L. Artikel 25 komt te luiden:
1. Het wezenpensioen wordt herberekend overeenkomstig
de artikelen 24 en 24a, wanneer het weduwenpensioen
of het bijzonder weduwenpensioen van de moeder
wegens haar overlijden is geëindigd.
2. Wanneer het weduwenpensioen van de moeder krachtens
artikel 23 wegens hertrouwen opnieuw wordt
vastgesteld, wordt het wezenpensioen bedoeld in
artikel 24, eerste lid, onder a, verhoogd met een
bedrag, dat zich verhoudt tot het bedrag van dat
wezenpensioen, zoals het verschil tussen het
weduwenpensioen bedoeld in artikel 21, vóór en na
toepassing van artikel 23 zich verhoudt tot dat
weduwenpensioen vóór die toepassing.
3. Voor de toepassing van dit artikel is artikel 24,
tweede lid, van overeenkomstige toepassing.
M. Artikel 26 komt te luiden:
1. De gedeelten van de weduwen-, bijzondere weduwen-
en wezenpensioenen, onderscheidenlijk van de
wezenpensioenen, bedoeld in de artikelen 21, 22, 23
en 24 gaan tezamen het bedrag waarvan die
pensioenen zijn afgeleid niet te boven.
2. Indien wegens toepassing van het vorige lid de
daarbedoelde pensioengedeelten een vermindering
moeten ondergaan, geschiedt deze in evenredigheid
van de onderscheidene bedragen.
N. Onder het opschrift "Toeslag op weduwenpensioen" wordt
na artikel 26 een nieuw artikel 26a ingevoegd,
luidende:
1. De weduwe die de leeftijd van 65 jaar nog niet
heeft bereikt, heeft tot de eerste dag van de maand
waarin zij die leeftijd bereikt recht op een
toeslag op haar volgens de voorgaande artikelen
berekende pensioen ten bedrage van vijftien percent
van dat pensioen, behoudens het bepaalde in het
tweede en vierde lid.
2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder
een pensioen als daar bedoeld verstaan het pensioen
nadat eventueel hoofdstuk V toepassing heeft
gevonden.
3. Dit artikel is niet van toepassing ten aanzien van
degene die recht heeft op bijzonder weduwen
pensioen, noch ten aanzien van degene wier
weduwenpensioen wegens hertrouwen opnieuw is
vastgesteld
10
4. De in het eerste lid bedoelde toeslag bedraagt ten
hoogste vijftien percent van f 55.195,Dit
bedrag wordt telkens aangepast bij de algemene
maatregel van bestuur bedoeld in artikel 157 van de
Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers,
overeenkomstig de aanpassing van een bedrag dat op
1 januari 1985 f 63.200,bedroeg.
0. Onder het opschrift "Toeslag op wezenpensioen" wordt na
artikel 26a een nieuw artikel 26b ingevoegd, luidende:
1. De wees bedoeld in artikel 24 heeft vanaf de eerste
dag van de maand waarin hij de leeftijd van
vijftien jaar heeft bereikt, recht op een toeslag
op zijn volgens de voorgaande artikelen berekende
pensioen ten bedrage van vijftien percent van dat
pensioen, behoudens het bepaalde in het tweede en
derde lid.
2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder
een pensioen als daar bedoeld verstaan het pensioen
nadat eventueel hoofdstuk V toepassing heeft
gevonden.
3. De in het eerste lid bedoelde toeslag bedraagt ten
hoogste vijftien percent van f 55.195,Dit
bedrag wordt telkens aangepast bij de algemene
maatregel van bestuur bedoeld in artikel 157 van de
Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers,
overeenkomstig de aanpassing van een bedrag dat op
1 januari 1985 f 63.200,bedroeg.
P. In artikel 32 worden de volgende wijzigingen
aangebracht
a. Het vierde en vijfde lid worden vernummerd tot
vijfde en zesde lid.
b. Het eerste tot en met het derde lid worden ver
vangen door vier nieuwe leden, luidende:
1. Voor de toepassing van dit artikel wordt, voor
zover een pensioen is onderworpen aan een samen
loopregeling overeenkomstig paragraaf 2 van dit
hoofdstuk, onder pensioen verstaan het bedrag dat
overblijft na vermindering van dat pensioen wegens
recht op ouderdoms-pensioen krachtens de Algemene
Ouderdomswet of een naar aard en strekking daarmee
overeenkomend pensioen of uitkering.
2. Indien recht bestaat op één of meer eigen
pensioenen krachtens of op de voet van de Algemene
Pensioenwet Politieke Ambts-dragersdanwel daar
naast recht bestaat op één of meer eigen pensioenen
krachtens een andere regeling als bedoeld in het
11