Wijziging Uitkerings- en pensioenverordening wethouders.
Bijlage nr. 93.
Aan de Gemeenteraad.
De voor het overheidspersoneel geldende pensioenregeling heeft
een aanzienlijke wijziging ondergaan.
Die was het gevolg van de afstemming van de ABP-wet op de
invoering van het franchise-systeem, deeltijd arbeid en de
gewijzigde regeling voor deelgerechtigden tot 25 jaar.
Deze wijziging van de ABP-wet heeft ook gevolgen gehad voor de
APPA, welke laatste pensioenregeling immers grote overeenkomst
vertoont met de ABP-wet. Bij wet van 20 april 1988 is de APPA
dan ook gewijzigd ten gevolge waarvan de op de Algemene
Pensioenwet Politieke Ambtsdragers (APPA) steunende Uitkerings-
en pensioenverordening wethouders nu moet worden aangepast.
Voor de precieze verwerking toelichting verwijzen wij u naar
de VNG-brief d.d. 26 maart 1991, die voor u ter inzage is
gelegd. De belangrijkste wijzigingen zijn de volgende:
1. Invoering franchise-svsteem
Dit houdt in dat de pensioenregeling slechts betrekking
heeft op dat stuk (ambtelijk) inkomen dat boven een
bepaalde grens (heet: franchise) ligt; het gedeelte van
het inkomen dat onder het niveau van de franchise ligt
wordt opgevangen door de AOW/AWW.
Dat betekent dat het APPA-pensioen (net als het ABP-
pensioen) wordt berekend over wedde vakantietoelage
verminderd met het AOW/AWW bedrag.
Het APPA (ABP)-pensioen wordt een "aanvullend" pensioen.
De versnelde pensioenopbouw van de APPA (3,5% per
dienstjaar voor de eerste 4 jaren) blijft gehandhaafd.
Op grond van het bovenstaande moet de Uitkerings- en
pensioenverordening wethouders op diverse plaatsen
worden aangepast conform de APPA-regeling
2. Verrekening van neveninkomsten
De formulering van de begrippen (neven)inkomsten wordt
aangepast aan die van de Wet, houdende regeling schade
stelling leden Tweede Kamer der Staten Generaal.
1