In de jaren '70 hadden de bij u aangesloten (inter-)
gemeentelijke rekencentra nagenoeg een monopoliepositie op de
gemeentelijke automatiseringsmarktDe programmatuur-
ontwikkeling richtte zich op centrale verwerking binnen de
rekencentra. Het CEVAN heeft in die periode een functionele en
effectieve rol vervuld. Leeuwarden maakt(e) gebruik van onder
meer toepassingen voor de Sociale Dienst, Bevolking,
Belastingen, de Salarisadministratie en een Bedrijfs
administratie.
Begin jaren '80 is de monopoliepositie van de rekencentra
geleidelijk verdwenen. De rekencentra wisten zich onvoldoende
effectief te positioneren in de markt van vraag en aanbod.
Hiervoor zijn de volgende redenen te noemen.
1. Opkomst van particuliere aanbieders, verbetering van de
prijs-/prestatieverhouding van computers en de mogelijk
heid van in-huis/on-line verwerking.
2. De markt ging qua eisen en wensen differentiëren. Grote
gemeenten hadden andere eisen en wensen dan de kleinere
gemeenten.
De rekencentra moesten derhalve niet alleen opboksen
tegen de particuliere aanbieders, maar hadden daarnaast
bij de produktontwikkeling te maken met een steeds
complexere en langer wordende verlanglijst.
Programmatuur welke aan alle eisen voldeed bleek in de
praktijk niet tegen acceptabele prijzen en acceptabele
termijnen realiseerbaar te zijn.
3. Bij de ontwikkeling van produkten moesten lange besluit
vormingtrajecten worden doorlopen. De deelnemende
gemeenten waren immers tegelijk mede eigenaar van het
centrum en klant. De particuliere aanbieders konden
- mede door verkozen markt-segmentatie - sneller en
effectiever opereren.
Het eerste alarmsignaal voor de rekencentra vormde de
opheffing van de SOAG in 1984. De rekencentra - waaronder het
CEVAN - werden op zichzelf teruggeworpen. Het CEVAN koos qua
produkt strategie voor het GGV-concept (noot:1) zijnde een
compromis/combinatie tussen decentrale vastlegging van gegevens
in de gemeente en centrale bach-gegevens-verwerking op een
mainframe binnen het rekencentrum. De particuliere markt bood
echter op dat moment al on-line in-huis verwerking aan, waar
door gemeenten niet meer afhankelijk waren van het spoorboekje
van het rekencentrum.
Steeds meer gemeenten kozen integraal dan wel voor bepaalde
toepassingen voor produkten van particuliere leveranciers. Zo
geschiedde ook in Leeuwarden (Financiën, Bevolking, Post
registratie en Personeelsadministratie).
1 GGV staat voor gedistribueerde £egevens-Vastlegging
2
Pogingen van het CEVAN om gebruik makend van nieuwe
programmatuur-ontwikkelingstechnieken (MIMER) de achterstand in
te halen liepen - mede ten gevolge van technische problemen ter
zake - op weinig of niets uit. Vanaf 1987 komen de eerste
signalen dat het geheel op eigen benen ontwikkelen, aanbieden
en verwerken van programmatuurapparatuur en diensten op
termijn het CEVAN in (financiële) problemen zou brengen. Een
aangepast strategisch beleid was nodig. Er moesten keuzes
gemaakt worden in het aanbod van diensten en produkten. Diverse
pogingen tot aanpassing van het beleid, zoals onder meer
vergroting van het marktpotentieel (dependance
Kerkrade)
uitbesteding van programmeerwerk (onder andere GS-DIS,
Basis-P)
het optreden als wederverkoper/partner (onder andere
CMG/Clovis Vastgoed);
herstructurering (onder andere operatie IDEOS en het
turn-around plan)
fusie-besprekingen (CIOB, en RCC);
hebben niet het gewenste resultaat gehad. De exploitatie
tekorten bleven toenemen.
Inmiddels was de automatiseringsmarkt in zijn geheel steeds
meer onder druk komen te staan. De winstmarges worden kleiner.
De klant steeds kritischer. De benodigde investeringen voor
nieuwe programmatuur lopen in de miljoenen. De hoogte van de
verkoopprijs van de programmatuur is begrensd wil de
automatisering rendabel zijn. De aanbieders hebben een steeds
groter marktaandeel nodig om de bedrijfsvoering rendabel te
houden. De concurrentie harder. Diverse aanbieders stoppen met
hun activiteiten op de lokale overheidsmarkt.
Medio 1991 komt het CEVAN-bestuur - op grond van de
ontwikkeling in de negatieve bedrijfsresultaten - tot de
conclusie dat liquidatie in principe onvermijdelijk lijkt en
dat ter reductie van het liquidatiesaldo en ter waarborg van de
continuïteit, getracht moet worden de bedrijfsactiviteiten
buiten de gemeenschappelijke regeling - dat wil zeggen via
overname door derden of in een andere bestuurlijke beheers
vorm - onder te brengen.
Uiteindelijk heeft dit geresulteerd in de voornoemde overname
van de bedrijfsactiviteiten door RAET NV en DATA B. Mailservice
en de voorgestelde stapsgewijze liquidatie van de gemeen
schappelijke regeling.
2. SANERING GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING
Op 30 augustus 1991 is een intentieverklaring gesloten met RAET
NV over de overdracht van de CEVAN-activiteiten per 1 januari
1992, welke op 31 december kon worden omgezet in een
definitieve overeenkomst.
3