aan het Vliet niet direct een negatieve uitwerking hadden op de achterliggende woongebieden, zijn deze in de uitvoeringsplannen dan ook buiten beschouwing gelaten. Waar dat wel het geval was, zijn ze meegenomen. Als voor beeld kan worden genoemd de verplaatsing van het glasbedrijf Boelens van het Molenpad naar een meer geschikte plaats elders aan het Vliet. De problemen van en aan het Vliet kunnen in principe onder de volgende noemers worden gebracht: ahet gebruik van de openbare ruimte b. de functionele ontwikkelingen; c. de ruimtelijke ontwikkelingen. Het gebruik van het Vliet als openbare ruimte. Wij zijn met de wijkvertegenwoordigers van mening, dat de fietsroute over het Vliet verre van optimaal functioneert. Deze route is een belangrijke schakel in het fietsverkeer tussen Camminghaburen en de binnenstad. Ook voor de aanliggende wijken is deze radiale route van groot belang. In het kader van de rapportage van de Vervoerregio Friesland is o.a. een onderzoek verricht naar het fietsnetwerk in Leeuwarden. Ook in dat verband is geconstateerd, dat het treffen van maatregelen aan de fietsroute over het Vliet hoge prioriteit heeft. In het vastgestelde meerjarenprogramma infrastructurele werken 1991 - 1995 heeft u ingestemd met het reserveren van middelen voor de jaren 1994 en 1995 voor aanpassing van het Vliet ten behoeve van het langzame verkeer. In principe moet die aanpassing leiden tot het aan leggen van vrijliggende fietspaden. Nu is er nog sprake van aan liggende fietspaden. 2 Gelet op de gestelde termijnen - voorbereiding in 1994 - achten wij het niet nuttig nu al in te gaan op de vraag op welke wijze een en ander het best kan worden aangepakt en hoe de diverse belanghebbenden daarbij kunnen worden betrokken. Tegen die tijd komen wij met een plan van aanpak. Bij de opdrachtformulering zal dan tevens worden ingegaan op de wijze waarop belanghebbenden bij het proces zullen worden betrokken. De functionele ontwikkelingen aan het Vliet. Welke functies toelaatbaar zijn aan het Vliet, wordt geregeld in vier bestemmingsplannen. Het bestemmingsplan Molenpad is voor wat de VIietzone betreft in 1986 onherroepelijk geworden. Het plan biedt een duidelijk toetsingskader voor eventuele functieveranderingen. Functies die onevenredige afbreuk doen aan het woonklimaat, zijn niet toegelaten. Bovenwijkse voorzieningen zijn daarmee niet per definitie uit gesloten. Gelet op het karakter van het Vliet ligt het zelfs voor de hand daarvoor ruimte te bieden. Inmiddels hebben wij u het bestemmingsplan "Willem Loréstraat" ter vaststelling voorgelegd. Het stadsvernieuwingsplan "Zeeheldenbuurt" heeft onlangs ter visie gelegen en zal u binnenkort ter vaststelling worden aangeboden. Het bestemmingsplan "Indische Buurt" is in een vergevorderd stadium van voorbereiding. Voor wat de gewenste ontwikkelingen betreft, is er tussen de vier plannen sprake van een onderlinge afstemming en samenhang. Zo is ten aanzien van de toelaat baarheid van detailhandel voor de hele Vlietzone één lijn ontwikkeld. Wij menen op deze wijze een voldoende duidelijk beleidskader te scheppen voor de functionele ontwikkelingen in de Vlietzone. Een en ander laat onverlet, dat de mogelijkheden minder gewenste functionele ontwikkelingen te keren soms beperkt zijn en dat reeds aanwezige en van de gewenste functionele structuur afwijkende activiteiten zonder de inzet van aanzienlijke financiële middelen (uitkopen) niet kunnen worden verwijderd. Wel zal ook bij het uit oefenen van die activiteiten aan andere wettelijke regelingen en verordeningen (milieuwetgeving, bouwverordening, horecaverordening APV, e.d.) moeten worden voldaan, opdat door bewoners ervaren over last tot een minimum beperkt blijft. De ruimtelijke ontwikkelingen aan het Vliet. Ook voor de ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden bieden de genoemde bestemmingsplannen het kader. Bouwplannen worden daaraan getoetst en aan daarvan afwijkende bouwvoornemens zal doorgaans geen medewerking worden verleend. Iets anders is de aanwezigheid van gaten en kwalitatief slechte panden in de gevelwanden. Met name langs het Noordvliet tussen de Drift en de Bleeklaan en het Zuidvliet tussen de Rembrandtstraat en de Franklinstraat is het straatbeeld verre van optimaal. Gelet op de beperkte financiële middelen en de te stellen prioriteiten hebben wij in de ontwikkeling van de Vlietzone anders dan door het aangeven van het stedebouwkundig-juridische kader geen actieve rol gespeeld. 3

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1992 | | pagina 134