commentaar
Het beleid voor o.a. Wirdum is gericht op handhaving van de
dynamiek en versterking van het draagvlak van de aanwezige
voorzieningen. Daarnaast hebben wij in de Dorpennota enige
terughoudendheid bepleit ten aanzien van het woningbouw
programma, gelet op de ruimtelijke consequenties van al te
forse uitbreidingen en de ontwikkelingen op de Wirdumer
woningmarkt. Bij de bepaling van de woningbehoefte hebben
wij ons tevens laten leiden door een dalende gemiddelde
woningbezetting. Dat alles tezamen heeft geresulteerd in
een verwachte behoefte van ca. 46 woningen tot 1998.
Wij zijn het dan ook oneens met de opvatting als zouden de
26 woningen van de eerste fase voor de komende decennia
voldoende zijn.
5. Onjuiste lokatie en fasering; plangrenzen en invulling
wijken af van Dorpennota; karakteristieke dorpsrand gaat
verloren
Van verschillende kanten en met verschillende argumenten
wordt bezwaar gemaakt tegen de keuze van de nieuwe woon-
lokatie en de fasering daarvan.
Door de heren J. de Boer, A. Kuperus, J. Koopmans en G. de
Jong cs wordt naar voren gebracht, dat het laatste
karakteristieke gedeelte van de dorpsrand van Wirdum
verloren gaat bij een uitbreiding ten noorden van het
bestaande dorp.
Bewoners van de Swichumerdyk waaronder de heer De Jong
ageren tegen de in het bestemmingsplan aangegeven fasering
die afwijkt van die in de Dorpennota. Daarin is volgens hen
aangegeven, dat als eerste fase het gebied tussen de Loodyk
en de Swichumerdyk zou worden ontsloten.
Zij beroepen zich daarbij zowel op de Wirdumervaart als
natuurlijke begrenzing die mede bepalend is voor het
karakter van het dorp, op de gewenste aansluiting op de kom
van het dorp als op het gebruik maken van de bestaande
infrastructuur
Zij menen bovendien, dat de gemeente zich niet houdt aan
eerder gemaakte afspraken.
De heer A. Kuperus maakt bezwaar tegen de ten opzichte van
de Dorpennota gewijzigde begrenzing en de veranderde in
vulling
4
commentaar
De Dorpennota geeft niet alleen een uitbreiding aan tussen
de Werpsterdyk en de Loodyk, maar ook ten oosten daarvan
(zie o.a. het kaartje op blz. 58; de nota ligt eveneens
voor u bij de stukken ter inzage). Daar kan geen mis
verstand over bestaan. In de toelichting op het bestem
mingsplan is duidelijk aangegeven, welke overwegingen ons
er toe hebben gebracht af te wijken van het in 1976 genomen
principe-besluit ten aanzien van de woningbouwlokatie
De uitbreiding zoals deze in de Dorpennota is aangegeven,
biedt de mogelijkheid het plan gefaseerd te ontwikkelen.
De beperkte omvang van het gebied ten oosten van de Loodyk
maakt het uitermate geschikt als eerste fase van uit
breiding. Het is als eerste fase aangemerkt, omdat het
terrein reeds in eigendom is bij de gemeente en omdat
tweezijdige bebouwing mogelijk is. Daardoor is deze fase
financieel eenvoudig te realiseren. Bovendien heeft dit ge
deelte wervende kwaliteiten.
Afhankelijk van de behoefte kan daarna een begin worden
gemaakt met de qua omvang grotere tweede fase. Die wordt
eveneens ontsloten vanaf de Loodyk.
Wij achten de bezwaren tegen de fasering dan ook ongegrond.
Los daarvan onderschrijven wij het streven naar een opwaar
dering van de Wirdumervaart ten behoeve van de kleine
watersport, zoals neergelegd in de provinciale nota "Plan
Kleine Watersport".
De beeldkwaliteit van de kom van Wirdum wordt in hoofdzaak
bepaald door de Greate en Lytse Buorren en de Höf. Aan
tasting daarvan achten wij ongewenst. Wij achten de zone
achter de Lytse Buorren voorts niet zodanig karakteristiek,
dat handhaving van dit beeld vanuit het omringende land
schap gezien, noodzakelijk is. Ook wordt door nieuwbouw aan
de noordzijde geen afbreuk gedaan aan cultuur-historische
waarden.
Wij zijn het dan ook oneens met de bezwaren tegen deze
lokatie
In essentie wijkt de lokatie voor woningbouw ten noorden
van Wirdum niet af van die in de Dorpennota. Daarin is
gelet op het karakter van die nota sprake van een globale
aanduiding. Bij de uitwerking blijkt pas welke inrichting
mogelijk en wenselijk is en welke ruimte daarvoor benodigd
is. De begrenzing in het bestemmingsplan is dan ook bepaald
aan de hand van de in de toelichting opgenomen inrichtings-
schets
Wij zien overigens niet in, welke belangen hierdoor
specifiek worden geschaad en achten deze bezwaren dan ook
niet gegrond.
5