Nr. 5225
AH/PJ
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
overwegende dat het wenselijk is om het bestemmingsplan
"Zeeheldenbuurt" vast te stellen;
dat het ontwerp van het bestemmingsplan vergezeld van een
toelichting met ingang van 17 december 1991 gedurende een
maand voor een ieder ter inzage heeft gelegen;
dat tegen het ontwerp-bestemmingsplan binnen de in de Wet
op de Ruimtelijk Ordening voorgeschreven termijn geen
bezwaren zijn ingediend;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van
16 april 1992 (bijlage nr. 87
gelet op de Wet op de Ruimtelijke Ordening en het Besluit
op de ruimtelijke ordening 1985;
BESLUIT
vast te stellen het bestemmingsplan "Zeeheldenbuurt", zoals
dit is vervat in de bij dit besluit behorende:
a. kaart nr. 11N1-21 met bijbehorende verklaring waarop de
bestemming van de in het plan begrepen gronden wordt
aangegeven;
b. voorschriften omtrent het gebruik van de in het plan
begrepen gronden en van de zich daarop bevindende op
stallen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
1
Weigeren treffen voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de
Wet op de Ruimtelijke Ordening voor het perceel Brédyk 143
te Wirdum.
Bijlage nr. 88
Aan de Gemeenteraad.
In juni 1991 heeft de heer Van der Veen een verzoek inge
diend voor het treffen van een voorbereidingsbesluit zodat
medewerking zou kunnen worden verleend aan een vrijstel
lingsprocedure voor het bouwen van een loods voor zijn
sloopbedrijf aan de Brédyk 143 te Wirdum.
U hebt in uw vergadering van 21 oktober 1991 besloten geen
medewerking te verlenen aan dit verzoek, omdat vergroting
van het bedrijf een ongewenste ontwikkeling in het buiten
gebied zal vormen en het landschappelijk aanzien onaan
vaardbaar zal worden aangetast. Het legaliseren van dit
bedrijf zal een precedent scheppen voor activiteiten in het
buitengebied die niet in overeenstemming zijn met het
bestemmingsplan. Een kopie van het raadsvoorstel en
-besluit van 10 oktober 1991 gaat hierbij.
De in juli 1991 ingediende aanvraag om bouwvergunning is
geweigerd
In november 1991 heeft de heer Van der Veen opnieuw een
aanvraag om bouwvergunning ingediend. Deze aanvraag hebben
wij tevens beschouwd als een verzoek tot het treffen van
een voorbereidingsbesluit.
Het in juli 1991 ingediende bouwplan betrof een tweede
bedrijfsloods met daarin een dienstwoning met de afmetingen
24,9 x 17,4 x 7 m. Het nu gedane bouwplan betreft een
bedrijfshal met de afmetingen 20 x 15 x 6.30 m. met daar
voor een bedrijfswoning met globaal de afmetingen 8 x 10 x
8.10 m. Het is de bedoeling eerst de bedrijfsloods op te
richten en in een later stadium de bedrijfswoning.
Alhoewel het bouwwerk een ander, meer landelijk, uiterlijk
heeft, vormt de nieuwe aanvraag geen aanleiding ons stand
punt te herzien. Niet alleen de aantasting van het land
schappelijk aanzien is bepalend geweest voor het niet
inwilligen van het eerder gedane verzoek, ook de functie en
de eventuele precedentwerking zijn redenen om niet mee te
werken.
1