Nummer 2785
PJA/DK
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van
12 maart 1992 (bijlage nr. 53);
BESLUIT:
1. verweer te voeren in de door mr. Th. A. Jansen namens
de heer C. van de Velden en mevrouw W.M. Cats te
Leeuwarden bij de Arrondissementsrechtbank te
Leeuwarden tegen de gemeente Leeuwarden aangespannen
procedure, waarbij de gemeente Leeuwarden onrechtmatig
handelen wordt verweten met betrekking tot het
uitzetten van peilen, het toestaan van een te hoog
bijgebouw e.a. en waarbij van de gemeente een
schadevergoeding ter hoogte van een door genoemde
rechtbank vast te stellen bedrag, alsmede een
vergoeding voor buitengerechtelijke kosten wordt
gevorderd;
2. Burgemeester en Wethouders te machtigen zo nodig tegen
het te wijzen vonnis hoger beroep en/of cassatie in te
stellen, respectievelijk in hoger beroep of cassatie
verweer te voeren;
3. dit besluit treedt in werking met ingang van de datum
van de dagvaarding.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Vaststellen Verdeelbesluit 1992 Fonds podiumkunst.
Bijlage nr 54.
Aan de Gemeenteraad.
Overeenkomstig het gestelde in de Notitie Podiumkunst dienen
jaarlijks door middel van een verdeelbesluit de in het Fonds
podiumkunst beschikbare middelen aan de diverse instellingen op
het terrein van de podiumkunst te worden toegekend. Met
uitzondering van de vaste huisvestingslasten van enkele
instellingen worden in principe alle subsidies bestemd voor de
uitvoering van podiumactiviteiten ten laste van voornoemd fonds
gebracht
Voorafgaand aan ons voorstel voor het Verdeelbesluit 1992 zal
onderstaand worden ingegaan op de uitgangspunten die gehanteerd
zijn voor de toekenning van subsidies ten laste van het Fonds
podiumkunst (A)de subsidie-aanvragen (B) en de voorstellen
bezuinigingsmogelijkheden (C)
A. UITGANGSPUNTEN
Bij de verdeling van het subsidiebudget zijn de volgende in de
door de Raad vastgestelde Notitie Podiumkunst vervatte
uitgangspunten gehanteerd:
1. subsidiëring zal mede afhankelijk zijn van de mate
waarin de activiteiten pluriformiteit en spreiding van
het aanbod van podiumkunst in Leeuwarden bewerk
stelligen;
2. ten aanzien van de produktie van niet-traditionele
podiumkunst komen slechts kleinschalige, lokaalgebonden
produkties voor subsidiëring in aanmerking;
gelet op de beperkte gemeentelijke verantwoordelijkheid
voor de produktie van podiumkunst bedragen de subsidies
hiervoor maximaal 10% van het totale jaarbudget van het
Fonds podiumkunst en bedraagt het subsidie per produktie
maximaal f 3.500,
3. met uitzondering van de openluchtactiviteiten wordt voor
de programmering van (een reeks van minimaal zes)
voorstellingen, concerten e.d. een subsidie van maximaal
50% van de begrote kosten verleend;
1