Voor een gedetailleerd overzicht van het meer- en minderwerk
ten opzichte van de oorspronkelijke aanneemsommen moge verwezen
worden naar de ter inzage gelegde stukken.
In onderstaand gecomprimeerd financieel overzicht wordt aan
gegeven wat de financiële gevolgen daarvan uiteindelijk zijn
geworden.
Restauratie f 3.284.401,
BTW (over restauratie) f 613.164,
Inbouw f 2142699
Totaal
3.0 Bijkomende kosten
Naast de in paragraaf 2 vermelde directe restauratie- en
verbouwingskosten zijn er nog de volgende bijkomende
kosten, waarmee in de kredietaanvragen geen rekening is
gehouden
1. Voorfinanciering f 130.000,
2. Totaal der directe bijkomende
kosten f 20.000,
3. Omgeving/schoolplein f 20.000.
f 170.000.—
3. 1 Subsidie Stichting Westerkerk
Bij het opstellen van de begroting voor 1992 is
abusievelijk geen rekening gehouden met stijging van de
kosten op basis van indexering. Daarnaast dienen de
kosten van de getaxeerde huur ad f 100.000,alsnog in
de begroting opgenomen te worden. Met het oog hierop
heeft de Stichting Westerkerk op 15 december 1991 een
aangepaste begroting ingediend met onder andere het
verzoek het toegezegde subsidie te verhogen tot
f 320.000,--.
Dekking van het additionele subsidie ad f 118.000,kan
plaatsvinden uit de huuropbrengst en overigens voor het
jaar 1992 uit de post "onvoorzien" van de Dienst Welzijn
(functie 922.0).
Voor 1993 en volgende jaren dient binnen de begroting
van de Dienst Welzijn nog dekking te worden aangewezen.
32 Onderhoud
In het verhuurcontract is bepaald dat het onderhoud komt
ten laste van de verhuurder. De taxateur heeft dit
geraamd op f 50.000,per jaar (inclusief reservering
groot onderhoud).
2
Deze onderhoudskosten worden in 1992 incidenteel op
gevangen binnen de geraamde middelen voor "cultureel
centra" (functie 540.0).
Dit in afwachting van een onderzoek naar de mogelijkheid
alle gemeentelijke monumentale gebouwen onder te brengen
in een beheersstichting die in aanmerking zou (kunnen)
komen voor rijkssubsidiëring in de onderhoudslasten.
De dan vrijkomende financiële ruimte zal dan benut
worden als dekking voor de onderhoudskosten van de
Westerkerk.
Dekkingsvoorstel
De totale investeringskosten kunnen worden bepaald
op f 6.210.264,—
In juni 1991 is beschikbaar gesteld f 5226315.
(Inclusief bijdragen
van de Stichting Westerkerk.
Nu benodigd extra krediet
Voorgestelde dekking:
f 378.031,uit eenmalige Princessehofgelden. Dit
bedrag is in augustus/september 1991 reeds door ons
college hiertoe gereserveerd;
f 95.300,extra provinciale monumentensubsidie. Dit
betreft een reeds ontvangen verhoging van de oorspronke
lijk toegezegde provinciale subsidie;
f 250.000,extra rijkssubsidiemonumenten. Hierover
zijn inmiddels onderhandelingen met de Rijksdienst voor
de Monumentenzorg in gang gezet.
Het restant f 260.618,kan worden afgeschreven tegen
een kapitaallast van f 29.971,(9% rente en 2,5%
afschrijving)
Hiervoor wordt voorgesteld dit ponds-pondsgewijs te
verdelen over de posten "taxatieverschillen" van de
Diensten Welzijn, Stadsontwikkeling en Milieu en
Bestuurszaken/Concern.
De inrichtingskosten
Zoals in ons voorstel van 13 juni 1991 reeds is aan
gegeven, zijn wij met het bestuur van de Stichting
Westerkerk overeengekomen dat de stichting de kosten van
de inrichting uit bijdragen van derden en uit de
opbrengsten van de sponsoractie zou dekken.
Naar het zich laat aanzien, ontwikkelt de sponsoractie
voor de Westerkerk zich zodanig gunstig dat het bestuur
van de Stichting Westerkerk heeft meegedeeld dat de
inrichtingskosten, van de meeste door de stichting
gewenste voorzieningen, daaruit gedekt kunnen worden.
3