Het bestemmingsplan voorziet zowel in een nieuwe, in fasen te ontwikkelen woningbouwlokatie aan de noordkant van Wirdum, een nieuw bedrijventerrein ten westen van de Werpsterdykals in een potentiële uitbreidingsmogelijkheid van het bedrijventerrein aan de Tsjaerderdyk. De eerste fase voor woningbouw ten oosten van de Loodyk is in het bestemmingsplan uitgewerkt, de beide andere fasen zijn voorlopig bestemd voor agrarisch gebruik. Dat laatste geldt (na aanpassing van het plan) eveneens voor het gebied aansluitend aan het huidige bedrijfsterrein aan de Tsjaerderdyk. 1. Bezwaren Het bestemmingsplan heeft met ingang van 17 december 1991 gedurende een maand ter inzage gelegen. Er zijn in deze periode bezwaren ingediend door of namens de volgende personen of instellingen: 1. Mevr. mrR.C.M. Kamsma, advocaat van Boonstra De Groot Advocaten, namens: de woningbouwvereniging Beter Wonen in Leeuwarden en Leeuwarderadeel mede als belangenbehartiger van haar huurders aan de Jacob Algerasingel in Wirdum; 2. J. KoopmansSkoallesteech 4, Wirdum; 3. A. Kuperus, Arjenspölle 8, Wirdum; 4. J. de Boer, Bollemanssteech 4-6, Wirdum; 5. G. de Jong, Swichumerdyk 25, Wirdum, mede namens: P. Postema, 0. Postmus, J. Bakker, J. Visser, T. v.d. Werff en A. v.d. Veen; 6. Y. Tjerkstra, Arjenspölle 1, Wirdum; 7. J. v.d. Heide, Arjenspölle 3, Wirdum; 8. A. Steert, Arjenspölle 4, Wirdum. De bezwaarschriften treft u aan bij de ter inzage gelegde stukken. Aan de in de Wet op de Ruimtelijke Ordening gestelde eisen met betrekking tot de ontvankelijkheid is in alle gevallen voldaan. Aanvankelijk was eveneens door mr. W. Sleijfer, advocaat namens Krikke en Zn. bv, Werpsterdyk 10 te Wirdum, bezwaar aangetekend tegen het ontwerp-bestemmingsplan. Bij brief van 14 februari 1992 heeft genoemde advocaat namens cliënte bericht, dat zij haar bezwaar heeft ingetrokken. De bezwaarschriften zijn onderstaand zoveel mogelijk gerubriceerd naar gebied en naar onderwerp en van commen taar voorzien. 2 2. Slecht gekozen periode ter inzage legging De heren J. Koopmans en A. Kuperus menen dat de periode van ter inzage legging van 17 december tot 17 januari in ver band met de feestdagen slecht is gekozen. commentaar Wij zijn van oordeel, dat ondanks de aanwezigheid van een aantal feestdagen in de periode van ter visie legging voldoende mogelijkheden aanwezig waren het bestemmingsplan in te zien en binnen de gestelde termijn bezwaren kenbaar te maken, c.q. de termijn voor het indienen van bezwaren veilig te stellen. Overigens is, wat betreft de ter visie legging aan de wettelijke voorschriften voldaan. Wij achten dit bezwaar dan ook ongegrond. 3Slechte voorlichting De heer A. Kuperus meent, dat er sprake is van niet redelijke, c.q. onjuiste voorlichting. Hij baseert deze opmerking op de door hem geconstateerde afwijkingen ten aanzien van de feitelijke situatie rond Wirdum bij de presentatie van de Dorpennota en op het verwisselen van tekeningen met of zonder het voetpad over de Arjenspölle. commentaar Doorgaans kunnen geen rechten worden ontleend aan in ontwikkeling zijnde plannen die (nog) geen juridische status bezitten. Wijzigingen in de planopzet zijn in die fase altijd mogelijk. Ten aanzien van de geconstateerde afwijkingen in de tekeningen behorende bij de Dorpennota merken wij op, dat die, zoals de heer Kuperus zelf al opmerkt, naderhand zijn gecorrigeerd. Wij menen, dat los van het inhoudelijke oordeel over een bepaald planonderdeel, niet gesproken kan worden van onredelijke of zelfs onjuiste voorlichting. Over het ontwerp-bestemmingsplan is op 2 oktober 1991 een informatie-bijeenkomst en hoorzitting gehouden waarbij alle gewenste informatie is verstrekt over en gereageerd kon worden op de inhoud van het thans aan de orde zijnde ont werp-bestemmingsplan en de daaraan ten grondslag liggende gedachten. De heer Kuperus was bij deze bijeenkomst aan wezig Wij delen de opvatting van de heer Kuperus dan ook niet. 4. Geen 70 woningen in tien jaar nodig De heer J. de Boer meent, dat de 26 woningen van fase 1 voor de komende decennia meer dan voldoende zijn. Er is immers geen sprake van een explosieve bevolkingsgroei. De fasen 2 en 3 kunnen naar zijn mening achterwege blijven. 3

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1992 | | pagina 243