1
cd
g
4-3
03
cn
00
03
03
Cl
E-i
CU
Cl
i
O
Cl
O
O
Cl
u
cd
03
cd
4-3
r—1
X)
03
Cl
O
O
Q
i
03
03
•H
•H
T—1
03
03
XJ
cn
X)
U
G
cd
03
cd
M
03
CC
U3
03
-O
M
X)
cd
G
r—1
03
Cl
Cl
03
03
O
CC
Cl
CU
G
O
O
-T-
1
6
O
03
r—1
1
cd
•r—
Cl
4-»
Cl
C/3
rC
cd
u
X3
cn
cd
B
O
u
cd
cd
g
03
GO
•H
03
03
X)
G
03
cd
XJ
00
*H
C/3
XJ
03
cd
Cl
00
X)
03
00
Cl
cd
cd
G
03
O0
*H
03
03
X)
03
G
XJ
cd
oo
•H
XJ
B
cd
cd
oo
cd
03
2
OO
u
2
X>
6
O)
a>
u
u
03
g
0)
XJ
03
O
oo
T3
03
o
oo
X3
03
o
oo
oo x)
g g
•H 03
Ct
cn
4->
cd
cd
i
O.
JA
u
d)
X)
g
cd
u
O)
cu
C/3
Cl
I 03
ci G
cd G
CU -H
XJ
x) cd
G -H
O g
Ci cd
oo S
Cl
03 3
g cQ
cd
OO G
<D Cd
-O
lO
CM
XJ
cd
4->
03
<13
a>
•H
2
u
O
O
O
O
O)
OO
u
<0
(0
u
3
3
2
G
03
X)
Cl
cd
Cl
03
3
4-3
cn
03
cn
•H
03
03
Ci
03
cd
6
4-3
G
03
03
cd
oo
Cl
u
CJ
3
03
cn
PQ
cn
CM
Ci
CTi
03
-
03
X)
cn
if
3
G
O
cd
4-J
rC
B
Cl
4-3
Cl
co
03
03
cd
P
6
G
G
O
cd
CM
03
O
rH
-3
Cl
-
03
03
G
4->
P
03
cn
XJ
03
Cl
03
cd
6
Cl
03
O
•H
3
00
03
Ci
03
3
Cl
PP
B
Plaatsing van de Koepelkerk, Vredeman de Vriesstraat 24a,
op de rijksmonumentenlijst
Bijlage nr. b6
Aan de Gemeenteraad.
De Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur kan op
grond van de Monumentenwet uit 1988, al dan niet op verzoek
van belanghebbenden, onroerende goederen aanwijzen als
beschermd monument. In de Monumentenwet, art. 3, lid 2, is
bepaald dat de Minister, voordat hij ter zake een besluit
neemt, advies vraagt aan de raad van de gemeente waarin het
potentiële monument is gelegen. Volgens hetzelfde artikel,
lid 5, dient de gemeenteraad dit advies binnen vijf maanden
na de verzending van de bedoelde adviesaanvraag aan de
Minister uit te brengen. Hiervan kan bij uitzondering
worden afgeweken, mits de Rijksdienst voor de Monumenten
zorg tevoren op de hoogte is gesteld wat inmiddels is
gebeurd. In geval van een kerkelijk monument plegen burge
meester en wethouders, conform artikel 2, lid 2, en artikel
3, lid 4, overleg met de eigenaar. Behalve de eigenaar
dienen burgemeester en wethouders tenslotte op grond van
het overigens bepaalde in artikel 3, lid 4, degene(n) die
om plaatsing op de rijksmonumentenlijst heeft c.q. hebben
verzocht, de anderszins zakelijk gerechtigden, zomede de
ingeschreven hypothecaire schuldeisers te horen.
Op 14 oktober 1991 heeft de gemeente Leeuwarden een aan de
raad gericht schrijven van de Minister van W.V.C., i.e. de
Rijksdienst voor de Monumentenzorgontvangen met een
verzoek om advies omtrent een aanvraag tot plaatsing van de
Koepelkerk, Vredeman de Vriesstraat 24a (kadastrale
aanduiding: gemeente Leeuwarden, sectie G, nr 11788) op de
rijksmonumentenlijst. Deze aanvraag is ingediend bij de
Minister van W.V.C. door een groep belanghebbenden in de
zin van art. 3, lid 1 van de Monumentenwet, tevens leden
van de Gereformeerde Kerk van Leeuwarden. Zij menen dat "in
het eigen gereformeerde kerkbestuur het besef van de grote
esthetische en cultuurhistorische waarde van dit gebouw
onvoldoende aanwezig is (-)".